Gedoemd tot kwetsbaarheid ~ Geert Mak

► door: A.IJ. van den Berg

Mag iemand publiek worden gevraagd naar zijn mening over een boek waarin hij wordt aangevallen?

Dat lijkt me wel.

Mag de ondervraagde daarbij verzwijgen dat hij in het boek als een schertsprofessor wordt opgevoerd?

Dat is al minder kies, want daardoor vertrouw ik zijn oordeel niet meer.

Paul Cliteur werd gevraagd naar zijn mening over het pamflet Gedoemd tot kwetsbaarheid van Geert Mak. En hij vond het maar niets, dat boekje. Maar, was dat oprecht gemeend, of kwam het toch omdat Mak juist in hem éen van de ergste paniekzaaiers van dit moment vermoedt?

Cliteur viel bovenal over de vergelijking die Geert Mak maakte tussen de stijlmiddelen die Ayaan Hirsi Ali hanteert in haar film Submission en een eerder voorbeeld daarvan, zoals toegepast door Joseph Goebbels in Der ewige Jude.

Nu is dat hele stijlmiddel niet anders dan een cliché in de reclame geworden. Hirsi Ali toonde mishandelde moslimvrouwen en projecteerde selectief teksten uit de Koran op hun blote huid. Maar menig product wordt in een commercial ook aangeprezen op de blote huid van vrouwen, door daarbij selectief wat teksten te debiteren. Dit noemen we propaganda. En ook als er een idee mee verkocht moet worden in plaats van een product blijft het propaganda.

Nee, net zoals het heel makkelijk is om iemand te verwijten dat die de Tweede Wereldoorlog erbij sleept om gelijk te krijgen, geldt dat andersom eigenlijk ook. Wie zegt dat een argument niet deugen kan omdat er te makkelijk vergelijkingen met Nazi-praktijken zijn getrokken, heeft daarin alleen gelijk als die ene vergelijking op zichzelf staat.

Maar Geert Mak maakt in zijn pamflet bewust zware vergelijkingen. Met hoe de taal in het publiek debat veranderde tijdens de opkomst van de Nazi’s, met de propaganda tijdens de snelle omslag tot een burgeroorlog in Servië Hij probeert ons voor te houden hoe het denkklimaat in een land verziekt kan worden, door het publiek vooral maar angst aan te jagen.

Vandaar die oproep kwetsbaar te durven zijn.

Maar heeft hij die parallellen nodig? Moet er naar Nazi’s of Balkanoorlogen verwezen worden om wat er hier gebeurt helderder te krijgen?

Het punt voor mij is dat al die blatende politici zichzelf al zo belachelijk hebben gemaakt, bijvoorbeeld door hun oproepen iedereen die van een terreurdaad wordt verdacht meteen van zijn burgerrechten te ontdoen. Neukt niet dat internationale verdragen dit verbieden. Ik heb die parallellen niet nodig, maar kan tegelijkertijd wel zien waarom Mak ze heeft gebruikt. Retoriek is soms gewenst. Maar, dat levert mij dan ook de merkwaardige conclusie op dat ik het volkomen met Geert Mak eens ben, en toch ook zijn pamflet als propaganda beschouw met alle uitwassen die daar bij horen.

Bovendien staan er een aantal feitelijke onjuistheden in de tekst. Die ‘gouden tondeuse’ voor de grootste landverrader op de website van Theo van Gogh bijvoorbeeld, werd maandelijks uitgereikt door Bernadette de Wit. De vermoorde filmer wilde er zelf niets mee te maken hebben. Toch gebruikt Mak het gegeven in zijn pamflet om Van Gogh tot querulant te maken.

Dat is allemaal niet nodig. Enfin.

Geert Mak, Gedoemd tot kwetsbaarheid
95 pagina’s
Uitgeverij Atlas, 2005

Zie ook het hele Dossier gedoemd tot kwetsbaarheid


[x]opgenomen in het dossier: ,