Alles wordt niets ~ Bert Keizer

► door: A.IJ. van den Berg

Vind ik Bert Keizer de beste Nederlandse schrijver van het moment? Het is een wat belachelijke vraag, maar wel éen die verduidelijken kan wat ik goed schrijven vind. En dat levert misschien nuttige kennis op. Op m’n andere weblog ga ik uitgebreid in op de mogelijke antwoorden.

Dit blijft een boeklog tenslotte. De besprekingen hier hebben zo hun eigen bandbreedte om iets over iemands schrijven te zeggen.

Zo is de belangrijkste vraag altijd bij een bundel als deze of de stukken daarin winnen of verliezen door de verzameling. En dan moet meteen gezegd worden dat de columns van Keizer in dit boek elkaar enorm verrijken.

Wel was het moeilijk om er meer dan een paar op een dag te lezen. Keizer schrijft sterk gecondenseerd, en dan is er natuurlijk altijd nog de lading van dat ene onderwerp waarover hij het vrij vaak heeft. Wat leven is. Keizer werkt als arts in een verpleeghuis. Daar gaat regelmatig een bewoner dood, al dan niet met enige hulp van buiten. Niet dat Bert Keizer daar niet met distantie, en regelmatig zelfs humor, over schrijven kan. Maar al te snel lezen, kan haast als oneerbiedig voelen.

Afgezien daarvan, de schrijver haalt ook voldoende wijsheid van anderen aan, over onderwerpen als de geneeskunde, om niet vaak ook denkpauzes op te roepen. Zodat er even afstand tot het geschrevene kan worden genomen.

Vreemd genoeg vond ik de langere stukken achterin veel wisselender van kwaliteit dan de opgenomen columns. Blij was ik met het essay ‘Filosofie van de geneeskunde, een aanzet’. Maar de rest zei me minder. Het was haast of die vorm van die krantecolumn, of de verwachtingen die het lezerspubliek van bijvoorbeeld Trouw over hem koesteren, Keizer tot grotere prestaties dwongen dan hem in alle vrijheid mogelijk was.

Bert Keizer, Alles wordt niets
Columns & Essays

234 pagina’s
Uitgeverij SUN © 2002

[x]