Vreemdeling ~ Albert Camus

► door: A.IJ. van den Berg

Adriaan Morriën’s vertaling van L’Étranger is al heel lang in mijn bezit. De uitgave ruikt inmiddels zelfs naar oud boek — andere geurtjes die het had kunnen absorberen uit mijn huishoudens zijn blijkbaar ongemerkt voorbij gegaan.

Ik kocht De vreemdeling nieuw in een tijd dat ik alleen boeken kocht die zich hadden bewezen aan mij. Meer budget was er niet. Maar dat ik een bibliotheek hoorde te hebben, met ‘echte’ boeken, was desalniettemin een gegeven.

Dus is vrijwel zeker dat ik deze klassieker minstens tweemaal eerder las. En voor een zo bekend boek, met een zo beperkt plot, viel bij herlezing tegen wat er van eerdere keren was blijven hangen.

Dat de moeder van de hoofdpersoon was gestorven, wist ik. Maar deze kennis telt niet, omdat de beginregel van L’Étranger in een heel bekende openingspassage staat; ook voor mensen die het boek nooit lazen.

Vandaag is moeder gestorven. Of misschien gisteren, ik weet het niet.

Verder had ik onthouden dat de hoofdpersoon ging zwemmen, dat het boek van een broeierige warmte doordesemd was, en dat het belangrijkste personage een Arabier doodt. Ik meende met een mes. Het bleek met een revolver te zijn; het mes was van de Arabier. Daarop volgde er straf.

Dus, hoewel L’Étranger een relatief kort boek is, waren hele passages totaal uit mijn herinnering verdwenen. Zo neemt de rechtszaak tegen de hoofdpersoon, Meursault, en diens gevangenisstraf vrijwel de hele tweede helft in van het boek in beslag. Daar stond me niets meer van bij. Hoogstens kan ik hopen dat het boek onbewust toch invloed heeft gehad.

Camus’ afstandelijke beschrijving van de hele rechtsgang kwam me in sfeer namelijk wel bekend voor. Hij beschrijft onder meer een verdachte die alles over zich heen laat komen, en een advocaat die heel ingenomen is met de retorische ronk in zijn betoog, daarvoor ook gefeliciteerd wordt, terwijl zijn verdediging nergens op slaat. Er is de vooringenomen aanklager. Er is de partijdige rechter, die ook al heel zeker weet hoe een mens zich hoort te gedragen.

Meursault rouwde niet zoals anderen om de dood van zijn moeder, van wie hij al jaren vervreemd was, en alleen dat al maakt hem tot onmens, en weegt zwaar mee in de rechtsgang.

Ik ben relatief kort rechtbankverslaggever geweest, maar toch lang genoeg om met regelmaat precies dezelfde vreemde mechanismen te hebben zien spelen in zaken. Om waar te nemen hoe iedereen aanwezig volgens starre bekende schema’s dacht. Wat vervolgens twijfel opriep over de juistheid van wat er voor mijn ogen plaatsvond.

Wat me voordien, toen, als jongen, precies in deze roman aantrok, lukt me niet meer om te achterhalen. De roman is in verhaal veel simpeler dan ik toen indrukwekkend vond. Misschien kocht ik het boek wel alleen omdat het volgens iedereen een klassieker was, en het daarom in mijn bezit hoorde te zijn.

Maar ondanks dat ik de inhoud grotendeels vergeten was, lukte het me niet meer de roman onbevangen te lezen. Daarvoor is er te veel kennis over Albert Camus bijgekomen, daartoe weet ik te veel over zijn nadruk telkens op hoe absurd het leven is. Zulke bagage maakt het vervolgens vrijwel onmogelijk nog vrij te manoeuvreren.

Dus bleef er afstand bij deze herlezing. Zag ik heel goed hoe Camus nauwelijks reliëf geeft aan Meursault, door hem niets te laten doen waar hij actief had kunnen handelen. Op wat reacties na dan, waaronder die ene fatale. De schrijver benadrukt ook vooral wat anderen over de hoofdpersoon denken, waardoor dus vooral aandacht uitgaat naar wat hij niet is.

Alleen de kracht van die aanpak al moet andere schrijvers hebben opgewonden toen dit boek pas verscheen.

Albert Camus, De vreemdeling
147 pagina’s
De Bezige Bij 1983, oorspronkelijk 1949
vertaling door Adriaan Morriën van L’Étranger, 1942

[x]opgenomen in het dossier: , ,