Undercover Economist ~ Tim Harford

► door: A.IJ. van den Berg

Trust Me, I Am an Economist, zo heette éen van de weinige TV-uitzendingen waar ik in 2006 met enig plezier naar keek. Dat wekelijkse BBC-programma werd gepresenteerd door Tim Harford. Die daarvoor ook al columns schreef, en een bestseller had uitgebracht.

Dat was dit boek.

Maar TV-uitzendingen die me intrigeren, blijven lang in mijn geheugen hangen. Om te voorkomen dat half herinnerd beeld voor de tekst zou gaan staan, heb ik enige jaren gewacht met het lezen van The Undercover Economist. Dat kan ook best. De meeste informatie erin is tijdloos. Al schrijft Harford in 2006 wel:

We are probably not on the verge of another depression. [152]

En Tim Harford brengt dan misschien gepopulariseerde economische theorie. Maar dit betekent tegelijk dat hij geen onderwerpen aansnijdt of methoden gebruikt die economen normaal zo ergerniswekkend maken. In de kern is economie namelijk geen harde wetenschap. Wat iemand vindt, of van belang acht in een economisch model, wordt niet zelden gekleurd door diens persoonlijke voorkeuren, en vooroordelen. De versimpeling om ontwikkelingen begrijpelijk te maken, is niet zelden ook een ernstige vergroving.

Daarom is ook geen econoom het ooit eens met een ander.

Maar Harford kijkt in dit boek slechts naar bewezen regels. Naar wat wel altijd opgaat. En opvallend genoeg is dat meestal niet eens puur economische kennis, maar psychologie, geschiedenis, of een wiskundige vondst als de speltheorie.

Dit boek begint met de vraag waarom forenzen zonder nadenken een paar pond neertellen voor een bekertje koffie op een tochtig treinperron, terwijl die koffie thuis maar enkele centen kost.

Van daaruit wordt vervolgens de wereld verklaard.

Het meest heb ik opgestoken van Harford’s betoog over de veilingen van radiospectrum. Wat dan weer komt omdat ik in 2000 nog opiniestukken heb geschreven over de bubble die de Nederlandse overheid creëerde, door de UMTS-frequenties voor vele miljarden te veilen.

Harford leerde me dat er ook veilingen zijn geweest die niets opbrachten. Zoals in Nieuw-Zeeland begin jaren negentig, waar frequenties voor een paar dollar verpacht werden, omdat de verkoop verkeerd was georganiseerd.

Cruciaal aan de veilingen in het Verenigd Koninkrijk, en Duitsland, en in mindere mate Nederland, is het besef dat het de telecombedrijven betrekkelijk weinig uitmaakte hoe veel ze zouden moeten betalen, omdat er toch maar vijf vergunningen werden verstrekt voor snel draadloos internet. De keuze voor consumenten was daarmee beperkt genoeg. Dus betaalden de winnaars van de veilingen veel te veel, in de zekerheid dat hun klanten die investeringen uiteindelijk toch wel zouden compenseren.

Helemaal met Harford ben ik het niet eens, als hij stelt dat de telecombedrijven ook zonder die overdreven kosten voor het frequentiespectrum willekeurig welke tarieven hadden kunnen rekenen voor snel dataverkeer. Wij kunnen namelijk internationale vergelijkingen trekken, en zien hoe duur mobiel internet elders is. En de Europese Commissie kan zo nodig ingrijpen, zoals gedaan is om de belachelijke kosten voor internationaal dataverkeer te beperken. De ontwikkeling van deze markt, waarvan de doorbraak overigens pas in 2014 verwacht wordt, lijkt me wel degelijk beïnvloed door de woekertarieven die nog altijd voor mobiel dataverkeer worden gerekend.

En die krankzinnige veilingprijzen hadden zeker als gevolg dat de telecomaanbieders minder in nieuwe infrastructuur konden investeren, of die investeringen over een langere tijd moesten uitsmeren.

Geld is maar éen keer uit te geven. Je hoeft geen econoom te zijn om dat te weten.

Nu goed, banken konden inkomend geld liefst acht keer uitzetten. Maar daar kwam nu net ook alle ellende van.

Tim Harford, The Undercover Economist
278 pagina’s
Abacus 2007, oorspronkelijk 2006

[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

3 commentaren

mescaline  op 15 januari 2010 @ 00:45:58

Voor mij vallen die telecomveilingen in hetzelfde patroon als de huizenbubble vanaf 1997. Geldcreatie door de banken. De EU- en USA-banken samen dus.

De afstand tot het te duur betaalde kopje koffie is wel groot geworden.

Maar ik ben toch blij dat de gefrituurde uienringen van de menu’s af zijn. De consument is niet helemaal debiel.

mescaline  op 15 januari 2010 @ 00:47:40

:D Trust me I’m an Economist.

boeklog.info  op 15 januari 2010 @ 09:27:30

De afstand tot het te duur betaalde kopje koffie is wel groot geworden.

En toch gaat dit hele boek vrijwel steeds over vraag en aanbod.