Vrek van Missenburg ~ Leonard Nolens

► door: A.IJ. van den Berg

Het karakter van Nolens’ dagboekaantekeningen verandert in de loop der jaren. En niet eens alleen omdat de schrijver ouder wordt.

Misschien is het dat de uitgave in losse delen, oorspronkelijk, ieder van deze delen een eigen grondtoon gaf. Waar Nolens op geselecteerd kan hebben bovendien; bewust of onbewust.

Of wellicht spreekt hier enkel een vooroordeel van de lezer. Die, hoe rustig lezend ook, toch even het leven van een ander in ijltempo aan het doornemen is. Net was deze man nog amper dertig, ondertussen is hij de veertig al gepasseerd. Levensjaren lijken soms bijna echt een snelheid aan te geven. En de horizon is wel net anders dan. Wat eerst nog verrast herkend werd, is even later al zo vertrouwd dat er niet meer goed naar gekeken hoeft te worden.

In het vorige dagboekdeel, Blijvend vertrek, viel al op dat Nolens ineens slechts enkele bladzijden nodig had om een heel jaar aan aantekeningen te publiceren. Speelde hij nog vals ook, want het grootste gedeelte van het dagboek over 1986 bestaat uit een verhaal.

De vrek van Missenburg maakt duidelijk dat de auteur dan ineens weet aantekeningen te maken met als doel ze te publiceren. Ineens schrijft hij niet enkel óver poëzie, en de betekenis daarvan, plots duiken zelfs gedichten tussen de notities op.

De notities die hij maakte tussen 2 en 9 december 1991 werden zelfs al eerder elders uitgegeven.

Wat me bovenal bevalt, zijn de hoge eisen die Nolens stelt. Aan alles. Ook aan zichzelf. Waardoor hij bijvoorbeeld wat beduusd moet constateren dat een ruime werkbeurs van een jaar, die hem vrijstelde van enig ander werk, amper vijftig gedichten heeft opgeleverd. Waarvan de helft weg kan.

Bovendien levert die eeuwige kritiek ineens meta-aantekeningen op, waarin de auteur probeert te analyseren hoe zijn notities veranderen in de wetenschap dat ook een ander die dra zal gaan lezen.

[…] jij tracht altijd intuïtief of bewust te anticiperen op wat over enkele jaren de moeite van het herlezen waard zal zijn. Dat is niet een dagboek houden. Dat is de vrekkigheid van iemand die bang is dat de eenzame spaarpot van zijn gedachten en gevoelens leeg raakt, en daarom voortdurend zijn gemoedsleven overschrijft op deze rekening, op deze innerlijke boekhouding. Het resultaat wordt straks een sentimentele optelsom, een doordachte verzamelnaam. […][513-514]

Maar, de nieuwsgierigheid bij mij over Nolens’ woorden blijft. En ondertussen tekende ik zelf onder meer aan:

Je leest, je moet je hele leven blijven lezen omdat anderen — je voorgangers, sommige tijdgenoten — je helpen je vragen te formuleren. Dat is het enige antwoord dat je lezend zoekt: hóé stel ik wélke vragen? [342]

scheiding

Graham Greene is dood. Max Frisch is dood. Ik moet hen lezen om hun voortbestaan te garanderen. Ik voel me schuldig zolang ik niet al was het maar één pagina van hen gelezen heb.

scheiding

Kranten liegen omdat ze bestaan bij de gratie van hun onmiddellijkheid, hun gebrek aan de afstand in de tijd. De ruimte van de krant is nog te veel een vandaag om al over vandaag te mogen en te kunnen schrijven. Nieuws, vanmorgen nog heet van de naald, wordt morgen koud en oneetbaar. […][372]

scheiding

De aandacht, in de media, voor kunst? Je ziet zoveel rommel aandacht krijgen dat aandacht tegenwoordig bijna automatisch verwijst naar rommel. Zo zal het ook met je eigen werk gaan als morgen wordt bekendgemaakt dat je de staatsprijs hebt gekregen. Kritische mensen, die net als jij vinden dat kwaliteit iets zeer schaars is geworden, iets dat door de apparatsjiks van de cultuurmachine over het hoofd wordt gezien, zullen bij de bekendmaking het hoofd schudden en denken: ach, weer zo’n knaap die de laatste tijd zo vaak onze aandacht wilde trekken dat hij haar ten slotte heeft gekregen. […][413]

scheiding

Vertalen is de beste manier om al zeer vroeg, als je zelf nog niets te zeggen hebt, te leren schrijven. Het leert je om je alle woorden, alle zinswendingen toe te eigenen die je later nodig hebt om aan je eigen gevoels- en denkwereld toe te komen. […][446]

scheiding

Wie geen enkel boek heeft gelezen, kan geen boeken schrijven. Wie alle boeken heeft gelezen, evenmin. [470]

[ is vervolgd ]
[ Dit is het derde boeklogje uit een reeks van vijf, die hier begint. ]

Leonard Nolens, De vrek van Missenburg
1990–1993

165 pagina’s
© 1995
in: Leonard Nolens, Dagboek van een dichter
1979–2007

1060 pagina’s
Em. Querido’s uitgeverij, 2009

[x]