Dagboek 1920 ~ Isaak Babel

► door: A.IJ. van den Berg

Het is al even tijd om de verhalen van Isaak Babel te herlezen. Maar iets weerhoudt me. Een bundel als De Rode ruiterij is nogal gruwelijk in zijn beschrijvingen — en dan ook nog op een merkwaardig achteloze manier.

Gruwelijk moet je net zin in hebben.

Dus is het misschien raar dat ik wel het oorlogsdagboek van Babel las nu. Alleen leek me dat Dagboek 1920 beter te hanteren, omdat er geen enkele stilering is aangebracht in de tekst. Die bestaat uit aantekeningen voor particulier gebruik. Zo’n boek als dit doet niets uit effectbejag.

Babel’s dagboek leek lange tijd verloren, en kwam pas uit in druk toen het Communisme al op zijn eind liep. Dat lijkt me niet toevallig. Babel had nu een keer verslag gedaan van de eerste harde nederlaag van het Sovjet-leger, tegen de Polen. Geen bewind wenst herinnerd te worden aan ooit fataal gebleken beslissingen; hoe lang geleden ook.

Tegelijk is uit het dagboek lang alles niet te begrijpen, zonder toelichting van buiten. Babel zwierf maanden rond met het leger, door delen van de Oekraïne, Polen, en Slowakije. Ondertussen had hij nauwelijks idee wat er speelde; afgesloten van vrijwel alle andere informatie dan wat hij zelf kon zien.

Babel had in 1920 vrijwillig dienst genomen in het Sovjet-leger, en werd daarin correspondent voor de legerkrant Krasnyj kavalerist [Rode cavalerist]. Zijn mentor Maksim Gorki had hem geadviseerd zich wat meer onder de mensen te begeven. En die raad leidde tot een levensveranderende keuze.

Daarbij had Babel een niet-joods pseudoniem aangenomen, K. Ljoetov, om het antisemitisme binnen de eigen gelederen te ontlopen.

En in het dagboek vielen mij ook vooral de passages op die hij wijdde aan het lot van de joden overal — de onschuldige buitenstaanders in het conflict, die desalniettemin hard getroffen werden. Tegelijk maakten niet alleen de Polen zich schuldig aan pogroms. De eigen troepen waren in dat opzicht weinig beter.

Toch bleek dit dagboek uiteindelijk vooral een bron, die mij als lezer daarmee tot een buitenstaander maakte. Daarom zijn de verhalen me liever. Wel moet ik deze uitgave bijvoorbeeld dankbaar zijn voor zoiets simpels als de kaartjes achterin. Waardoor me zoiets basaals duidelijk werd als dat ik nooit precies heb geweten waar De Rode ruiterij speelde.

Isaak Babel, Dagboek 1920
Uit het Russische vertaald en van een voorwoord
voorzien door Peter Zeeman

159 pagina’s
Meulenhoff, 1993

[x]