Imperium ~ Ryszard Kapuściński

► door: A.IJ. van den Berg

Merkwaardig is dat ik dit boek indertijd gewoon gemist heb, en tegelijk toch steeds het idee had alles van Kapuściński gelezen te hebben. Wat er in vertaling te krijgen was tenminste. Nu is herlezen het ware lezen, dus maakt de omissie op zichzelf niet uit. Maar ik heb me al deze tijd uit pure domheid een goed boek onthouden.

Imperium is alleen al de moeite waard om de scènes uit 1939. Als Kapuściński beschrijft hoe zijn geboortedorp Pinsk door de Sovjet-Russen wordt ingenomen, en er al de eerste winter meteen gebrek is aan alles.

Dit boek gaat over Ryszard Kapuściński’s persoonlijke verhouding tot de Sovjet-Unie, en over de laatste jaren van dat rijk, waarin het einde sneller komt dan verwacht. Zo is het laatste van de drie boekdelen nogal fragmentarisch, omdat zijn onderwerp dan ineens ophoudt te bestaan.

Voor het grootste gedeelte bevat Imperium reisreportages, naar de kleurrijke rafelranden van het land, die tegenwoordig vrijwel allemaal weer zelfstandige staten zijn. En dat geeft dit boek wel een mooi evenwicht. Enerzijds zijn er die gruwelen, uit het verleden vooral, die de blinde wreedheid maar ook de incompetentie tonen van het Sovjet-regime. Anderzijds klinkt er hoop door, dat het beter zal worden. Al weet Kapuściński vaak wel beter dan de mensen die hij citeert.

Wat ik ook in hem als schrijver waardeer, zijn de terloopse maar zo veel inzicht scheppende opmerkingen. Zo heb ik recent toch eveneens Karel van het Reve en Paul Theroux over de Transsiberië-spoorlijn gelezen. Maar alleen Kapuściński maakte de observatie dat de geheime dienst er wel voor gezorgd had dat de treinreizigers niets interessants te zien zouden krijgen onderweg.

Net zo verschafte zijn uitleg over bijvoorbeeld de gedwongen volksverhuizingen onder Stalin weer duidelijkheid over conflicten die nog altijd bestaan tussen sommige inmiddels zelfstandig geworden deelrepublieken.

Enfin, dan is dit geen geschiedenisboek, waarin het uiteenvallen van het Sovjet-rijk helder wordt uitgelegd. Wat het wel biedt, is een blik op de chaos eind jaren tachtig, begin jaren negentig, en wat deze betekende voor de mensen die met al de bijbehorende onzekerheden leefden. De menselijke maat maakt zijn boeken zo goed.

Het verschil tussen toen en nu werd alleen al duidelijk, omdat de mensen die hij ontmoette op een gegeven moment durfden te praten. Terwijl daarvoor niemand ooit iets zei:

scheiding

Scènes in de literatuur, bijvoorbeeld bij Grossmann, waarin de terugkeer uit het kamp wordt beschreven. Iemand komt thuis na tien lijdensjaren in een Siberisch kamp. De eerste avond gaat hij met zijn vrouw, kinderen, en ouders aan de familietafel zitten. Ze eten samen, misschien wordt er zelfs gepraat, maar niemand vraagt de aangekomene waar hij al die jaren is geweest, wat hij heeft gedaan, meegemaakt.

Waarom zouden ze?

De wijze zin uit prediker: ‘. . .als iemand kennis vermeerdert, vermeerdert hij smart.’ [140]

Ryszard Kapuściński, Imperium
Ondergang van een wereldrijk

312 pagina’s
De Arbeiderspers, 1993
vertaling door Gerard Rasch uit het Pools

[x]