May Week Was in June ~ Clive James
Nogal wat boeken moeten op de juiste leeftijd gelezen worden om indruk te maken. En in het verlengde daarvan geldt ook dat het heel mogelijk is om een boek op een absoluut verkeerd moment in je te leven te lezen.

En dit kleurt dan het oordeel.
Zo’n boek bleek voor mij May Week Was in June te zijn — het derde deel uit de Unreliable Memoirs van Clive James.
Zat ik zelf nog op de universiteit toen ik het las? Gebeurde dit net daarna? In elk geval was het toen een foute keuze om de memoires te lezen van een man van vijftig, die met afgrijzen terugkeek op de student die hij ooit was.
Het vergt waarschijnlijk ook enige levenservaring om te zien waarin studenten en hun poses aandoenlijk zijn.
Clive James vond zichzelf een verschrikkelijk iemand, in retrospect. Een opschepper vooral. En voor het boek betekent dit dat hij alle moeite doet om de jonge man die hij was zo belachelijk als kan neer te zetten. Vanzelfsprekend levert dit komische beschrijvingen op. Maar ik ontwaarde toch ook geen enkel mededogen bij James met zijn jongere zelf.
James was een tweede-kans-student. Hij had al een graad behaald in Australië, emigreerde naar Londen, en liep daarna vast. Beide episoden staan beschreven in Unreliable Memoirs en Falling Towards England.
Een vervolgstudie oppakken in Cambridge was daarmee allereerst een vlucht uit het echte leven naar een prettig beschermde omgeving. Waarbij bovendien ineens meewoog dat Clive James al vierentwintig was, en zijn medestudenten amper achttien, negentien. Droeg hij bovendien een forse baard.
Vijf jaar leeftijdsverschil kunnen dan nog een groot verschil maken. Dus maakte hij onbehoorlijk veel indruk. En daarom werden zijn bijdragen aan de studentenbladen gretig geaccepteerd — als hij zo’n blad al niet in zijn eentje volschreef.
Werd hij uiteindelijk ook nog president van de Footlights Dramatic Club.
En tussendoor moest er vanzelfsprekend gestudeerd worden. Al kwam het daar zelden van. Dat hij wonderbaarlijk genoeg nog een promotieplaats verwierf ook, diende alweer om het echte leven nog even uit te stellen.
Maar ach, sommigen verlaten de universiteit in hun leven zelfs nooit.
Het boek eindigt als Clive James met zijn Françoise is getrouwd, en de eerste blijvende contacten zijn gelegd voor een carrière in de freelance journalistiek. En tot dan is eigenlijk niets over hemzelf duidelijk geworden — behalve dan dat met Françoise de blijvende liefde voor Italië en het Italiaans in zijn leven kwam.
Wonderbaarlijk daarom onder meer hoe een deeltje autobiografie dat slechts enkele jaren beschrijft, en daarin heel weinig feitelijke informatie brengt — een heel hoofdstuk kan rustig over een skivakantie gaan — toch zo amusant was.
En hoe anders las ik dit boek nu als de eerste keer.
Hans Valk op 16 mei 2013 @ 13:30:21
Wat opvalt in je kritiek is dat die zichzelf lijkt tegen te spreken.
In het begin van je verhaal meldt je dat Clive James zichzelf een verschrikkelijk iemand vond en ook veel moeite doet om dat over het voetlicht te brengen. Verderop stel je dat aan het eind van het boek over James eigenlijk niets duidelijk is geworden.
Die tegenstelling maakt dat ik op grond van je kritiek weinig wijzer wordt met betrekking de feitelijke kwaliteit van het boek.
Wat duidelijker maken wèlke informatie je nu precies miste, had misschien kunnen helpen.
Dat het gek genoeg toch een amusant boek was wijst wel in de richting van enige ongerijmdheid, maar is die er ook echt? Ik heb de neiging te denken dat de bewering, dat je niks te weten bent gekomen over James, gewoon niet klopt.