Hoe binne de helten fallen ~ Tr. Riemersma (bes.)

► door: A.IJ. van den Berg

Wat gebeurde er met Bauke de Jong nádat hij aanleiding was tot het grootste conflict in de na-oorlogse Friese literatuur? Volgens Lolle Nauta werd er nauwelijks meer iets van hem vernomen. Maar dat vind ik niet echt een antwoord.

Bezorger Trinus Riemersma gaat evenmin op die vraag in, in deze bundel met bronmateriaal uit de jaren zestig. En dit is werkelijk het enige dat ik op dit boek heb aan te merken. Omdat de voorgeschiedenis en het conflict ruim aandacht krijgen, maar het vervolg blijkbaar bekend wordt geacht.

Voor de rest had ik geen beter boek kunnen lezen over wat mij intrigeerde over deze kwestie, die hier eerder al terloops langs kwam in boeklogjes over Nauta en Douwe Tamminga. Dat conflict met zijn vele lagen. Omdat ik alle artikelen te lezen kreeg die er toen over verschenen.

Zo speelde er een voorgenomen fusie tussen Friese literaire tijdschriften. Maar niet alleen hadden de betrokken redacteuren verschillende opvattingen over literatuur, er was ook sprake van een gapende generatiekloof. Dat verschil was niet alleen merkbaar in hoe er over boeken werd gedacht, maar onder meer ook in de ideeën over wat er nu moest met dat Fries.

Kristallisatiepunt in deze meningsverschillen werd in 1965 een aanval van voornoemde Bauke de Jong in het blad Asyl, op éen van de grootheden in het Friese wereldje. Deze Eeltsje Boates Folkertsma had namelijk volgens De Jong in 1939 nog opmerkelijk anti-semitische frasen gepubliceerd, en ook wel erg benadrukt hoe uniek Germaans het Friese volk niet was.

Niemand die daar toen iets van vond. En ook na de oorlog bleef Folkertsma onverstoord doorpubliceren.

Er ontspon zich daarom een felle discussie over De Jong’s aanval. Waarin voor de ouderen vooral de boodschapper het gedaan had. Posities werden ingenomen, en harde taal gebruikt.

Maar ruim een jaar later kwam Bauke de Jong met nog een aanval op een Friese grootheid; de hoofdredacteur van de grootste dagblad: de Leeuwarder Courant. Na het dodelijke ongeval van deze Jan Piebenga sprak De Jong een kritisch in memoriam uit voor de regionale radio.

Als Piebenga en Folkertsma over het Fries-zijn spraken, was het of zij klaarkwamen. En nadenken kon Piebenga ook al niet, zonder in de geopenbaarde kennis te vervallen van de Christelijke retoriek, zo klonk het.

En ik ben blij deze woorden nu eens integraal te hebben kunnen lezen. Riemersma zij voor zijn vele speurwerk bedankt. Zo kan ik nu bijvoorbeeld beter begrijpen waarom Lolle Nauta met het Friese wereldje brak. Hij was het die Bauke de Jong voor de radio had gehaald, en redactielid maakte van het literaire blad De Tsjerne.

Dat die generatiestrijd even zo fel oplaaide, illustreert ook wel een aantal andere zaken voor mij. Bijvoorbeeld hoe geïnstitutionaliseerd het denken over de Friese taal is geworden.

Nu heeft dat zo zijn gevolgen. Ik kan bijvoorbeeld sinds december 2004 gewoon over Friese zaken schrijven, zonder meteen een politie-inval te hoeven verwachten. Dit is een hele opluchting, dat begrijpt u. Nee, dat er geen discussie is geweest over de onzinnige wet dat alle bepalingen uit het Europese handvest voor minderheden onverkort voor elke Fries opgaan, laat zien dat er ook van alles uitstierf sinds de jaren 60.

Zelfs al was toen ook niet te zeggen wie nu die Friezen zijn.

Trinus Riemersma (bes.), Hoe binne de helten fallen
199 pagina’s
Utjouwerij Venus, 2006

[x]opgenomen in het dossier: