Meaning of Recognition ~ Clive James

► door: A.IJ. van den Berg

Clive James is een zeldzaam wonder van een schrijver. Humoristisch is hij, en toch erudiet. Diep kritisch als dat moet, terwijl hij daarbij toch altijd een lichte toon weet te houden. Bij hem lijkt het bijna niet uit te maken waarover hij schrijft; de lezer weet vakwerk geleverd te krijgen.

Geen wonder dat ik TV-recensies van hem lezen kan, die hij in de jaren zeventig schreef; over programma’s die ik niet gezien heb, en ook nooit te zien zal krijgen.

Hem lezen, houdt tegelijkertijd in een les te krijgen in wat goed schrijven is. En toch zal imiteren nooit lukken. Daarvoor heeft alles wat hij doet een te onvervreemdbaar eigen toon.

Maar toch las ik niet alles in deze bundel essays met evenveel plezier. Dat had twee redenen. De eerste zal aan mij liggen, maar ik vond een aantal stukken veel te lang. Daarin ontbrak dan een logische opbouw.

Ook wijdt James mij iets te veel stukken aan literaire ontwikkelingen in zijn geboorteland Australië. Dat ik daar niets vanaf weet, had niet uit horen te maken. Immers, wat mooier om in een onderwerp ingeleid te worden dan door iemand die bezield kan vertellen waarover hij verstand heeft.

Toch ontbrak er steeds iets.

Deze bezwaren maken dat ik iets minder enthousiast ben over deze verzameling essays, dan James’ vorige, Even As We Speak. Er staan prachtige stukken in dit boek; zijn besprekingen van TV-series als ‘West Wing’ en ‘The Sopranos’ zijn meesterlijk. Omdat die me helpen bij het kijken. Maar mijn vrolijkheid over dat soort stukken redde mijn eindoordeel niet.

Clive James, The Meaning of Recognition
New Essays 2001 – 2005

367 pagina’s
Picador © 2006, oorspronkelijk 2005

[x]