Vergelding ~ Jan Brokken

► door: A.IJ. van den Berg

Nogal wat ideeën over de Tweede Wereldoorlog zijn pas ruim na die oorlog ontstaan — en kregen daarbij dan bovendien allereerst een nationale kleur. De Britten spreken nog altijd over hun ‘finest hour’, Nederlanders voelen zich nog immer geslachtofferd; terwijl geen land ondertussen zo naarstig meehielp zijn joodse bevolking weg te voeren. En alle Fransen zaten achteraf in het verzet; hoewel hun regering collaboreerde, en een buitenstaander als De Gaulle tijdens de oorlog nauwelijks op enige steun rekenen kon van landgenoten.

Wie zich daar geen rekenschap van geeft; en als een schrijver denkt deze tijd wel even als decor te kunnen gebruiken voor een roman; vult zo’n boek al gauw met fouten en anachronismen. Als er al geen Kitsch geschapen werd, door de periode verregaand te romantiseren.

Dit acht ik een vrij simpele zaak. Maar enkel al door iemands onnozelheid in deze aan te wijzen, schijn ik een auteur hogelijk beledigd te hebben; want zeven jaar later zaten hem mijn woorden nog hoog. Al verzwijgt hij inmiddels wel hoe hij daarop meende wraak te moeten nemen door een Berufsverbot te eisen bij de autoriteiten.

Jan Brokken is wijzer. Halverwege De vergelding moest hij wel de vraag aan de orde stellen of het verzet misschien een rol had gespeeld bij de dood van een Duitse soldaat die hij probeerde te reconstrueren.

Hij schrijft dan:

Ook in de laatste twaalf oorlogsmaanden namen weinig vaderlanders actief deel aan het verzet en hielden de meeste de veilige kant. Dat wist ik. Wat ik niet wist is dat de ondergrondse met een bang oog werd bezien en tegen het einde van de oorlog zelfs met een boos.

Het verzet was niet populair in de oorlog. Het ontzag voor de acties van de ondergrondse ontstond pas in de jaren zestig toen iedereen veilig voor de televisie zat en naar de serie De bezetting keek. Tijdens de oorlog vreesden ze in een dorp als Rhoon de illegale heldendaden minstens even sterk als de Engelse bombardementen die bij vergissing werden uitgevoerd. Na een moedige verzetsactie volgde bijna altijd een laffe vergelding van de bezetter die onschuldige burgers het leven kostte. […][195]

Hem onthutste deze ontdekking.

Mij lijkt het een cruciaal gegeven. Een TV-serie als De bezetting, en het werk van historicus Lou de Jong in het algemeen, brachten een gekleurde geschiedenis. Waarin de oorlogsjaren bekeken werden in zwart-wit termen. Goed of fout. Terwijl er heel weinig echt goeden waren, netzo min als er heel weinig echt fouten waren.

Het grootste gedeelte van de bevolking stelde zich op de omstandigheden in, en bleef zo goed en kwaad als kon afzijdig; die accommodeerde, in de woorden van de historicus Kossmann.

In De vergelding onderzocht Jan Brokken een tragisch gegeven waarover in het dorp van zijn jeugd altijd gezwegen werd.

Op een buurtje vlakbij Rhoon, onder Rotterdam, kwam op een avond in oktober 1944 een Duitse soldaat om het leven. Hij bleef hangen aan een stroomdraad die er los over de dijkweg lag.

En het Duitse gezag nam daarop al improviserend wraak. Mannen uit het buurtje werden op een rij gezet om te worden doodgeschoten, en een omstander die protesteerde tegen deze gang van zaken, werd domweg naast de anderen gezet. Vervolgens werden er enkele huizen, van de gefussileerden, in brand gestoken.

Maar doordat deze represaillemaatregelen niet volgens de regels waren verlopen, werden ze een oorlogsmisdaad. En de verantwoordelijke officier is daar uiteindelijk voor vervolgd ook.

Het punt van dit boek is vervolgens dat van zo’n vervolging wegens oorlogsmisdaden wel sporen terug te vinden zijn in de archieven. Over de aanleiding tot de hele zaak is bijna alles duister — hoe kwam die stroomdraad daar los te liggen? En wat deed die Duitse soldaat daar in het donker op de dijk? — dus moest Jan Brokken nogal wat gissen; daarbij mede voortbordurend op de oral history die anderen lokaal al voor hem hadden opgetekend.

Dus werd dat schijnbaar afgebakende verhaal ook het grotere verhaal over een heel dorp in de oorlog. Wie er wat deed, en hoe de verhoudingen liepen.

Weegt bovendien mee dat Jan Brokken in zijn jeugd familieleden leerde kennen, van degenen die waren gefusilleerd; en daar dan toch verbazingwekkend normaal onder waren gebleven.

Brokken is schrijver genoeg om daar dan een helder boek over te kunnen maken — zij het dat ik De vergelding in het middendeel te lang vond.

Maar bovenal liet het boek me nadenken over het gegeven dat er honderden, zo niet duizenden verhalen zijn te schrijven, over wat er in ’40-’45 lokaal heeft plaatsgehad; en daar hoogstens de decennia daarop nog indruk zal hebben gemaakt. Wat dan weer de vraag oproept waarom mensen per se verhaaltjes willen gaan verzinnen die zich afspelen in de oorlogsperiode.

Hoe vaak kom ik op mijn fietstochtjes niet verwijzingen tegen naar verzetsmonumenten?

Jan Brokken, De vergelding
Een dorp in tijden van oorlog

383 pagina’s
Atlas Contact, 2013

[x]opgenomen in het dossier: