Serpent’s Promise ~ Steve Jones

► door: A.IJ. van den Berg

Jones verbeterde de boeken van Darwin al eens, door ze op de stand der wetenschap te brengen van het moment van schrijven. En dat was alleen al nuttig, omdat Charles Darwin enkel een vermoeden had dat zoiets als genetica bestond. Terwijl Steve Jones een geneticus is.

Met de Bijbel van de christenen deed hij nu hetzelfde — en toch ook weer niet. Want de schaarse kennis van al die bronstijdvolkjes uit het Midden-Oosten staat nogal versnipperd door het Boek der boeken. The Serpent’s Promise gebruikt de Bijbel daarom vooral als kapstok voor zijn gebruikelijke verhaal; als het de auteur toevallig goed uitkomt voor zijn betoog.

Maar wat een briljant boek leverde dat tegelijk op.

Daarbij zij gemeld dat ik Steve Jones niet lees om de wetenschappelijke kennis die hij tracht over te brengen. De bioloog schrijft misschien wel steeds hetzelfde boek over leven.

Alleen is hij nogal geniaal in het telkens opnieuw vinden van een vorm om te vertellen over hoe dat leven in elkaar zit.

Mij gaat het dus altijd om de manier waarop Jones zijn informatie presenteert. Welke vreemde feitjes hij nu weer gevonden heeft om zijn betoog smeuïg te maken.

En goed, dan zit er ook enige Bijbelkritiek in The Serpent’s Promise — wat de auteur alleen al lukt door op de talloze feitelijke onjuistheden te wijzen in die oerteksten. Tegelijk is dat kritiek van het mildste soort. Kritiek die lezers aanmoedigt om zelf na te denken, in plaats van enkel op de overlevering te vertrouwen voor waarheid. Hooghartig schelden op onnozelheid, zoals een Richard Dawkins zou doen, is Steve Jones vreemd.

Wetenschap komt nu eenmaal voort uit dezelfde vragen die de mensen kwelden voor ze een methode vonden om daar antwoorden op te vinden die houdbaar bleven:

The Good Book is many other things: a set of laws, some serious and some trivial, a history both real and imagined, a collection of precepts and of poetry, and an extended speculation about the glorious future that awaits those that accept its message. It sits firmly in the genealogy of ideas. Science is its direct descendant and the factual, if not the spiritual questions asked long ago can be explored with the latest technology. This volume is an attempt to do just that […]

Maar de Bijbel schiet alleen al te kort als neutrale bron doordat het boek zo vrouwonvriendelijk is. Het eerste bijbelboek staat bijvoorbeeld vol met geslachtstabellen — waarbij alleen de mannelijke afstamming er toe doet. Zelfs bij de pleegvader van Jezus later wordt nog moeite gedaan om aan te tonen dat deze een onovertroffen lijn van voorvaders heeft.

Terwijl iedereen de helft van zijn genen van moeder erft. Behalve dan wie een aardappel is; bij zulke gekloonde groenten komt alles van moeder.

Tegenover de Bijbelse zekerheden, of die uit de kerkelijke doctrine, wat leven is, zet Jones kortom telkens biologische feiten.

Sex heeft een heel andere betekenis in beide werkelijkheden. En zo ook bestaan.

In de Bijbel komen nogal wat ziekten voor — terwijl het nooit over genezing gaat; of enkel wanneer deze door een wonder geschiedt. Waaraan wij dus weer het nog altijd zo hevig levende waanidee danken dat ziekte altijd een straf is voor zondaren.

De gristenfundamentalisten die weigeren hun kinderen te laten inenten tegen de mazelen — omdat enkel God wikt en beschikt over leven en dood — zijn merkwaardig genoeg niet tegen het gebruik van het riool, zo bedenk ik me nu. Terwijl de uitvinding van het toilet, en de rioolwaterpomp, meer voor de menselijke gezondheid heeft gedaan dan welke vinding ook. Sommige menselijke ingrepen om gezond te blijven, worden dus wel gebruikt door de gristenfundi’s. Andere worden hooghartig afgewezen. Als daar geen enorme domheid uit spreekt, dan toch op zijn minst flagrante hypocrisie.

Interessantste hoofdstuk wat mij betreft in The Serpent’s Promise is ‘The Leper’s Bell’ — omdat daar de meeste nieuwe feiten in stonden; zoals dat we over veel betrekkelijk weinig weten.

Zo stelt Steve Jones dat een mens alleen helemaal mens is op het moment van geboorte. Vanaf dat moment nemen bacterieën en andere organismen bezit van hem of haar — bijvoorbeeld via de moedermelk — en wordt iemands leven een leven in symbiose.

Bij de meeste van ons leeft als kind bijvoorbeeld een bacterie in de maag, die onder bepaalde omstandigheden later een maagzweer kan ontwikkelen. Dat gegeven is nog niet eens zo heel lang geleden pas ontdekt. Alleen krijgen de meeste inwoners van ontwikkelde landen al jong zo veel antibiotica binnen dat die maagbacterie bij hen niet meer voorkomt. Dat lijkt prachtig; want gevaar geweken. Behalve voor wie weet dat deze bacterie ook invloed heeft op hoe iemand voedsel verwerkt.

De mensen zonder deze maagbacterie worden namelijk vetter. Dieren die voor hun vlees gefokt worden, groeien om deze reden sneller en groter. Vandaar weer dat zo veel boeren hier te veel antibiotica gebruiken; welke overconsumptie dan weer leidt tot bacteriën die tegen alles resistent zijn.

En zo biedt The Serpent’s Promise veel, over de meest uiteenlopende gebieden; naast dat uitgebreide onderzoek naar wat leven inhoudt. Over wie anderen zijn, gaat het, en de oorzaken van conflict. Of over de geschiedenis, en wat er bijvoorbeeld waar kan zijn van de uittocht uit Egypte.

En over genotsmiddelen gaat ook een heel hoofdstuk nog.

Daardoor ben ik Steve Jones wel een beetje gaan haten overigens. Er staat éen enkel heel geniepig zinnetje in dit boek. Telkens als ik fiets, en mijzelf bijvoeder met een Luikse wafel of een andere calorierijke hap, is er meteen de herinnering aan Jones’ woorden:

Junk food is a synthetic version of mother’s milk, filled with sugar, fat, and osmazome. That may be why it is so addictive. [330]

Steve Jones, The Serpent’s Promise
The Bible Retold as Science

437 pagina’s
Little, Brown, 2013

[x]