Transito ~ Joost Zwagerman

► door: A.IJ. van den Berg

Joost Zwagerman heeft inmiddels meer essaybundels uitgebracht dan romans en verhalenboeken samen, valt me op.

Wie maar gestaag door blijft keutelen, produceert op den duur ook een hoop. En, het moet gezegd, geen essaybundel van Zwagerman kan verschijnen, of ik heb er van alles op aan te merken. Alleen wordt de afkeer nooit zo groot dat ik me voor altijd van hem afkeer. Het is ook allemaal wel netjes zoals hij het doet, keurig vanachter zijn schrijftafel. En niemand anders in Nederland schrijft over de onderwerpen die hij aansnijdt.

Die ik toevallig wel interessant vind.

Maar vanuit die gedeelde interesse voor schrijvers, kunst en cultuur, valt me altijd weer op dat het Zwagerman nu nooit eens lukt iets memorabels op te schrijven dat ik niet al ergens anders las. Bovendien is zijn onderwerpkeuze nogal aan de veilige kant, zachtjes uitgedrukt.

Zwagerman zingt steevast in koor mee over de canon, is de bewieroker van wierook, en draagt in iedere essaybundel weer rivieren water naar de zee. Dat hij zo hoog geprezen wordt, is blijkbaar omdat niemand hier ooit een woord van over de grens leest.

Alleen het stuk over de dichter Pieter Boskma bracht werkelijk nu eens nieuws. Maar dat was dan ook weer geen essay; slechts de begeleidende tekst van een bundel die Zwagerman zelf al had samengesteld.

Veel brouhaha, met opvallend slecht citerende criticasters, was er verder al over de Frans Kellendonk-lezing die Zwagerman hield, tegen de literaire quarantaine in Nederland. Als u dit onderwerp interesseert, gelieve dan zijn tekst hier zelf te lezen en u er een eigen mening over te vormen. Ik heb ook zo mijn opinies, maar die zijn niet zo relevant gezien mijn afkeer van vrijwel alles wat in Nederland voor literaire roman doorgaat.

Nee, het interessantst zijn uiteindelijk toch weer de persoonlijke stukken, traditioneel helemaal achterin. Al schijnt op te vallen dat Zwagerman het stuk over zijn geboortestad Alkmaar geschreven heeft zonder eens degelijk te informeren wat daar veranderd is sinds zijn jeugd.

En als het dan toch over verwijtbare slordigheden gaat. Zwagerman zet in zijn stuk over Berhard-Henri Levy’s grand-tour van de VS diens criticaster Garrison Keillor wel erg dom weg als kleinstedelijke patriot. Nooit Keillor’s allesbehalve dorpse Writer’s Almanac gevolgd, waarschijnlijk. Nooit gesnapt dat Keillor’s verhalen over het afgelegen dorpje Lake Wobegon een microcosmos van de hele wereld tonen. Al was het maar in diens traditionele opmerking aan het eind dat alle kinderen daar bovengemiddeld begaafd zijn.

Joost Zwagerman, Transito
360 pagina’s
Uitgeverij De Arbeiderspers © 2006

[x]