Wil en de weg ~ Jan Brokken

► door: A.IJ. van den Berg

De interviewbundel Schrijven uit 1980 verouderde op slag toen auteurs op een computer gingen werken. Maar Jan Brokken heeft de wel tijdloze uitspraken over het ambacht uit al die gesprekken gewoon in dit boek opgenomen. Kan Schrijven dus weg.

De wil en de weg is te lezen als een schrijfcursus van een gevestigd auteur. Jan Brokken was journalist, voor hij romans publiceerde. Tegenwoordig geeft hij ook les in het schrijven.

Ik las dit boek wat anders. Algemene aanwijzingen voor het schrijven als ambacht, zoals dat veel lezen nuttig is, brengen mij geen nieuws. Voor mij was interessant wat Brokken aan persoonlijke opmerkingen plaatste. En welke boeken of voorbeelden hij gebruikte om zijn wijze woorden te illustreren.

Prachtig vond ik bijvoorbeeld het hoofdstuk ‘De wet van Blok’. Daarin vertelt Brokken hoe hij, op de School voor journalistiek in de jaren zestig, gedrild werd om zinnen te schrijven met een gemiddelde lengte van vijftien woorden. Studenten schreven anders te lang door.

Tegenwoordig halen we die vijftien woorden per zin al lang niet meer. De tijden zijn haastiger geworden. Brokken kan tegelijk bij jaargenoten als Max Pam, of Thomas Ross, nog altijd zien hoe de lessen van mijnheer Blok er zijn ingeslepen.

Van zinslengte gaat het dan naar stijl, en van stijl komt het op bijzinnen; en daarmee voegwoorden. Want over elk element van de taal is wel iets te zeggen. Dat er hoofdredacteuren zijn die hun redactie verbieden meer dan éen betrekkelijk voornaamwoord, aanwijzend voornaamwoord, of voegwoord per zin te gebruiken, verbaast me daarom niet.

Evenmin verrast me dat Jeroen Brouwers er stevige opvattingen op na houdt over taal. Zo vindt hij dat iedereen die vaker dan drie maal het woord ‘maar’ per pagina gebruikt geen schrijver is.

Ik vind het heerlijk om van zulke schrijfwetten kennis te nemen. Tegelijk heel goed wetend dat schrijven geen exacte wetenschap is; er tegen elke vuistregel gezondigd kan worden. Mits dit maar met overleg gebeurt.

En dat is voor mij ook de voornaamste les van Brokken — de man die vroeger al geen typfouten duldde, tipex haatte, en liever de hele bladzijde nogmaals deed, dan slordige kopij af te leveren. Niets op de pagina mag er zo maar staan. Slordigheden doen afbreuk aan een verhaal. Fouten maken een schrijver al helemaal ongeloofwaardig. Want, weliswaar heeft een fictieschrijver alle vrijheid, dit betekent nog geenszins dat hij of zij overal mee wegkomt.

Jan Brokken heeft gelijk. Hoe vaak is op boeklog aan auteurs al niet verweten zich te makkelijk ergens vanaf gemaakt te hebben.

Jan Brokken, De wil en de weg
Over het schrijven van verhalen en romans

256 pagina’s
Augustus, 2006

[x]