Kloten van de engel ~ Tijs Goldschmidt

► door: A.IJ. van den Berg

Tijs Goldschmidt was een student van Dick Hillenius. Beide zijn (waren) biologen. Beide ook hebben over veel meer geschreven dan alleen de natuur alleen. Ik geef toe zo veel van Hillenius te hebben herlezen in de eerste maanden van 2008, omdat ik hem wat beter wilde kunnen vergelijken met Goldschmidt.

Dit boek was toen al gekocht. Ik verheugde me erop het te mogen lezen.

Maar waarschijnlijk was het geen goed idee om Hillenius met Goldschmidt te willen vergelijken. Beide mannen hebben een ander temperament. Hillenius lijkt me springeriger, Goldschmidt bedachtzamer. Daardoor wordt het wat onzinnig de éen te verwijten niet de eigenschappen van de ander te bezitten.

Deze bundel van Goldschmidt bevat materiaal van nogal verschillende aard. Zijn ‘Bijenchoreograaf‘ staat erin — waarbij me opviel dat in de verantwoording niet genoemd wordt dat het ook als boekje is uitgegeven. Er staan beschouwingen in over beeldende kunst bijvoorbeeld — of over de ruimte waarin die tentoongesteld wordt. En Goldschmidt mengde zich onder meer in het non-debat over het idee dat de evolutietheorie dermate grote gebreken heeft dat een ‘intelligent ontwerp’ waarschijnlijker is.

Daarbij meldt hij overigens geen andere dingen over bijvoorbeeld het merkwaardige denken van Cees Dekker, als ik al op boeklog deed. En op mijn andere log schreef ik dat Dekker:

het respect misbruikt dat hij afdwong voor zijn werk in de moleculaire biofysica, om aandacht te vragen voor de relikul die hij gelooft.

Tijs Goldschmidt oordeelt precies zo, al blijft hij aanmerkelijk beleefder.

Verder bespreekt Goldschmidt onder meer de bewerking die geneticus Steve Jones maakte van Darwin’s Origin of Species, met het boek Almost Like a Whale. Zijn oordeel daarover is dat Jones nogal vaak met overbekende voorbeelden aan komt, maar zich redt door zijn levendige taalgebruik.

Ik oordeelde indertijd bijna andersom. Voor mij waren veel van de overbekende voorbeelden wel degelijk nieuw, maar ik ben dan ook geen bioloog. En mij stoorde het nu juist wat dat Jones’ in Almost Like a Whale zo veel minder goed schrijft als in zijn andere boeken.

Dat ik Goldschmidt’s oordeel nu tegenover het mijne zet, is overigens niet om te koketteren. Ik doe dit om aan te geven dat zijn verwijt over Jones nu wat op hemzelf terugslaat.

Boeken, of artikelen, worden geschreven voor een bepaald publiek. De ene keer hoor ik wel tot het publiek waartoe Goldschmidt zich richt met deze bundel, en een andere keer juist niet, omdat hij me dan niets verteld dat ik nog niet wist.

Het gaat me veel te ver om hem dan te verwijten ‘overbekende voorbeelden’ te gebruiken, maar zoiets weegt wel mee in mijn waardering. Dit is een goed boek, Goldschmidt is een interessante schrijver, maar mij verraste hij ditmaal veel minder dan ik gehoopt had.

Tijs Goldschmidt, Kloten van de engel
Beschouwelijkheid over de natuurlijkheid van cultuur

211 pagina’s
Athenaeum—Polak & Van Gennep, 2007

[x]