Het is nooit leuk als je tegen een boom rijdt ~ Marcel van Roosmalen

► door: A.IJ. van den Berg

Talent had hij zeker, alleen was hij inmiddels afgezakt naar de marge van de journalistiek. Misschien zelfs wel naar de marge van de marge. Dat zei een toenmalige hoofdredacteur van het weekblad HP/De Tijd tegen Marcel van Roosmalen bij het zoveelste verplichte functioneringsgesprek. Waarop Van Roosmalen zich af begon te vragen of dit oordeel nu werkelijk zo erg was.

Hij was journalist bij een opinieweekblad. Alleen vond hij het zelf niet zo nodig om overal een mening over te hebben. Sterker nog, de opinies die zijn werkgever gretig afdrukte, en waar tijdens de redactievergaderingen enthousiast over gepraat werd, boeiden hem niet eens per se. Dat spraakmakende stuk over de islam waar iedereen het weken over had? Van Roosmalen vond dat zo slecht geschreven dat hij het niet had uitgelezen.

Dus nam hij ontslag, en werd hij freelancer. Met alle ruimte ineens om de verhalen te schrijven die hem interesseerden. En toch vooral: met de vrijheid om nooit meer te hoeven vergaderen. De bundel Het is nooit leuk als je een tegen een boom rijdt biedt het beste reportages die dat rondkijken hem vervolgens heeft opgeleverd. Deze teksten zijn daarbij alfabetisch op titel gerangschikt, en dus niet chronologisch geordend; zoals meestal gebeurt.

Marcel van Roosmalen biedt in zijn reportages altijd aanzienlijk meer aan context dan zijn collega’s doen; dat is het voornaamste wat me inmiddels opvalt aan diens werkwijze. Zonder dat ik hiermee nu meen het geheim te hebben ontrafeld van wat zijn werk zo vreselijk leesbaar maakt voor mij.

Maar journalistiek is in zijn aard niet anders dan bijvoorbeeld beeldende kunst. De makers staan daarin voor de taak om de werkelijkheid te reduceren tot iets met een beperktere dimensie.

En Van Roosmalen past een net wat ander filter toe in dit reductieproces dan vrijwel al zijn collega’s in de schrijvende media.

Door hem valt dus ineens op dat de journalistiek normaal blijkbaar altijd dezelfde vertelmethoden inzet — dat iedereen alles altijd op een vergelijkbare manier overbrengt, en dat daar toch behoorlijk wat beperkingen aan blijken te kleven.

Gebruikelijk is bijvoorbeeld in journalistieke teksten om iemand zo snel als kan aan het woord te laten. Hoogstens kan er daarbij nog net een introducerend zinnetje vanaf om uit te leggen waarom deze man of vrouw iets te melden hebben zou.

Enkel Marcel van Roosmalen voegt in dit proces allerlei schijnbaar nutteloze informatie toe, die opvallend genoeg nogal verduidelijken kan waarom zijn gesprekspartner tot een uitspraak kwam. Of hij zich dan bevindt in het gevolg dat koningin Beatrix achterna reist op een dag vol plichtplegingen, of dat hij nu in Qatar is bij de gezinnen van de voetbaltweeling Ronald en Frank de Boer.

Dat werkt bevreemdend, en heel humoristisch; zonder dat met een paar citaten nu hier even snel is aan te geven waarom.

Omdat er al zoveel aan context in Van Roosmalen’s reportages zit, verouderen ze waarschijnlijk ook niet snel. Bundeling kon in elk geval prima. Zelfs al is Yolanthe allang niet meer met hem van Smit uit Volendam — dat dorp blijft nog wel even hetzelfde. En dat artiesten, terend op oude roem, telkens opnieuw zullen proberen iets te verkopen, verandert ook al nooit.

Willem-Alexander is vanzelfsprekend Beatrix niet. Bovendien kan hij de bezoekjes aan de minst capabele medemens waarschijnlijk met een gerust hart uitbesteden aan zijn vrouw. En toch weet je als lezer: het gedoe om zo’n koninklijke visite heen blijft hetzelfde. Alleen negeren anderen dit altijd.

Elders werd al eens vastgelegd hoe ik als beginnend journalistje bij een voor de pers geschapen moment kwam: toen een aantal Commissarissen der Koningin zich breed maakten om dan zelf maar een stuk Zuiderzeelijn aan te leggen.

Mij interesseerde aan die gebeurtenis het meest dat werklui van de NS direct alweer afbraken wat die hoogwaardigheidsbekleders net aan spoor hadden aangelegd. En ook dat niemand dit zag, omdat iedereen in een feesttent verderop aan de hapjes en de drankjes zat.

Van Roosmalen ziet zulke vreemde mechanismen ook, en anders dan vrijwel al zijn collega’s, hij schrijft daar dan over. Wat mij onnoemlijk dankbaar stemt.

Marcel van Roosmalen, Het is nooit leuk als je tegen een boom rijdt
Kleine verhalen uit een groot land

367 pagina’s
Meulenhoff 2015, oorspronkelijk 2011

[x]