Zo las hij, zo leefde hij ~ Michaël Zeeman

► door: A.IJ. van den Berg

Doden zijn voor altijd dood. Maar vreemd genoeg menen kranten dat een dode enkel herdacht kan worden als het lijk nog warm is; en de kist nog boven de grond staat. Daarom zijn de necrologieën in de nieuwsmedia gauw eens haastwerk; want te zeer geschreven tegen een deadline, ironisch genoeg. Helemaal als de dode onverwacht is heengegaan.

Over bekende Nederlanders op leeftijd ligt er doorgaans al ergens een aanzetje klaar.

Komt daar bij dat er in Nederland nauwelijks een traditie bestaat om een dode te herdenken in een levendig portret — anders dan in de Britse en Amerikaanse media. Dus is het doorgaans armoede met wat er aan herdenkingsstukken verschijnt in de dagbladen.

Toch was er zeker éen iemand die wel met regelmaat geslaagde necrologieën wist te schrijven binnen al die merkwaardige beperkingen van het krantenvak. Michaël Zeeman [1958 — 2009] kon dit, zo meent Maarten Asscher. En dat was niet eens alleen om diens eruditie. Zeeman bezat ook de gave om te bewonderen. En een goed levensportret is nu eenmaal het prettigst gekruid als er die persoonlijke waardering bestaat.

De bundel Zo las hij, zo leefde hij bevat 34 necrologieën, die Zeeman in een kleine vijftien jaar tijd in de krant publiceerde. Deze teksten hebben behalve de aanleiding ook gemeen dat ze niet echt pasten in het overzichtswerk van Zeeman’s essayistiek — daarom kwam er een aparte uitgave.

Bij het lezen was de voornaamste vraag voor mij vooral: vertelt Zeeman me in zijn necrologieën nog iets wat ik niet wist? Want veel van de herdachte doden zijn beroemde schrijvers. En over bijvoorbeeld Canetti, Brodsky, Bellow, Jünger, Willemsen,of Milosz had ook ik zo al eens mijn gedachten gevormd.

Daarom misschien viel op dat ik de stukken met de meest persoonlijke kleuring de beste vond. Zoals in wat Zeeman schreef over leeftijdsgenoot Martin Bril, die nog college filosofie bij hem had gelopen in Groningen,

Beiden [Modiano en Simenon] bleven verre van kritiek, of dat nu kritiek op de werkelijkheid is of op de literatuur. Daarin volgde Martin Bril hen, in het besef dat schrijven over het gewone vereist daar ook dichtbij te blijven — en kritiek schept afstand. Zijn helden waren losers die het niet laten afweten, maar geen fut hebben daar veel bespiegelingen aan te wijden.

Ook dat praktiseerde Bril. Hij schreef uitbundig over de ziekte die hem sloopte, maar weigerde nurks over de uitkomst daarvan, de dood, te berichten. […]

En dan geloof ik Zeeman weliswaar niet — volgens mij schreef Martin Bril nu juist ook opvallend ontwijkend over zijn ziekte — alleen doet zo’n constatering er vervolgens nauwelijks toe. Want de auteur heeft me even gedwongen om op een andere manier naar een oeuvre te kijken; en juist dat heeft dan nut.

Toch zijn te veel van de opgenomen teksten weinig meer dan nette journalistiek, die voor de gelegenheid nog even in een mooi pak is gehesen; en daarmee niet echt op zijn plaats lijkt.

Michaël Zeeman, Zo las hij, zo leefde hij
Verzamelde necrologieën
Bijeengebracht en ingeleid door Maarten Asscher
127 pagina’s
De Bezige Bij, 2012

[x]