Man die 2½ jaar dood lag ~ Joris van Casteren

► door: A.IJ. van den Berg

Scherven zijn het, die Joris van Casteren de lezer aanbiedt in deze bundel. Reportages over gewone mensen, die toch ook gebruikt hadden kunnen worden als illustratie van grotere problematiek. Alleen blijft dat grotere verhaal nu net uit dit boek weg. Het is daarmee een mozaïek waarin delen ontbreken.

In het titelverhaal van De man die 2½ jaar dood lag bijvoorbeeld gaat het daarom vooral om deze man. Van Casteren moet nogal wat moeite gedaan hebben om diens leven te kunnen reconstrueren. Gegeven dat deze van heel zijn familie vervreemd was geraakt, en de buren in zijn portiek hem nauwelijks hebben kunnen leren kennen. De deur deed hij bij leven niet open.

En zijdelings komt dan weliswaar ook aan de orde dat het niet eens een record meer is, om tweeënhalf jaar lang ergens ongemerkt dood te liggen. Omdat alle grote steden in Nederland met vergelijkbare leed kampen — al speelt het probleem ook op het platteland. Alleen blijft het in deze bundel dus bij dat terloopse signalement. Nagaan wat de mogelijke oorzaken kunnen zijn, gebeurt namelijk niet.

Tegelijk verschenen alle reportages eerder in de opiniebladen De Groene Amsterdammer en Vrij Nederland. Dus helemaal onschuldig zijn ze daarmee ook weer niet. Zo’n context kan de verhalen wel degelijk tot politieke statements maken.

Joris van Casteren toonde zich een goede leerling van Gerard van Westerloo met deze bundel. Die was dan ook even zijn hoofdredacteur. Dus is de kwaliteit van het gebodene gemiddeld hoog, terwijl het tegelijkertijd bedrieglijk simpel lijkt wat er allemaal plaatsvindt op papier.

De verslaggever was ergens en keek. En zijn medium gaf hem vervolgens de ruimte om uit te schrijven wat er was waargenomen.

Mijn idee is nog altijd dat heel wat journalisten dit minstens zo goed kunnen als Van Casteren of wijlen Van Westerloo. Wat daarmee ook direct de vraag oproept waarom dit dan zo weinig gebeurt. Waarom zo weinigen de tijd nemen om een verhaal te schrijven van een paar duizend woorden of meer. Waarom ik het eigenlijk altijd in andere talen moet zoeken om vergelijkbare reportages te kunnen lezen.

Zelfs al is dat verhaal dan slechts misschien een illustratie bij grotere problematiek.

Aan journalistiek die te zeer leeft bij abstracties, en slaafs de holle woorden blijft doorbrieven van politici alleen, heb ik zo weinig. En niet enkel ik.

Bevat De man die 2½ jaar dood lag overigens ook stukken die gewoon tijdloos humoristisch zijn. Waarin de auteur alvast toont dat het soms al volstaat om enkel de mensen te laten praten, om ze daarmee toch in al hun naaktheid te tonen. Later werd hij zelfs nog beter in deze haast sarcastisch lijkende manier van commentaar, die tegelijk niet sarcastisch is noch commentaar.

Dat verhaal van de motorclub, die uit toeren ging in Brabant bijvoorbeeld, biedt zo’n beeld.

Joris van Casteren, De man die 2½ jaar dood lag
Berichten uit het nieuwe Nederland

260 pagina’s
Prometheus, 2003

[x]