Nations and Nationalism since 1780 ~ E.J. Hobsbawm

► door: A.IJ. van den Berg

De historicus Hobsbawm gaf ooit in Dublin vijf ‘Wiles Lectures’ over nationalisme. Dit boek biedt een achteraf bewerkte weergave van die lezingen uit 1985, omdat hij nogal wat commentaren moest verwerken. Bovendien kwam er al snel een tweede editie uit. Want, waar Europa, die wieg van het uitgesproken nationalisme, zo stabiel was sinds het eind van Tweede Wereldoorlog, zorgde het einde van het communisme ineens voor een heel nieuwe golf van natievorming.

Hobsbawm relativeert die laatste ontwikkeling tegelijk. Hoewel nationale overheden op zich belangrijker dan ooit zijn — door het netwerk aan sociale zekerheid dat zij bieden, en om hoe ze welvaart herverdelen via belastingen — speelt er ook genoeg dat dit belang van de staat meteen weer inperkt. Geen landseconomie is meer autarkisch. Of, om deze visie actueel te maken: de crisis in het ene werelddeel heeft grote invloed op het welvaren van andere.

De waarde van dit boek is dan ook vooral dat Hobsbawm laat zien hoe zeer het begrip ‘natie’ en ‘nationalisme’ veranderde, in de loop van eeuwen. De geschiedenis die hij daarbij beschrijft, is bijna afstandelijk abstract; het boek biedt een schijnbaar breed palet van telkens in betekenis veranderende ideeën, die alleen toch steeds met dezelfde woorden werden aangeduid.

Zo valt op hoe relatief kort racisme nog maar onderdeel is het blinde nationalisme. En dat zelfs het idee ‘eigen volk eerst’ niet altijd vanzelfsprekend was, maar ergens vandaan komt. Of omgekeerd, hoe zeer een land als Groot-Brittannië eeuwenlang trots was een smeltkroes te zijn van allerlei invloeden van buiten — en hoe die trots ook weer verwaterde.

E.J. Hobsbawm, Nations and Nationalism since 1780
Programme, Myth, Reality

Second edition
205 pagina’s
Cambridge University Press 2008, oorspronkelijk 1990 & 1994

[x]