Being Mortal ~ Atul Gawande

► door: A.IJ. van den Berg

Rondom die ene zekerheid van het leven, dat het eindig is, veranderde nogal wat in de loop van de twintigste eeuw. De artsenstand kreeg ineens wel de mogelijkheid om vele tot dan toe tamelijk fatale aandoeningen te genezen. Plots werd ook zoiets als veiligheid belangrijk op het werk, en in het verkeer. Groeide de algemene welvaart daarnaast enorm, zodat sociale verbanden zich wijzigden.

Ineens werd het hier abnormaal om vader of moeder in huis te nemen tijdens hun laatste jaren.

De dood kwam daarmee op een almaar grotere afstand te staan. En vreemd genoeg: de waardigheid van ouderen eveneens.

Ik las Being Mortal van de Amerikaanse internist Atul Gawande over deze onderwerpen, en dat boek riep gemengde gevoelens op bij mij.

Enerzijds was het genadeloos goed. Want een prettig formulerend medicus weet nogal treffend te beschrijven wat ouder worden eigenlijk is. Wat er daarmee lichamelijk verandert, en geestelijk. En ook, wanneer dit verval intreedt.

Gaf hij zelfs waardevolle tips om te kunnen zien hoe het eigenlijk met iemand is. Kijk dan vooral naar hun voeten; want daar kunnen ze doorgaans niet meer goed bij. Als bij ouderen de voeten slecht verzorgd zijn, kan dit veel zeggen over hun staat van zijn.

Alleen is dit dus ook het boek van een medicus. En medici maken weliswaar meer doden mee in hun dagelijks werk dan vrijwel iedereen — op de begrafenisondernemers na. Alleen worden artsen nog altijd eerst opgeleid om mensen beter te maken.

Doen ze volgens Gawande ook nog veel te weinig van hen iets aan ouderengeneeskunde tijdens hun vorming.

Met als gevolg dat er nogal wat mishandeling plaatsvindt van oudere patiënten — omdat hen behandelingen opgedrongen worden die hun leven weliswaar vaak nog even rekken, maar de kwaliteit van dat leven ondertussen behoorlijk drastisch kunnen verminderen.

Een gegeven dat ik overigens ook al uit het werk van Bert Keizer had opgestoken.

Keizer stelt daarbij alleen altijd expliciet wat Gawande in Being Mortal veel implicieter verwoordt: dat de medische stand niet zo goed raad weet met de dood. En ik ben als lezer dan nog weer kritischer, ik verwijt Atul Gawande bijvoorbeeld zelfs te onnozel naar euthanasiewetten te kijken; omdat die er allereerst zijn gekomen om de doktoren te vrijwaren van moordaanklachten. En er hoogstens zijdelings kwamen om de rest van de mensheid ook nog te dienen.

Het is kortom jammer dat de medische stand zo veel te zeggen heeft over leven en dood — en dan al helemaal over de kwaliteit van dat leven op het einde — en tegelijk deze verantwoordelijkheid liever niet lijkt te hebben. Want ook Gawande doet net of een patiënt de reikwijdte kan begrijpen van een ingreep die een medicus voorstelt.

Dat maakt de vele ziektegeschiedenissen in dit boek vaak ook zo schrijnend. De auteur zal ze bedoeld hebben als portretten van indrukwekkende mensen, die totterdood hun waardigheid behielden. Terwijl ik toch enkel zie hoe aan patiënten behandelingen worden opgedrongen; enkel omdat de arts in hen het sprankje hoop ontwaart dat het allemaal nog goed kan komen.

Toegegeven, Gawande biedt hierover ook een tegenvoorbeeld. Zijn vader, die eveneens arts was, liet zich een hele tijd niet opereren aan een langzaam groeiende tumor in diens ruggenmerg; omdat de gevolgen als het mis zou gaan hem te groot waren. En dit besluit pakte redelijk goed uit.

Alleen blijft de conclusie over de betekenis van zijn vader’s wens, die daarmee tegen het advies inging van éen van de geraadpleegde specialisten, mij dan weer te impliciet in dit boek.

Is die dood daarom elders dan inmiddels zo’n taboe dat er enkel zo omfloerst over te schrijven is? Heeft Bert Keizer gewoon gelijk met zijn stelling dat Nederland decennia voorop ligt in begrip; omdat wij hier tenminste die euthanasiediscussies hebben gehad?

Atul Gawande, Being Mortal
Illness, Medicine, and What Matters in the End

282 pagina’s
Profile Books 2015, oorspronkelijk 2014

[x]opgenomen in het dossier: