Val ~ Albert Camus

► door: A.IJ. van den Berg

Er staan vele boeken van Albert Camus in mijn kasten. Misschien wel alle titels die in het Nederlands vertaald zijn. En er zijn Engelse uitgaven bij, en zelfs Franse livres de poche. Toch zijn niet al deze boeken gelezen. Door mij tenminste. Alleen plaagt me slechts dat ik De eerste man nooit las — de postume roman waarvan Camus het manuscript bij zich had toen hij omkwam.

null

De eerste man is een dik boek. En voor ik dat aanvat, probeer ik toch weer eerst de dunne boekjes uit van Camus. Omdat mijn herinnering daaraan niet altijd gunstig is.

Zo kon ik indertijd niets met De val. Zelfs al was de beschrijving van Amsterdam in dit boek toen wel aardig. Die mistige zompige stad, onder het zeewaterpeil gelegen. Met het stadscentrum dat er gemodelleerd is naar de ringen van de hel zoals die door Dante beschreven. Met de rosse buurt en zijn verdoolde zielen daar als diepste punt.

En bij herlezing bleek aan dat oeroordeel niets veranderd te zijn. Een enorm probleem aan De val is dat het boek in monologen verteld wordt door een man die ik een ontzettend vervelende kwal vind. Daardoor gun ik hem zijn daling in status en aanzien nogal.

De roman vertelt het verhaal van de uitgeweken jurist Jean-Baptiste Clamence. Deze was een gerespecteerd advocaat in Parijs, die uit het Paradijs viel. Enkel doordat hij op een avond weigerde te reageren op een vrouw die van een brug leek te willen springen, en toen hij voorbij was gelopen ook daadwerkelijk sprong. Clamence weigerde toen om zelfs maar om te kijken.

Daarop begint hij langzaam te beseffen enkel voor roem en status te hebben geleefd, en daarmee de macht over anderen. En dan vervalt de hoofdpersoon tot liederlijkheid.

Naar is verder simpelweg de opgelegde symboliek in dit boek. Zo woont Clamence in de Jodenbuurt in Amsterdam. Want daar was ook ruimte zo vlak na de Tweede Wereldoorlog, omdat de meeste voormalige inwoners waren weggevoerd. Alleen maakt dit wel dat hij op de plek woont van de grootste misdaad uit de geschiedenis.

En door zulke details is juist dit boek me te veel een exercitie om filosofische ideeën te verpakken als verhaal, met menselijke trekjes. Waarvan ik me nog kan voorstellen ook dat het boek aan zaken roert waar in de jaren vijftig maar moeilijk over gediscussieerd kon worden — want hoelang duurde het in Nederland niet voor er met enige afstand naar de Oorlog gekeken werd, en de al te simpele goed-fout tegenstellingen daarbij werden losgelaten?

Ik zoek alleen iets anders in mijn lezen. En waar ik de verteller in L’Étranger wel geloofde, en Camus duidelijk aan de goede kant bleef, was La chute me juist te gekunsteld.

Albert Camus, De val
119 pagina’s
De Bezig Bij, 1993, oorspronkelijk 1985
vertaling door Dolf Verspoor van La chute, 1956

[x]opgenomen in het dossier: