Appels en peren ~ Maarten Asscher

► door: A.IJ. van den Berg

De vergelijking is een beladen stijlmiddel, zo schreef Maarten Asscher. Maar mits met zorg gehanteerd: ‘een ijzersterk inhoudelijk denkgereedschap, een instrument tot analyse, debat en beter begrip.’

Vervolgens bevat de bundel Appels en peren teksten waarin weleens schijnbaar onvergelijkbare grootheden vergeleken worden. Waarmee de auteur ook fraai het onmogelijke probleem heeft opgelost dat verzamelingen van essays zo zelden éen gemeenschappelijke eigenschap hebben — op het karakter na dan van de maker.

Punt is wel dat Asscher mij met het strijdbare titelstuk ‘Appels en peren’ meteen al dwong om een positie in te nemen. Terwijl ik niet per se voor of tegen de vergelijking ben als stijlmiddel.

Wetenschapsfilosofisch geldt alleen, sinds Popper, dat het niets zegt als je éen bewijs vindt dat je gelijk aantoont — al is de metafoor of vergelijking nog zo fraai. Zelfs al vind je er tien, of honderdduizend. Je theorie deugt namelijk pas als het niet gelukt is om iets te vinden dat je stelling ondermijnt.

Waarbij er aantoonbaar wel gezocht moet zijn.

Boeklog bevat ook verschillende kritische tekstjes over uitgaven waarvan de auteurs de vergelijking stelselmatig net niet helemaal goed hebben ingezet.

Recent las ik bijvoorbeeld Jaap Cohen’s What’s New?, waarvoor de auteur in de krant een actueel nieuwsfeit had vergeleken met een historische gebeurtenis. Daarbij viel vooral op dat wat dagbladen zien als een brandende actualiteit jaren later soms nogal onnozel overkomt. Dus bij deze vergelijking tussen verse appels en oude peren bleek dat de jongste helft van het fruit ondertussen vaak al was weggerot.

Ietwat pretentieuzer nog was een verzameling columns, uit dezelfde krant, waarbij de auteur telkens een exquise bonbon uit de filosofische snoeptrommel had gezocht bij een actueel feit uit het nieuws. Waarbij me opviel dat de auteur met regelmaat hele batterijen aan kanonnen in stelling bracht om op éen enkele mug te gaan schieten.

Geëngageerde krantencolumnisten hebben dan ook de wekelijkse kanselpreek overgenomen van vroeger de dominee.

De kernwoorden uit Maarten Asscher’s definitie van een nuttige vergelijking lijken me daarmee ‘met zorg’. Waaraan ik dan toe zou willen voegen: over het heden hebben we hoogstens wat oppervlakkige kennis, en over het verleden allereerst toch verhaaltjes; waarmee nogal vaak een logica op ontwikkelingen geprojecteerd wordt die er waarschijnlijk helemaal nooit was.

En toen zaten de niet heel gewaagde vergelijkingen in Appels en peren me niet in de weg.

Asscher verzamelde in deze bundel al eens eerder gepubliceerde stukken over vooral literatuur, met nog een enkel uitstapje naar randverschijnselen rond de beeldende kunst, wat terloopse autobiografie, en zelfs éen essay over rechtvaardigheid.

Dat essay, over het morele kompas van R.P. Cleveringa, zette mij nog het meest tot denken aan. Cleveringa is nu vooral nog bekend om een openbaar college uit november 1940, waarin hij fel protesteerde tegen het ontslag van de Joodse hoogleraren aan de universiteiten. Maar ook na de oorlog heeft hij nog eens op onmiskenbare wijze geprotesteerd, wat alleen bijna niemand weet. Cleveringa moest toen studenten beoordelen die tijdens de bezetting de loyaliteitsverklaring hadden ondertekend; en daardoor van de Nederlandse regering naderhand niet meer verder mochten studeren.

Jan Pen heeft het werk van zo’n zuiveringscommissie beschreven in zijn memoires — hij had ook zo’n verklaring getekend; mede om de onderduikers bij hem in huis niet in gevaar te brengen.

Tegelijk benoemde de toenmalige regering wel iemand in de Hoge Raad die daar eerder onder het Duitse bewind ook al in was benoemd, en dat ging Cleveringa te ver. Dus hield hij op met zijn werk om studenten te zuiveren.

Mij trof deze tekst, omdat ik net probeerde te beschrijven waar het mij in boeken om gaat. Waarbij mijn conclusie werd dat ik het benul van auteurs nogal meeweeg.

Niet alleen weeg ik schrijvers zo, datzelfde geldt overigens voor bijvoorbeeld nieuwsmedia en voor politici.

Alleen, waar baseer ik dat oordeel dan weer op?

En een essay over zoiets principieels is dan net even wat interessanter dan wat faits divers over verschillende schrijvers of boeken; hoe prettig opgeschreven ook.

Ik heb me met deze essaybundel overigens niet verveeld. En dat is geen aanbeveling die ooit de blurb van een boekenkaft zal halen, maar die hier toevallig telt als compliment.

Maarten Asscher, Appels en peren
Lof van der vergelijking

224 pagina’s
Augustus, 2013

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

2 commentaren

Pim Derks  op 20 november 2014 @ 21:27:54

Kleine opmerking: het naoorlogs protest van Cleveringa was niet gericht tegen een benoeming bij de Raad van State, maar bij de Hoge Raad.

boeklog.info  op 20 november 2014 @ 23:24:18

Cleveringa zelve ging naar de Raad van State. Mijn fout. U hebt gelijk. En namen en rugnummers moeten altijd dubbel gecheckt worden; al blijft dat er weleens bij inderhaast.