Been in de IJssel ~ Joris van Casteren

► door: A.IJ. van den Berg

Of het een typisch journalistenkwaaltje is, weet ik eigenlijk niet. Maar in dat vak kun je op kleine raadsels stuiten waar dan nooit een sluitend antwoord op volgt. Minuscule vragen die toch onthouden worden, omdat ze zich om éen of andere reden wel met weerhaakjes in je geheugen vastzetten. Waardoor ze later nog ineens weer kunnen opduiken ook.

Zo zijn er een paar rechtszaken die ik meemaakte als verslaggever en nooit vergeten zal, omdat ze zo onbegrijpelijk waren.

Want, waarom ging die ene vrouw bijvoorbeeld nu net in het zicht van een politiecontrole achter het stuur van een auto zitten, in plaats van de man die tot dan toe had gereden? Terwijl zij niet eens een rijbewijs had? Waarom pleegde ze daar vervolgens in de rechtszaal ook nog meineed over?

Joris van Casteren zag in 2005 in een TV-uitzending — Opsporing Gezocht wellicht — dat er een los linkerbeen gevonden was in de rivier de IJssel, ter hoogte van het dorp Wijhe. Een misdrijf kon niet worden uitgesloten. Geïntrigeerd belde hij later met de plaatselijke politie, om dan te horen dat die geen enkele tip ontvangen had over het been.

Desalniettemin schreef Van Casteren een stukje in het weekblad waar hij toen voor werkte over het raadsel. Om dat vervolgens niet helemaal te vergeten.

Pas in april 2011 leest hij in de krant dat inmiddels bekend is aan wie het been vermoedelijk heeft toebehoord. Een Duitser, die voor het laatst in Düsseldorf gezien was. Driehonderd kilometer verderop. Stroomopwaarts.

In de krant staat ook dat DNA-onderzoek een match heeft opgeleverde, terwijl Van Casteren nu net zelf in zijn stuk had beweerd dat het been te lang in het water had gelegen om nog bruikbare DNA te kunnen opleveren.

En dat zal voor de schrijver mede reden zijn geweest om te onderzoeken hoe zijn raadsel zes jaar later toch nog een antwoord opleverde.

Het been in de IJssel biedt daarmee enerzijds een reconstructie van hoe de instanties in Nederland omgingen met die rare vondst van dat losse been. Waaruit dan blijkt dat de gedrevenheid van een enkeling uiteindelijk nogal wat verschil kan maken. Later.

Anderzijds had Joris van Casteren dus nu ook een naam, en daarmee een leven, en probeert hij in het boek te reconstrueren wie de man was aan wie dat onderbeen met die knie ooit toebehoorde.

Ging de schrijver zelf, tenslotte, ook nog te voet van de IJssel bij Wijhe naar de plek in Düsseldorf waar de man vermoedelijk van een Rijnbrug in het water was gestapt, om later door een scheepsschroef vermalen te zijn — al geloofde een ex-vriendin van hem in 2011 dat deze nog altijd in leven was.

En wat dit boek dan zo rijk maakt, is dat het laat zien hoeveel mensen even met een raadsel zaten. Voor sommigen was dat een los been dat zomaar opdook, bij anderen verdween er ineens een heel mens uit hun leven. En dat allen met onbeantwoorde vragen bleven zitten. Tot er een schrijver langs kwam, die zo goed en kwaad hij kon alle losse eindjes tot een geheel probeerde te vlechten.

Van Casteren profiteerde daarbij vanzelfsprekend ook van het vele werk — beyond the call of duty — dat anderen al hadden verricht. Dan nog kreeg zijn queeste vorm doordat er een boek over te schrijven was — want mede omdat boeken aan zekere eisen hebben te voldoen, kwam er antwoord op een vraag in de vorm van een reeks verhalen.

Joris van Casteren, Het been in de IJssel
281 pagina’s
Prometheus 2014, oorspronkelijk 2013

[x]