Refrein is Hein ~ Bert Keizer

► door: A.IJ. van den Berg

Hoewel ik dit boek eerder gelezen had, en mijn exemplaar achterin uitpuilt met krantenknipsels van en over de schrijver, was me helemaal ontschoten dat het een roman is. Merkwaardig genoeg had ik dus wel de inhoud van Keizer’s betoog in de kern onthouden, maar niet de vorm.

Fictie kan trouwens misschien ook wel beter waarheden vertellen, dan monografieën die voor de helft uit voetnoten bestaan. Als het ergens schuurt, kan in een roman voelbaar worden gemaakt hoe het daardoor schrijnt.

De hoofdpersoon van dit boek is als arts aan het minstbedeelde kant van de gezondheidszorg terecht gekomen, in een verpleeghuis. Alles draait in de geneeskunde om diagnostiek, genezing en zorg lijken er nauwelijks toe te doen. Miljarden worden er weggesmeten aan kankeronderzoek dat nooit iets oplevert. Ondertussen kunnen de mensjes in de verpleeghuizen niet eens een eigen kamer krijgen in hun ellende. Daar zit duidelijk iets scheef.

Er gaan in Het refrein is Hein tal van mensen dood, al dan niet geholpen door de hoofdpersoon. Euthanasie is ook bijna de enige actieve genezing die de verpleeghuisartsen kunnen bieden aan het type patiënten die ze binnen krijgen. Verder is het zien de pijn en het lijden draaglijk te houden.

Ondertussen houden de doktoren zich door een professionele distantie overeind, vaak gevoed door galgenhumor. Toch worden ook zij weleens emotioneel, al mag dat dan hoogstens twee keer per jaar.

Keizer heeft met Het refrein is Hein een even wreed als prachtig boek geschreven. Nog even afgezien van de euthanasie-kwestie als onderwerp, is het erg bijzonder dat in de Nederlandse literatuur eens professionals aan het woord komen die realistisch praten over de valse pretenties in hun métier.

Bert Keizer, Het refrein is Hein
Dagen uit een verpleeghuis

316 pagina’s
Uitgeverij SUN, 1994

[x]opgenomen in het dossier: