Quissama ~ F. Springer

► door: A.IJ. van den Berg

Ergens tijdens het schrijven voor de verhalenbundel Zaken overzee moet Springer een ontdekking hebben gedaan. Iemand als hemzelf nemen als hoofdpersoon voor een verhaal kwam met te grote beperkingen voor een boek. Hij was nu eenmaal diplomaat geworden; en al te uitgesproken kunnen die mensen niet zijn.

En vanaf dat moment komen er wel steeds Springer-achtigen voor in de verhalen, maar worden steeds heel andere types het belangrijkste personage. Op de allerlaatste boeken na dan. Maar op dat moment is de diplomaat al met pensioen, en kan die zich plots meer permitteren.

In de eerste roman na Zaken overzee lukte die omslag nog niet helemaal. In Bougainville gaat het interessantste personage namelijk meteen al dood aan het begin van het boek.

Quissama was de tweede roman volgens dat nieuwe stramien. Het boek speelt zich af in Angola, vlak na de heftigste periode in de burgeroorlog van 1975; waarbij de winnende partij het net onafhankelijk geworden land mocht gaan regeren.

De verteller van het boek werkt voor een grote Nederlandse multinational, die het nieuwe bewind melkfabrieken en dat soort zaken moet proberen te slijten. Springer blijft daar wat vaag over. Maar gegeten moet er overal, zelfs in een land met een nieuw communistisch bewind. En Nederland wil best ontwikkelingshulp bieden; als die de eigen economie ook maar ten goede komt. Dus heeft de zakenreiziger ook wel wat te bieden.

Omdat er niemand op hem wacht in Angola, en de hotels vol zijn, komt de verteller in huis bij een landgenoot. Dat is de legendarische King Velderman, die iedereen kent, en alles weet, en ook een bont verleden in de handel heeft. Springer voert weer eens een blufferig type op in zijn boek.

Velderman gaat een vriendschap aan met zijn logee, gevoed door drank, of het simpele feit dat er verder weinig te doen is.

En Velderman vertelt hem in beten en brokken een verhaal over zijn liefde voor Pauline; een fatale Française.

Dan gaan de heren op safari naar het park Quissama, om olifanten te kijken, en daarbij gaat er iets mis. Wat dan weer noopt om te wegen of alles wat Velderman verteld heeft wel helemaal waar was.

En toen ik Quissama voor de eerste keer las, misschien wel vijfentwintig jaar geleden, deed het boek me wel iets. Maar nu vind ik dat Springer de dood toch iets te makkelijk inzette als verhaalelement. En ook denk ik, wegend, dat er aan zijn dikste romans toch altijd net iets mankeert. Dat mijn voorkeur naar de novelles en verhalen uitgaat, bij hem.

F. Springer, Quissama
144 pagina’s
Grote Lijsters 1996, oorspronkelijk 1985

[x]