Visiting Mrs Nabokov ~ Martin Amis

► door: A.IJ. van den Berg

Van de boeken die na de dood van auteur worden uitgegeven, weet je in de regel zonder te lezen al dat het bijboeken zullen zijn. Al bestaan er op elke regel uitzonderingen. Mijn favoriete boek van Pessoa was bij zijn dood niet meer dan wat losse bladen papier in een kist.

Van de boeken die een schrijver bij leven uitbrengt, is het altijd maar afwachten welke rangorde die krijgen in het oeuvre. Bovendien duurt het altijd even voor dat dit duidelijk is. Zo valt mij op dat literaire prijzen opvallend vaak naar titels gaan waarvan de schrijver niet bekroond werd voor een eerder boek, dat eigenlijk beter was.

Maar dan nog, wie bepaalt er wat kwaliteit is?

In mijn strikt subjectieve oordeel over de schrijver Martin Amis staat zijn journalistieke werk hoger dan vrijwel al zijn romans — die hij tot zijn echte werk zal rekenen. Van die romans is slechts éen onvoorwaardelijk gelukt. Money. Aan de rest deugde altijd iets niet; en soms is dat dan het uitgangspunt al.

Alleen zijn er nog aanzienlijk betere journalisten dan Amis actief. Dus stond hij niet heel hoog op mijn lijstje van gauw-eens-te-herlezen. Money moet nog eens, en die autobiografie van Martin Amis. Ware het dus niet dan dat hij over de begrafenis van Bruce Chatwin heeft geschreven — een reportage die verzameld werd in de bundel Visiting Mrs Nabokov — en ik voor nu even nieuwsgierig ben naar Chatwin.

Overigens gaat dat stuk dan juist over de Fatwa, die net tegen Salman Rushdie is uitgesproken.

Geduldiger geesten dan ik zouden Amis’ journalistieke productie eens naast het essayistische werk van Joost Zwagerman moeten leggen. Al Zwagerman’s grote onderwerpen zijn namelijk ook door Martin Amis behandeld. En deze deed dat dan eerder.

Bovendien kon Joost Zwagerman zelden meer doen dan van afstand schrijven, over bijvoorbeeld John Updike. Terwijl Martin Amis met Updike sprak. Daarbij terloops onthullend dat John Updike hem al kende als klein jongetje.

Saul Bellow was voor Martin Amis niet iemand om enkel essays over te schrijven, maar in sommige opzichten zelfs een vaderfiguur.

En als hij een in memoriam schrijft over Philip Larkin dan heeft hij deze nurkse dichter in leven meegemaakt — want er was die vriendschap met Kingsley Amis — overigens zonder dat dit dan betekende dat Larkin zich door anderen liet kennen.

Opvallend aan Visiting Mrs Nabokov is de afwisseling tussen ‘hoge’ en ‘lage’ cultuur — ook al zo’n aspect dat Zwagerman als uniek voor zijn werk claimt. Zo staan er naast de vele literaire portretten ook stukken in de bundel waarin Martin Amis snookert, pokert, of dart.

Vrijwel alle teksten in het boek dateren uit het begin van de jaren tachtig. Toen Graham Greene nog leefde, mevrouw Nabokov, of V.S. Pritchett, en Amis bij hen op audiëntie kon. Toch lijken zulke teksten ouder dan die dertig jaar — misschien omdat Amis’ gesprekspartners inmiddels al een tijd dood zijn, en daarmee uit de actuele debatten verdwenen.

Amis zelf vond zijn journalistiek werk gauw vervelend, zo blijkt uit het voorwoord. De activiteit kwam met te veel dwang — teksten moesten ook echt interessant zijn voor de doelgroep. En dit dédain van een welgesteld auteur doet dan af aan zijn werk; en dat van zo veel andere journalisten.

Tegelijk kan hij een zin schrijven. En bewijst Visiting Mrs Nabokov voor mij vooral dat vormdwang bij sommige auteurs heel niet verkeerd is.

Martin Amis, Visiting Mrs Nabokov
and Other Excursions

274 pagina’s
Penguin Books 1994, oorspronkelijk 1993

[x]