Hond van Tišma ~ Geert Mak

► door: A.IJ. van den Berg

Weinig is er zo bevreemdend als een doemprediker aan het werk te zien, en die niet te geloven. Omdat dan allereerst de stelligheid van de uitspraken opvalt, en daarmee ook de overdrijving. Want van de opgeroepen overtuigingskracht hangt nu eenmaal alles af. Te bewijzen dat het zo erg wordt als de prediker stelt, of niet, is meestal onmogelijk. Behalve dan dat de tijd vanzelf de proeve brengt.

Tegelijk is de menselijke psyche overgevoelig voor angsten. Of die nu reëel zijn of aangepraat. In iedereen, al is het soms wat zoeken, gaat nog steeds de primitieve humanoïde schuil die op de savanne enkel in leven blijven kon door altijd op gevaar gespitst te zijn.

Want als er geen directe gevaren meer zijn, zoals in de huidige verzorgingsstaat, dan worden die wel verzonnen. En voor geleerd lijkende doemzeggers die niet meteen op onzin zijn te betrappen, is er altijd aandacht.

Zo bezien is De hond van Tišma een kwalijk boek. Geert Mak ontpopt zich in dit pamflet als een handelaar in angst; een exploitant van onzekerheid — als het kwalijke menstype waar hij eerder nog eens een vlugschrift tegen heeft geschreven. Hij misbruikt daarmee het vertrouwen dat hij verwierf van zijn trouwe en grote publiek.

Toegegeven, het leek ook allemaal mis te gaan met de EU in 2011. Toen alles en iedereen meehielp om elkaar een crisis aan te praten. En de media haast elke week leken te meldden dat de Europese raad van ministers opnieuw voor een beslissende vergadering bijeen was om Europa te redden.

Mak weet alleen zo zeker dat alle politieke daadkracht niet uitmaakt. Omdat de verschillen tussen de lidstaten te groot zijn; het rijke noorden functioneert in de EU zo anders dan het sjacherende zuiden.

Gretig zoekt Mak parallellen die de geschiedenis schijnt te hebben om de situatie van de EU te duiden. Trad er tijdens de crisis van de jaren dertig niet ook pas herstel in nadat landen de goudstandaard loslieten? Leek de toestand in Joegoslavië voor de burgeroorlog, of die in Oost-Duitsland vlak voor Die Wende, niet sprekend op die in Europa nu?

Maar, als er ooit een moment is om als schrijver je publiek goed te bedienen, dan wel nu. Waar onzekerheid overheerst, lijkt het me een intellectuele plicht om juist zekerheden te bieden. Of om zijn minst dan toch om aan te geven waar het debat in de media in faalt, in feitenkennis of in analytisch vermogen.

En De hond van Tišma schiet alleen tekort in de feitelijke informatie die de tekst biedt. Mak lijkt hoogstens een mapje met krantenartikelen uit 2010 en 2011 te hebben samengevat om zijn verhaal zwaarte te geven. Terwijl het verhaal van de EU nu net nooit in de kranten staat.

Kranten krabben hoogstens schilfers van wat aan de oppervlakte speelt.

Zelfs een degelijke inleiding als Luuk van Middelaar’s boek De passage naar Europa geeft dat verhaal nog niet.

Wie het functioneren van de EU als organisatie wil begrijpen, moet breder durven kijken. En beseffen dat er zo veel is waarover niemand met rede uitspraken kan doen.

Die moet bijvoorbeeld weet hebben van de voor- en nadelen van de Franse staatsinrichting; met zijn gecentraliseerde gezag. Omdat de eerste Europese gemeenschappen vooral door Fransen zijn opgezet. Daardoor is er de constructie ontstaan dat de macht in de EU zou moeten liggen bij een centraal dagelijks bestuur, de Europese Commissie. Alleen staat daar dan als machtsfactor nog een Europese Raad van ministers naast, of tegenover, waarin de lidstaten zich gezamenlijk uitspreken over het gewenste beleid.

Hoe het staat met het evenwicht tussen die Commissie en die Raad, is nogal belangrijk in het functioneren van de EU. Speelt er ergens op de achtergrond nog een Europees Parlement mee ook; om van enkele kleinere gremia met vooral hindermacht nog maar te zwijgen.

Ondertussen geldt ook dat het functioneren van die Raad van ministers niet te begrijpen is zonder daarin de Europese geschiedenis te betrekken sinds pak hem beet 1870. Want Frankrijk en Duitsland zijn de grootste economieën in Europa, en oude vijanden bovendien.

Maar wat in de jaren vijftig nog voor West-Duitsland gold; dat het verstandig was in een pact met Frankrijk te gaan zitten; hoeft dat na de hereniging met Oost-Duitsland niet meer te zijn. Bovendien neemt de betekenis van Frankrijk af. Al was het maar omdat het gebruik van het Frans in het diplomatiek verkeer niet meer vanzelf spreekt.

Is er nog het niet geringe gegeven dat de problemen momenteel vooral optreden in landen zonder democratische traditie. Die nu enkel van buiten onder druk staan om te hervormen, terwijl de kongsies aan de macht dat natuurlijk niet voetstoots willen.

En binnen al deze krachtenvelden, waarin het lang vanzelf leek te spreken om almaar meer taken en bevoegdheden naar de EU te hevelen, vond een crisis plaats die allereerst ontstaan is door ongebreidelde schaalvergroting van de financiële sector. Mede omdat toezicht vanuit de overheden werd afgeschaft.

Vervolgens bleek dat met de komst van de euro enkele landen ineens kredietwaardig waren geworden, en meer konden lenen dan ooit terug te betalen was.

Vanzelfsprekend is dat een principiële fout aan de gezamenlijke munt, en hebben politici geblunderd door die fout niet te willen zien begin jaren negentig. Herstel zal duur zijn, en verschrikkelijk veel tijd nemen. En kan daardoor zelfs een hele generatie aan jongeren knoeien, omdat zij nu geen werk kunnen vinden.

Het is daarom niet zo moeilijk om een nog somberder verhaal te schrijven dan Mak bracht. Mij is dat niet alleen te makkelijk. Het lijkt me dom, en eenzijdig. En dus gevaarlijk.

Want wie heeft er baat bij dat het zo misgaat als Mak vreest? Behalve doempredikers die boekjes willen verkopen?

Geert Mak, De hond van Tišma
Wat als Europa klapt?

94 pagina’s
Atlas | Contact, 2012

[x]opgenomen in het dossier: , ,