Lapidarium ~ Ryszard Kapuściński

► door: A.IJ. van den Berg

Van Ryszard Kapuściński [1932 – 2007] had ik tot diens dood de grote boeken wel gelezen — voor zo ver die beschikbaar waren in het Nederlands. Daaraan was veel te bewonderen. Kapuściński had vaak de omstandigheden die in zijn nadeel waren, behoorlijk in zijn voordeel omgedraaid. Voor hem, als correspondent van een Pools persbureau, was er eigenlijk nooit geld. Dus deed hij zijn werk anders dan journalisten van Westerse media. Waarbij vooral zijn geduld opviel, en zijn eeuwige sympathie met de armsten en zwaksten; plus zijn blijvende vermogen zich in hen te verplaatsen.

Tegelijk was Kapuściński historicus genoeg om ook de grote lijnen te kunnen zien in de ontwikkelingen die hij beschreef, zoals de voetbaloorlog tussen Honduras en El Salvador, de val van de Sjah, of de dekolonisatie in Afrika.

Dus weet ik nu niet goed of dit deeltje Privé-domein me niet opgevallen is bij de eerste publicatie, of dat ik indertijd besloot dat het nauwelijks zin heeft een bloemlezing te lezen met werk van een auteur die me al goed bekend was. Want, ook al heet dit boek Lapidarium, Kapuściński heeft uiteindelijk vijf genummerde delen met notities uitgegeven met deze titel. En dit is niet een vertaling van het gelijknamige eerste deel uit deze reeks, maar slechts een beperkte keuze uit de eerste vier delen.

Deze vaker voorkomende beschetenheid van de Arbeiderspers maakt dat ik de zo prestigieuze reeks Privé-domein al een tijdje wantrouw.

Van dit boek was ik het meest benieuwd naar Kapuściński’s ideeën over het einde van het communisme. Zou hij bijvoorbeeld de omwentelingen in Polen op dezelfde invoelende maar afstandelijke manier kunnen beschrijven als hij eerder met revoluties elders had gedaan?

Het antwoord op die vraag kwam helaas niet. Daarvoor is dit te veel een boek met losse aantekeningen. Vanzelfsprekend keren daarin vele thema’s terug waar Kapuściński vaker over schreef, die hierboven al aangehaald werden — maar daar kan de vertaler op geselecteerd hebben, dus dat zegt niet alles.

Interessantst waren uiteindelijk Kapuściński’s overpeinzingen over de reportage, als vorm om informatie over te brengen. Hij blonk uit in dit genre. En tegelijk zegt hij ware woorden als hem opvalt dat de reportage niet iets voor journalisten is. Die ontbreekt het aan geduld. Daardoor kunnen ze niet kijken. Of die hebben de taalbeheersing niet om van een observatie meer te maken dan de kille weergave van een luttel feitje.

De beste reportages worden geschreven door mensen die gewend zijn werken met een wat langere adem te schrijven. En de hausse aan wat tegenwoordig literaire non-fictie heet, heeft hem daarin gelijk gegeven.

Ryszard Kapuściński, Lapidarium
Observaties van een wereldreiziger 1980–2000

196 pagina’s
De Arbeiderspers, 2003
Privé-domein 252
Uit het Pools gekozen en vertaald door Gerard Rasch

[x]opgenomen in het dossier: