Boudewijn Büch ~ Rudie Kagie

► door: A.IJ. van den Berg

Vrij snel al na de dood van Boudewijn Büch verschenen er verschillende nogal onthullende boeken over hem. Daarin werd steevast aangetoond wat voor pathologische leugenaar hij was geweest. Harry Prick bleef overigens nog opvallend hoffelijk over alle bedrog, in zijn biografie die las ik in september 2006. Dit boek van Vrij Nederland-redacteur Rudie Kagie leek me veel onbarmhartiger, en zo pakte het ook uit.

Toch overheerste vooral verbazing bij me. Niet zo zeer over de leugens die Büch stelselmatig verspreidde, door zijn hele leven heen. De grootte daarvan was me inmiddels ook wel bekend. Nee, het bevreemdde me vooral dat er nooit tijdens zijn leven iemand is geweest die hem eens openlijk aan de kaak stelde.

Boudewijn Büch was ook een zeer charmante man, Kagie herhaalt het telkenmale in dit boek. Maar enfin, alle goede oplichters zijn ook uiterst voorkomend.

Het belangrijkste verschil tussen het boek van Prick en dit, is het aantal mensen dat sprekend wordt opgevoerd, en de persoonlijke betrokkenheid van de auteurs. Harry Prick keek vooral terug op zijn eigen contacten met Büch, zelfs al waren die al in 1981 verbroken. Kagie daarentegen onderzoekt nogal wat geruchten, en weet daardoor ook veel te ontsluieren. Hij lijkt vooral op de mooie verhalen uit te zijn.

Prick sprak zich er bijvoorbeeld niet over uit of “De kleine blinde dood” echt bestaan had, als zoontje van Büch. Kagie voert de jongen sprekend op, met een foto erbij. Want dood is hij niet, en het kind van Büch al evenmin. Alleen dat blonde haar, dat klopt dan nog net wel.

Verder interviewt Kagie nogal wat mensen die ooit met Boudewijn Büch bevriend is geweest, maar gebrouilleerd raakten. Zijn leugens werden dus wel degelijk doorzien.

Het interessantst nog vond ik de gesprekken met de mensen die met hem gewerkt hadden, voor zijn TV-programma’s. Al koppelt Kagie aan die gesprekken ook de nogal pijnlijke conclusie dat het met de kwaliteit van die uitzendingen steeds minder werd.

En hoewel in dit boek tal van pijnlijke details geopenbaard worden over het slepende faillissement van Büch en andere financiële narigheid, blijft éen vraag toch onbeantwoord. Hoe kwam hij zo vlak na dat bankroet aan het geld om dat enorme grachtenpand van hem aan te schaffen?

Rudie Kagie, Boudewijn Büch
Verslag van een mystificatie

239 pagina’s
Prometheus, 2004

[x]