Cod ~ Mark Kurlansky

► door: A.IJ. van den Berg

Kurlansky moet over eten schrijven, zo was mijn conclusie na drie van zijn boeken te hebben gelezen. Daarover weet hij het interessantst te vertellen. Dus las ik Cod ditmaal, zijn biografie van de kabeljauw, om daarin vooral feiten langs te zien komen die ook genoemd zijn in Salt, en de Basque History of the World.

Maar goed, dat zij Kurlansky vergeven. Ik lees zijn boeken niet in chronologische volgorde. Cod maakt duidelijk waarom sommige van die latere titels er kwamen. De geschiedenis van de kabeljauw is ook de geschiedenis van hoe de mens voedsel leerde bewaren. Eerst was dat door de vis aan de lucht te drogen, zodat er stokvis ontstond. Later slaagden de Basken er weer in kabeljauw in zout op te slaan, wat aanmerkelijk smakelijker was op lange reizen.

Bovendien moest die vis ergens gevangen worden, en zijn er daarom redenen genoeg om aan te nemen dat Amerika allang bekend was onder Europeanen voordat Columbus er naartoe zeilde. Maar vissers verraden hun rijkste visgronden nu eenmaal liever niet. En goede vangstgebieden lagen in de buurt van Newfoundland.

Maar, dat wist ik al, van Kurlansky. Dus las ik dit boek anders. Voor mij werd vooral het middengedeelte interessant. Als Kurlansky ingaat op de vooruitgang in de visvangst, die zo groot is dat het hele ambacht daardoor dreigt te verdwijnen. De zee kan worden leeggevist. Al is er altijd wel een visser te vinden die daar niets van weten wil.

Die teruggang is om meerdere redenen pijnlijk. Het hangt van het land af, maar voor de Engelsen bijvoorbeeld stond het woord vis gelijk aan kabeljauw. En er verandert maatschappelijk ook van alles in de streken aan de kust, als de vissers er niet langer in hun bestaan kunnen voorzien. Hoe zeer die problemen ook de eigen schuld lijken van de slachtoffers.

Het laatste deel van dit boek bestaat uit recepten, voor de bereiding van kabeljauw. En dat is bijna schrijnend, gezien de constatering vlak daarvoor hoe veel moeite het zal kosten nog een redelijke vis ergens te krijgen. Het lekkerste van de kabeljauw zit in het midden, en daarvoor moet het beest enige lengte hebben gekregen. Maar vissen krijgen de kans niet meer om zo oud worden.

Mark Kurlansky, Cod
A Biography of the Fish
That Changed the World

294 pagina’s
Vintage Books 1999, oorspronkelijk 1997

[x]