Crossfire ~ Dick Francis

► door: A.IJ. van den Berg

Driftig gelezen tijdens de eerste jaren van boeklog, en daarna opvallend genegeerd. Ik ben een liefhebber van de boeken van Dick Francis [1920 — 2010]. Alleen las ik die allemaal al eens. En nieuwe komen er niet meer bij. De man is dood. Al wat er deze eeuw onder zijn naam aan titels verscheen werd geschreven door zijn jongste zoon Felix. Die kan het lang zo goed als zijn vader niet. Ondanks de brave pogingen om gewoon verder te borduren op de sjablonen die er lagen.

Helaas blijkt dan alleen zelfs een waterige imitatie van een echte Dick Francis, zoals Crossfire uit 2010, me nog altijd beter te liggen dan al wat dat enorme leger aan andere thrillerauteurs presteert.

Thrillers zijn dan ook vreemde boeken. Omdat ze allemaal op éen punt volkomen voorspelbaar zijn. Want vanzelfsprekend hebben deze boeken een held, of heldin, en natuurlijk zegeviert deze aan het einde. Alleen zijn er tot dat moment problemen te overwinnen geweest. En blijkbaar gaat het mij erom hoe zo’n schrijver die moeilijkheden in het verhaal introduceert.

De reis is interessanter dan de bestemming — al hoort er ook opluchting te zijn dat de bestemming uiteindelijk nog bereikt kon worden. En bij opvallend weinig thrillerauteurs kan me die tocht naar het eind boeien. Francis blonk voor mij altijd vooral uit in de tempi, zijn manieren om het verhaal te versnellen of te vertragen. Zijn collega’s zijn me al gauw veel te langdradig.

Boeken van Dick Francis hebben altijd dezelfde man als hoofdpersoon, al krijgt hij iedere keer een andere naam, en heeft hij al evenmin altijd dezelfde handicap. In Crossfire heeft de hoofdpersoon aan het begin zoal twee problemen. Hij is een militair die in Afghanistan door een bermbom zijn rechtervoet verloor. En eenmaal uit het ziekenhuis na de revalidatie wordt hij gedwongen tot een half jaar buitengewoon verlof, zonder dat hij een plek heeft om naartoe te gaan.

Dus vertrekt hij uit arren moede naar zijn moeder en stiefvader, met wie de band nooit bijzonder goed is geweest.

Vrijwel elk boek van Dick Francis speelt zich in de paardenwereld af. Dus is die moeder niet toevallig een succesvolle trainer van renpaarden. Alleen zit ze behoorlijk in de problemen. Duurt het nog een behoorlijke tijd voor duidelijk is dat ze wordt gechanteerd. Wat haar tweeduizend pond per week kost. En ook waarom ze niet naar de politie stapt.

Ander sjabloon van de Dick Francis-thrillers is dat de hoofdpersoon zich in een wereld beweegt, of bewogen heeft, waar ook nog leuk over te vertellen valt. Dus speelt de militaire achtergrond van de held mee in het verhaal; al kan overigens werkelijk iedereen de wijsheden van Sun Tzu over de krijgskunst aanroepen in een verhaal.

Vanzelfsprekend wil de militair de snoodaards bestrijden die het leven van zijn moeder zo onmogelijk maken. En dus slaan zij terug, op een onverwacht moment in het boek.

Crossfire had alles overziend wel wat problemen. Het boek komt traag op gang, anders dan normaal is in een Dick Francis. De dialogen zijn aan de lange en dus trage kant. En de cast aan personages is niet vreselijk groot; wat iets claustrofobisch geeft aan de roman. Ook was weer heel opvallend dat de rijkste personen in het boek niet delegeren kunnen, en alles zelf op willen knappen.

En toch las ik weer eens een boek in éen zitting uit. Dat kleine katertje na die roes zij dan maar zo.

Dick Francis, Crossfire
352 pagina’s
Penguin Books, 2011

[x]opgenomen in het dossier: