At Home ~ Bill Bryson

Bryson schmiert nogal eens in dit boek. Dan vindt hij een verhaal te mooi om niet te vertellen, en wordt het centrale thema van At Home geheel losgelaten. Dit mag, natuurlijk, want zulke uitstapjes leveren een prettig leesbaar boek op. En tegelijk is deze uitgave mede daardoor veel minder sterk dan had gekund.

At Home is een reis door het huis van Bill Bryson — een vroeg-negentiende-eeuwse pastorie in een dorp in Norfolk. Daar dacht hij op een goede dag na over wat er wat er permanent blijft door alle eeuwen heen.

it occurred to me, with the forcefulness of a thought experienced in 360 degrees, that that’s really what history mostly is: masses of people doing ordinary things. Even Einstein will have spent large parts of his life thinking about his holidays or new hammock or how dainty was the ankle on the young lady alighting from the tram across the street. These are the sorts of things that fill our lives and thoughts, and yet we treat them as incidental and hardly worthy of serious consideration.

Hierdoor besefte Bryson ook nauwelijks iets te weten van de dagelijkse dingen om hem heen. Waarom komen er altijd peper en zoutstelletjes op tafel bij het warme eten, en niet kaneel en suiker? Waarom heeft een vork vier tanden, en niet drie, of vijf?

En dan biedt een huis, zoals het zijne, door alles wat daarin te vinden is, van kamer tot kamer, en zelfs door de architectuur, een prettige sleutel om allerlei ontwikkelingen uit het verleden te kunnen beschrijven.

Daarbij viel me helaas op dat Bryson nauwelijks een onderwerp uitputtend behandelt. De geschiedenis wordt bij hem een bonbondoos, waaruit het telkens nog moeilijk kiezen was de meest smeuïge verhalen te selecteren.

Dit maakte dat ik het begin van het boek verreweg het interessantst vond. Dat bevat puur Britse geschiedenis, over een periode begin negentiende eeuw dat de kerk opvallend intelligente medewerkers trok. De betrekking van vicar of rector kwam namelijk met prettige inkomsten, uit de landerijen in bezit. Daar tegenover stonden betrekkelijk weinig verplichtingen. Preken waren ook uit een standaardbundel op te lezen.

Dus hadden de Britse dominees tijd om van alles uit te vinden.

Aan dit prettige bestaan kwam een einde door ontwikkelingen in de landbouw. Doordat er meer inzicht kwam in wat nu goede productiemethoden waren, en omdat goedkope import uit Amerika de markten overvoerde, leverde een domineebestaan ineens niets meer op.

Helaas voor mij bevatte dit boek verder nogal wat deelgeschiedenissen die ik al kende. Dan gaf Bryson meestal niet meer samenvattingen van boeken die ik al gelezen had.

Dat gaf me te veel gelegenheid om na te kunnen denken waaraan het schortte in dit boek.

At Home is vooral een boek over dingen, en ook nog een beperkt aantal dingen, en nauwelijks over mensen, in al hun gewoonten.

Ik vind beide onderwerpen nu net interessant.

Je kunt een onderwerp als cultuur, of beschaving, weliswaar benaderen door te onderzoeken wat er technisch veranderde door de tijd heen, en dus invloed had op het gedrag. Maar andersom kan ook, door te bekijken welke taboes er waren.

Een ideaal boek moet van beide iets hebben, en daar een prettig evenwicht in vinden.

Een ideaal boek moet ook eminent leesbaar zijn, en dat aspect zit bij Bryson altijd wel goed. Aan divertissement zal ik dit jaar zelden iets beters lezen.

Alleen had er zo veel meer ingezeten.

Bill Bryson, At Home
A Short History of Private Life

536 pagina’s
Doubleday, 2010

Down Under ~ Bill Bryson

Van al Bryson’s reisboeken die ik dit jaar las, was dit wel de beste. In elk geval het enige dat me aanzette eens na te denken over mijn reisplannen. Niet in de minste plaats door dat rare land Australië, dat ook nog eens een continent is. Als dit boek iets duidelijk maakt, dan wel hoe veel er over dat land onbekend is.

Zelfs bij het grootste deel van de huidige bewoners.

Dat komt omdat het in cultuur gebrachte gedeelte zo beperkt is. Een nageltje groen in het zuidoosten, aan de rand van een enorme woestijn. Dat bovendien nog maar zo kort bewoond wordt door nieuwkomers uit het Westen.

Al moet wel gezegd worden dat de Aboriginals de oudste ononderbroken cultuur hier op aarde hebben. Maar de oorspronkelijk bewoners zien de wereld en hun geschiedenis anders, door hun mondelinge overlevering. Waardoor zij bijvoorbeeld de locatie van bergtoppen kunnen benoemen, die tienduizend jaar geleden al onder de zeespiegel verdwenen.

Bryson laat in dit boek eerlijk zien, dat hij zich weleens verloren voelt in die enorme leegte. Natuurlijk maakt hij dan een cabaretnummer van zijn eerste gesprek in dagen, bij een krankzinnige toeristische attractie. Maar dat versterkt de desolaatheid dan alleen.

Zo is er meer.

Misschien komt het dat ik voor het eerst geen clichébeelden had klaarliggen in mijn geheugen, om Bryson’s beschrijvingen aan te vullen. Daardoor ontstond het gevoel dat leunstoeltoerisme toch enorme beperkingen heeft.

Bill Bryson, Down Under
398 pagina’s
Black Swan © oorspronkelijk 2000

Icons of England ~ Bill Bryson (ed.)

E-commerce heeft enorme voordelen. Dankzij internet is het nooit simpeler geweest dan nu om boeken in huis te krijgen. En toch kleeft er éen groot nadeel aan de boekhandel online.

De spam.

Vele boekhandels misbruiken hetzelfde mailadres dat nodig is om een bestelling te bevestigen om allerlei aanbiedingen op te sturen. Ik ben het eens gaan bijhouden, en toen bleek dat gemiddeld van elke tweehonderd ontvangen mails mij er slechts éen ondanks alles intrigeerde.

Zo’n bericht kondigt meestal de verschijning aan van een boek, dat ik voor de verandering dan inderdaad zou willen bezitten.

Icons of England
kocht ik online aan, omdat het weinig kostte, en omdat er een heel naar trucje mee is uitgehaald. De uitgever gaf het boek eenzelfde kaft als de boeken die Bill Bryson heeft geschreven. En de boekenwinkel deed net of deze uitgave van Bryson zelf was. Terwijl die alleen het voorwoord schreef.

Ik herinner me indertijd, toen de hardback verscheen, die truc wel te hebben opgemerkt. Ditmaal keek ik minder goed. Mede door de lage prijs. En daarmee heb ik nu iets gesteund dat de Campaign to Protect Rural England (CPRE) heet; want dat initiatief ontvangt alle royalty’s van de uitgave.

In dit boek schrijven ruim negentig bekende Britten over een icoon van het eiland dat niet verdwijnen mag. Dit leverde een verzameling aan persoonlijke anecdotes, beschrijvingen, en overpeinzingen op die me nog niet eens tegenviel. Al is dit typisch een boek dat aanmerkelijk leuker wordt in combinatie met een vakantie ter lande.

Of anders: nog mooier wordt zo’n boek als het over zaken gaat die je wel persoonlijk kent. Omdat Groot-Brittannië niet het enige land is dat relatief viel iconen bezit; er landschappen, plekken, en gewoonten bestaan die zo maar verdwenen kunnen zijn.

Bill Bryson (ed.), Icons of England
368 pagina’s
Black Swan, 2010

Life and Times of the Thunderbolt Kid ~ Bill Bryson

Bryson is in de loop der jaren steeds beter gaan schrijven, valt me op. Wat maar weer eens aan toont dat schrijven een ambacht is, en dat het tijd kost dit aan te leren.

Dit boek gaat over zijn jeugd, tijdens het meest kleurloze decennium van de vorige eeuw, in een doorsneestad in het Amerikaanse Midwesten. Nu schrok dat thema mij wat af. In de Nederlandse literatuur zijn domweg te veel boeken gewijd aan het opgroeien in de jaren vijftig, waarbij een steevast gevoelig genie ernstig in zijn ontwikkeling wordt gestoord door bekrompen ouders en opvoeders. Zulke boeken zijn stomvervelend, door hun nauwelijks verholen autobiografie. En ook al omdat weinig mensen een jeugd beleven waarin iets gebeurt dat anderen niet net zo hebben meegemaakt.

Had ik Bryson toch onderschat. Het is hem gelukt een van het begin tot aan het eind boeiend boek te schrijven, door het juist niet de hele tijd over het jongetje te hebben dat hij was. Dit boek is ook te lezen als een cultuurgeschiedenis over het leven in de VS. En dan blijken die jaren vijftig ineens heel boeiend te zijn geweest, door de overvloed van alles bijvoorbeeld, en door alle veranderingen die zich toen al aankondigden.

Geschiedschrijving is ook het leukst als het oude nog bestaat, maar het nieuwe zich al toont.

Dreigde nog wel het gevaar dat Bryson met die persoonlijke toets zijn jeugd zou gaan verheerlijken. Maar sentimenteel werd hij eigenlijk nooit, op de laatste pagina’s van het boek na. Als hij – zoals in een 19e-eeuwse roman – vertelt wat er van de mensen werd die de pagina’s daarvoor bevolkten. Zo leuk waren die jaren vijftig nu ook weer niet, met een moeder die niet koken kon, een vader die er nooit was, en een school die alleen maar verveelde. En perfect of hoogbegaafd was dat jongetje Bryson zeker ook niet.

Alleen levert ellende bij hem altijd wel weer hilarische passages op, voor de lezer.

Bill Bryson, The Life and Times of the Thunderbolt Kid
310 pagina’s
DoubleDay, 2006

Lost Continent ~ Bill Bryson

Dit is het eerste reisboek dat Bryson ooit schreef, en hij maakt er een opvallende beginnersfout in. Bryson pakte de auto om al die kleine plaatsjes in de VS langs te reizen. Toegegeven, zonder auto had hij daar nooit kunnen komen. Maar het voertuig zelf levert natuurlijk geen verhalen op. Het is een duf kamertje dat onveranderd van de ene plek naar de andere gaat.

Autoreizen zijn alleen interessant voor anderen als het ding kapot gaat. Dus als over wegen gereden wordt die de auto niet aankan, of als er een race is.

En, hoewel Bryson duidelijk door de reisboeken van Paul Theroux geïnspireerd is, lukt hem niet wat zijn voorbeeld wel zo natuurlijk lijkt af te gaan. Bryson doet nauwelijks contacten op onderweg; en hij heeft zeker geen boeiende gesprekken in dit boek.

Gaat de reis ook nog door de minst bewoonde staten van de VS.

Op de keper beschouwt, is dit dus bijna een autistisch reisverslag. Maar merkwaardig genoeg werkt het toch. Misschien omdat kleinsteeds Amerika werkelijk zo merkwaardig is. Maar in elk geval doordat Bryson mij regelmatig aan het lachen wist te brengen.

Dat is heel wat waard.

Bill Bryson, The lost continent
Travels in Small-Town America

349 pagina’s
Black Swan © 1999, oorspronkelijk 1989

Made in America ~ Bill Bryson

Zelden heb ik een effectievere mix van twee genres gelezen, als Bryson gelukt is met dit boek. In Made in America wordt geschiedschrijving gecombineerd met etymologie. Door te vertellen hoe de VS zich ontwikkelde als land, maakt Bryson heel mooi duidelijk op welk moment, en onder welke omstandigheden bepaalde woorden en frasen in gebruik zijn geraakt.

Ook al is lang niet alles duidelijk. Zo hebben de Nederlandse emigranten, gerekend naar aantal, een veel groter invloed gehad op het Amerikaanse Engels dan andere buitenlandse binnenkomers. Waarom dit zo is, blijkt onbekend te zijn.

Blijft staan natuurlijk dat het Nederlands via de scheepvaart het Engels vanouds al besmet heeft.

Ik zou ook niet gauw een boek hebben gekozen over taal alleen. Cultuur moet er altijd bij voor mij, zoals hierin gebeurt. En cultuur ontwikkelt zich, waarmee ook geschiedenis belangrijk wordt. Dit maakt de kans al niet zo groot dat een academicus zo’n boek zou schrijven, want die gedijen doorgaans alleen door het ontwikkelen van de tunnelvisie die bij specialisatie hoort.

En een algemene geschiedenis van de VS zou ik al evenmin hebben gelezen. Historici vinden politiek altijd zo belangrijk, en oorlog. Mij gaat het daar nooit om. Ik ben benieuwd naar wat precies normaal was ooit, en hoe dat dan veranderd is.

Dus was dit boek werkelijk een uitkomst.

Daarbij komt dat Bryson naast de durf om onderwerpen te behandelen waar hij geen expert in is, ook altijd een prettige pen heeft. Zelfs al speelt hij in dit boek dan zelf eens niet mee. En is dit, door de sterk geconcentreerde inhoud, geen werk om in door te blijven lezen.

Maar leve de goedschrijvende leek, met al zijn enthousiasme.

Bill Bryson, Made in America
479 pagina’s
Black Swan © 1998, oorspronkelijk 1994


Mother Tongue ~ Bill Bryson

Het is weinigen gegeven mij te laten lachen om kale wetenschappelijke feitjes. Bill Bryson lukt dat wel. Daarom durf ik het ook rustig aan om een boek van hem te lezen over de Engelse taal, terwijl me daarin ongetwijfeld vele nuances zullen ontgaan. Een native speaker ben ik niet, en zal ik nooit meer kunnen worden; hoe spijtig dat ook is.

Zo gaan hele stukken in dit boek over de verschillen tussen het Amerikaanse en het Britse Engels. Dit zijn passages die ik grotendeels voor kennisgeving aanneem. Dat de Britten veertig jaar geleden sommige Amerikaanse woorden niet kenden, en dus niet gebruikten, doet er op dit moment niet zo veel meer toe. Voor mij.

Aanmerkelijk nuttiger was het hoofdstuk over uitspraak, en hoe het komt dat de spelling van het Engels zo geweldig kan afwijken van hoe een woord klinkt.

Maar het dankbaarst ben ik toch voor hoofdstukken die op het eerste gezicht te droog en saai voor woorden lijken, en dan toch een diepe humor in zich bergen. Zo legt Bryson in een terzijde uit dat sommige bekende achternamen wel degelijk ooit een betekenis hadden. Kennedy is ‘lillijk hoofd’ in het Gaelic, Campbell staat voor ‘scheve mond’. En ook van hem leer ik pas zien dat dit mechanisme in alle talen zo werkt. Terwijl ik wist dat Tolstoj ‘vet’ betekent, of Cicero ‘wrat op neus’, was dan weer nieuw dat Machiavelli ‘slechte nagels’ betekent.

Ik denk dat boeken als deze vooral nuttig zijn om een naam te geven aan verschijnselen die ik wel had geregistreerd, zonder die zelf te benoemen. Al zal me het langst bijblijven hoe Bryson herhaaldelijk opmerkt hoe gastvrij het Engels telkens woorden uit andere talen opneemt.

Wat wij in het Nederlands uit het Engels overnemen, is zelden het fraaiste dat de taal te bieden heeft; en toch dat lijkt me eerder een sociaal mechanisme dan een taalprobleem.

meer Bryson op boeklog

Bill Bryson, The Mother Tongue
English & How It Got That Way

270 pagina’s
William Morrow and Company, 1990

Neither Here Nor There ~ Bill Bryson

Dit lijkt het jaar van Bill Bryson te worden voor mij. Zijn boeken geven me zonder meer veel leesplezier. En in de Britse online-boekhandels kosten ze ook niet erg veel.

Maar als ik zo’n boek als dit dan ga analyseren, blijft er niets van over. Wat er misschien wel voor pleit het uitpluizen van boeken gewoon maar te laten. En dus gewoon mijn gevoel te laten spreken.

Ik bedoel, Bryson reist weer eens wat rond, zonder enig duidelijke aanleiding. Dat deed hij vaker in boeken. En toevallig was zijn territorium nu Europa, in het jaar 1990. Waarbij alleen opmerkelijk is dat hij Roemenië bezocht onder het oude regime, of dat toen Joegoslavië nog heel even éen land was.

De rest van de vele veranderingen dat jaar worden niet opgemerkt.

Op de ouverture van dit boek na, als hij hoog in Noorwegen het noorderlicht wil zien, zijn de reisdoelen ook zelden bijzonder. Steden die toch al veel toeristen trekken zijn dat, voor een deel. En het is zelden uitzonderlijk waar hij naar gaat kijken.

Bryson toont zich bovendien een eenzame reiziger, die nauwelijks contacten opdoet onderweg. Dit is opnieuw een haast autistisch reisboek.

Maar zo droog humoristisch als hij het beschrijft…

Het is natuurlijk uitermate herkenbaar wat hem overkomt onderweg. Iedereen voelt zich op reis weleens net zo’n sukkel; als het eten niet deugt, de hotelkamer een gevangeniscel is, of iedereen hetzelfde idee heeft gekregen dezelfde bezienswaardigheden te bekijken.

Bill Bryson, Neither Here Nor There
Travels in Europe

304 pagina’s
Black Swan, 1991


Notes from a Big Country ~ Bill Bryson

Van dit boek dacht ik dat het opnieuw een reisboek over de VS zou zijn. Een vervolg op The Lost Continent, maar dan over een tocht veel later in het leven van Bryson. Maar dit bleek een bundel briljante columns te wezen, waarin Bill Bryson de Britse lezers van The Mail on Sunday uitlegt hoe vreemd Amerikanen toch eigenlijk zijn.

Zo grappig was het, dat ik het in heel bescheiden doses gelezen heb om me niet te overeten.

Daardoor deed zich wel iets vreemds voor. Op een gegeven moment las ik zowel deze bundel, als Bryson’s Walk in the Woods. En beide boeken zijn in dezelfde tijd tot stand gekomen. Dus was er enige kruisbestuiving zichtbaar, om het maar vriendelijk zo te noemen. Grappige beschouwingen over dat Amerikanen zelfs nog de auto pakken als ze voor een etentje bij de buren zijn uitgenodigd, komen in beide boeken voor.

Bovendien is er geen merkbare pauze in de gestage stroom columns. Wat weer een heel ander licht werpt op die bijna mythische voettocht uit dat andere boek, ook al was Bryson daarvoor misschien maar een week of zes weg eerst.

Maar, dit zijn slechts wat verwonderde constateringen.

Wat dit boek zo goed maakt, is dat Bryson als Amerikaan lang genoeg in Groot-Brittannië heeft gewoond om zich een Europese kijk op de wereld aan te meten. Hij werd voldoende buitenstaander om te zien hoe raar sommige gewoontes zijn in de VS, en is toch voldoende insider om te kunnen begrijpen hoe het zit.

Die combinatie alleen al levert goud op.

Bill Bryson, Notes from a Big Country
399 pagina’s
Black Swan © oorspronkelijk 1998

Notes from a Small Island ~ Bill Bryson

Voor een reisboek is dit een wat merkwaardig exemplaar. Bryson wisselt het verslag van de tochtjes die hij kriskras ondernam, namelijk af met herinneringen aan eerdere periodes van zijn leven in Groot-Brittannië.

Maar die memoires maken dit wel een boek dat mee veel langer zal blijblijven dan het gemiddelde reisverhaal.

Zo weet Bryson met éen anecdote over zijn tijd als journalist mij voor altijd uit te leggen wat het betekend heeft dat de vakbondsleden lang niet ontslagen konden worden. Redacties waren toen nog afhankelijk van nieuws dat per telex binnenkwam. Maar de telex mocht alleen bediend worden door een vakbondslid, die dat enkel deed wanneer het hem beliefde, en sommige journalisten ook zijn gunsten weigerde als het zo uitkwam.

Zo kon een harde reorganisatie, waarbij nu juist alle vakbondsleden ontslagen werden, toch opluchting brengen ook.

Aardig aan dit boek is voor mij ook dat Bryson een paar keer flink moppert op A Kingdom by the Sea van Paul Theroux, dat ik ook onlangs nog las. Hoewel hij Theroux hogelijk bewonderd, vindt Bryson een paar dingen vreemd aan diens boek. Zo kost het hem enorme moeite een stukje langs de kust af te leggen dat Theroux nonchalant in een paar regels afdoet.

Verder lukt het Bryson, net als in zijn eerste reisboek trouwens, niet om onderweg nu eens een echt gesprek te voeren met iemand die hij tegenkomt. Terwijl Theroux natuurlijk de ene interessante oude baas na de andere ontboezemingen ontlokt.

Ook valt op, voor wie hun beider boeken naast elkaar legt, dat het openbaar vervoer in Groot-Brittannië in de ruim tien jaar tussen Theroux’s reis en Bryson’s tripjes ernstig in kwaliteit is achteruit gegaan. Bryson kan soms al niet eens meer rechtstreeks van ene grote plaats naar de andere reizen, vijftig kilometer verderop. Als het kan, dan moet dat altijd via een omweg.

Nee, anders dan bij Theroux overvalt me na het lezen van Bryson niet de lust om zelf de Noordzee over te steken voor een vakantie daar. Maar hij weet me dan weer te verzoenen met een verblijf thuis door voor mij de tegenvallers op te vangen die ook zo zeer bij reizen horen.

Bill Bryson, Notes from A Small Island
259 pagina’s
Black Swan © 1996, oorspronkelijk 1995


One Summer ~ Bill Bryson

Wat gebeurde er in de VS tijdens de zomer van 1927 dat nu nog de moeite waard is om te memoreren? En waar Bill Bryson dan bovendien een kleine vijfhonderd pagina’s tekst voor nodig heeft?

Charles Lindbergh vloog als eerste solo over de Atlantische Oceaan, en werd daar in éen klap beroemd mee in de hele wereld. Toch waren hem al tientallen piloten met bemanning voorgegaan.

Honkballer Babe Ruth sloeg een recordaantal homeruns in éen seizoen bij elkaar. Maar dat record is sindsdien verbeterd; ook al omdat de honkbalcompetities langer werden, en de clubs meer wedstrijden speelden.

The Jazz Singer kwam uit. Een film die vaak de eerste geluidsfilm wordt genoemd, en dit toch niet was. Bovendien vinden we inmiddels blanken die zich zwart schmincken voor een optreden wat racistisch; zelfs als ze enkel Zwarte Piet gaan spelen.

En de Mississippi-rivier trad in grote delen van zijn stroomgebied buiten de oevers.

Me dunkt, er zijn gebeurtenissen en jaartallen die makkelijker in het geheugen blijven hangen. Zoals 1929, en de Krach bijvoorbeeld. Zelfs al werd die plotselinge beursval ook al mogelijk gemaakt in de zomer van 1927 — omdat toen het besluit werd genomen de rente te verlagen; waarop het gokken op aandelenkoersen nog aantrekkelijker werd voor speculanten.

Het ging Bryson dan ook niet per se alleen om wat er toen plaatshad. Bill Bryson wilde een groter verhaal vertellen. De geschiedenis namelijk van hoe een nogal naar binnen gekeerd land na 1927 ineens overal aan betekenis had gewonnen.

Toen speelfilms plots ook nog gingen spreken, en dat in het Amerikaans deden, hoorde de hele wereld voor het eerst ineens de klank en het ritme van deze taalvariant. Dus zelfs nadat de Britten al een imperium hadden gevestigd in die taal, ging de culturele kolonisatie van de aarde door het Engels ook buiten deze Commonwealth gewoon verder; zij het met een stuk minder geweld.

De VS was een rijk land in 1927. Het produceerde 80% van alle films in de wereld, en 85% van alle auto’s. Valuta waren indertijd nog gebonden aan de goudstandaard, en van dat goud bezaten de Amerikanen de helft van alles dat er was. Het was voor de meeste huishoudens normaal om telefoon te hebben, en 40% had een platenspeler. Zelfs in Europa moesten de meeste mensen nog zeker een generatie wachten tot zo veel weelde ook daar normaal zou worden.

Tegelijk had het land een hele hoop niet. Terwijl in Europa de KLM al vanaf 1919 passagiersvluchten verzorgde volgens dienstregeling, bestond in de VS niet eens regelgeving voor vliegtuigen.

En dan was er nog de drooglegging. Die Bryson met een typerend sarcasme ‘de grootste gift van de politiek aan het vrije ondernemerschap’ noemde. Het verbod op de verkoop van alcohol maakte vele mensen namelijk rijk, kostte de staat enkel geld, remde het alcoholgebruik niet, en leverde de literatuur éen roman met een blijvende waarde op.

Ofwel, wat Bryson fantastisch doet in dit boek is een sfeer pakken, om zo de mentaliteit van een tijdperk te beschrijven. One Summer begint met het verhaal van Charles Lindbergh, en dat wordt in Bryson’s woorden een meeslepend relaas. Mede omdat geen verhaal iets voorstelt zonder tekenende details. En deze auteur vindt die kenmerkende elementen doorgaans ook.

Niemand die in 1927 een poging deed om de Atlantisch Oceaan over te vliegen landde waar hij had wilde landen. De afwijkingen bedroegen gauw eens honderden kilometers. Vlak voor Lindbergh vertrok waren er in korte tijd zelfs elf vliegeniers omgekomen onderweg over de oceaan. En toch slaagde hij erin, om in ‘een vliegende tent — dixit Bryson — in zijn eentje, met de kaart op zijn knie, perfect zijn weg te vinden van New York naar het vliegveld Le Bourget bij Parijs.

Maakt dan bij het lezen even niet uit dat Charles Lindbergh later een onuitstaanbare antisemiet zou blijken te zijn. Wat Bryson overigens niet verheelt.

Goed aan One Summer is dat het boek lang niet alleen hosanna blijft, maar dat Bryson halverwege van toon veranderd, en dan de rot beschrijft die er toen ook wel degelijk was. Zeker in het politieke leven.

Goed is sowieso dat het boek leest en leest, zodat alle gemier van critici elders over Bryson’s bronnengebruik of diens overhaaste conclusies er echt heel weinig toe doet.

Bill Bryson, One Summer
America 1927

558 pagina’s
Doubleday, 2013

Road to Little Dribbling ~ Bill Bryson

Ondanks de vooraf al voorspelbare gebreken pakte The Road to Little Dribbling uit als het leukste boek dat ik dit jaar las.

Maar het blijft vreemd om te zien hoe deze auteur zich telkens opnieuw tot een wat clichématig typetje reduceerde. Het archetype van de in alles onhandige man. Het typetje dat menig columnist in Nederland ook al zo vaak meent te moeten inzetten voor de leuk.

Geloof ik tegelijk best dat de man ietwat contactgestoord is — waardoor er bij ontmoetingen onderweg heel makkelijk iets schuren gaat.

Bill Bryson reisde voor The Road to Little Dribbling rond in het hedendaagse Verenigd Koninkrijk — al beperkte hij zich daarbij vooral tot Engeland. Want Wales en Schotland werden elk in éen hoofdstuk afgedaan. Zelfs al reisde hij nog wel naar het noordelijkste puntje van het land. Cape Wrath. En dus niet John O’Groats. Heel veel boeiends viel daar overigens niet over op te merken.

En zulke uitstapjes had hij al eens eerder gemaakt voor een boek. Dat heette Notes from a Small Island.

Die eerdere uitgave had verder tot een TV-serie geleid, eind jaren negentig. Was daar ook Bryson’s persoonlijke geschiedenis nog, in Engeland, waar hij op nogal wat plaatsen gewoond heeft, en gewerkt.

Dus reisde Bill Bryson niet zelden tegelijk in zijn eigen verleden terug.

Constante in dit boek is daarom de wat meewarige constatering van een man op leeftijd dat nogal wat zaken vroeger toch echt beter waren. Engeland was indertijd doodarm, en in crisis, toen hij er kwam wonen in de jaren zeventig. Vreemd genoeg waren juist de publieke voorzieningen nogal wat beter indertijd.

Want gemeentes die nu geen geld meer hebben om wat planten in perkjes te onderhouden, om een straat een beetje aan te kleden?

En toch moet dat gemopper ook.

Bryson begon zijn schrijversloopbaan als journalist, bij een plaatselijke krant; waarvan de redactie toen nog een heel pand innam. Tegenwoordig zijn juist de oplages van de lokale bladen zo sterk gekrompen dat deze uitgaven door een gebrek aan mankracht vrijwel nergens meer speciale aandacht aan kunnen besteden.

Maar wie beschrijft er dan nog de lokale schandalen?

Al te negatieve ervaringen aantekenen op websites als TripAdvisor, om anderen te waarschuwen, kan daar niet eens.

Wat The Road to Little Dribbling allereerst brengt, is een ode aan het Britse landschap. Waar altijd nog weer iets verrassends in te ontdekken. Hoe vaak elke morzel gronds in dat hele Verenigd Koninkrijk inmiddels ook beschreven mocht zijn door anderen.

En, even afgezien van al dat geschmier over zijn eigen onhandigheid, Bryson blijft een verbazingwekkend humoristisch auteur. Al heb ik het langst na moeten denken over iets dat hij terloops aankaartte, wat op dat moment nog vrijwel niets met de rest van het boek van doen lijkt te hebben.

For some time, I have believed that everyone should be allowed to have a dozen or so things that they dislike without having to justify or explain to anyone why they don’t like them. Reflex loathings, I call them. [170]

Bryson noemt dan meteen ook vijftien zaken op die instinctief haat bij hem oproepen, in plaats van de door hem geopperde twaalf.

Plus, om de materie nog wat ingewikkelder te maken, dingen waar vrijwel iedereen een rationele afkeer van heeft, zoals van sommige politici, tellen in dit mechanisme niet eens mee.

Dat onderscheid riep bij mij overigens de vraag op: is mijn afkeer van Peter R. de Vries — als deze man op mijn TV-scherm komt, gaat er meteen een andere zender op — nu instinctief of beredeneerd?

Jack van Gelder?

En dan gaat het veel te ver om The Road to Little Dribbling een filosofisch traktaat te noemen over de mechanismen achter afkeer of voorliefdes. Toch had dit boek op mij wel als uitwerking dat ik nu net over deze vragen na ging denken.

Bill Bryson, The Road to Little Dribbling
More Notes From a Small Island

385 pagina’s
Doubleday, 2015

Shakespeare ~ Bill Bryson

Van alle non-fictieboeken zijn de boeken het me het liefst die tonen dat we werkelijk heel weinig weten. Alleen daarom al is deze biografie van William Shakespeare [1564 – 1616] geslaagd. Bill Bryson laat duidelijk zien dat er over het leven van die schrijver vrijwel niets bekend is.

Tegelijk heeft Shakespeare zo’n status in de Angelsaksische wereld, dat velen zich al eeuwen toch tot speculaties laten verleiden.

En dan is er nog een bibliotheek volgeschreven met werken die aantonen dat de werken van Shakespeare niet door hem geschreven kunnen zijn. Bryson’s biografie heeft alleen al nut door de kalme weerlegging van de argumenten waar die mensen mee komen. Al begrijpt ook hij het waarom niet van al die merkwaardige theorieën.

Daarnaast maakt vanzelfsprekend Bryson’s taal, en levendige manier van schrijven, het lezen tot een genot.

Al bewonder ik uiteindelijk het meest zijn oplossingen voor het probleem om een boek te schrijven over een onderwerp waar nauwelijks informatie over bestaat. Toon dan gewoon maar de luttele feitjes die er wel zijn, en plaats die in een beeld van de tijd. Dus leerde ik ook veel over het Londen rond 1600. De theaterwereld uit die tijd. Al viel ook daarbij telkens op dat haast alles een reconstructie is. Dat zelfs het beeld dat Bryson kan geven, steunt op flarden van informatie die bijvoorbeeld toevallig in dagboeken van tijdgenoten zijn gevonden.

Er zijn ook slechts 230 toneelstukken overgeleverd uit de tijd dat Shakespeare leefde — die een bloeitijd van het Engelse theater was, ondanks dat er wel eens een seizoen uitviel door een pestepidemie. 38 daarvan zijn van William Shakespeare. Voornamelijk omdat twee mannen waarmee hij gewerkt had jaren na zijn dood die toneelstukken in éen band verzameld hebben uitgegeven. De First Folio.

Ook groeit er bewondering, al is die gekleurd met enige afgrijzen, voor de geleerden die jaren van hun leven wijdden aan Shakespeare. En daarin dan weliswaar grote geleerdheid toonden, maar tegelijk bijna niets vonden.

Zo is er het werk van Charlton Hinman die het zetsel onderzocht van vijfenvijftig overgeleverde exemplaren van de First Folio. Wat nodig was omdat dit boek slordig werd gezet, en op twee locaties werd gemaakt. Daardoor verschilden de teksten van elkaar, en was moeite nodig de echte oerteksten te reconstrueren.

En dan nog waren andere bronnen nodig.

En dan nog krijgen wij op zijn best hertaalde en ingekorte versies te zien van de toneelstukken.

Bryson noemde Shakespeare ergens langdradig, met zijn Hamlet van vierenhalf uur. Dit is een ook heerlijk nuchter boek. Behalve dan dat voor Bryson de grootheid van Shakespeare natuurlijk volkomen vanzelf spreekt.

Bill Bryson, Shakespeare
The World as a Stage

(Eminent lives)
200 pagina’s
Harper Perennial 2008, oorspronkelijk 2007

Short History of Nearly Everything ~ Bill Bryson

Dat ik hier persoonlijke leesimpressies plaats, heeft een simpele reden. Professioneel een boekbespreking schrijven, is erg veel werk. Al was het maar om uit te zoeken hoe zo’n boek gezien moet worden binnen iemands oeuvre, of vergeleken met wat er verder nog zoal geschreven is.

Maar dit is nu eens boek waarover ik makkelijker een professionele recensie schrijf, dan een persoonlijke leesimpressie kan geven. Want, op het gevaar af nu erg blasé te klinken, er stond voor mij nauwelijks iets nieuws in.

Al sinds ik ‘volwassen’ boeken lees, was dat altijd om maar twee redenen. De ene was om te onspannen, en van de taal genieten. De ander reden was om te leren wat er te weten is, met als toespitsing de vraag hoe wij dat dan menen te weten.

Deze permanente nieuwgierigheid was voor mij ook een belangrijke aanleiding om wetenschapsgeschiedenis te gaan studeren.

En ziet, Bryson beantwoordt in dit boek precies die zelfde voor mij zo wezenlijke vraag. Wat weten we, en hoe kunnen we dat weten dan? Daarbij beperkt hij zich strikt tot de beschrijvingen van de natuur; het heelal, de aarde, en het leven daar weer op. Zoals het dier mens. Cultuur komt in dit boek niet voor, of hoogstens zijdelings als Bryson wetenschapsgeschiedenis bedrijft, en aangeeft wat de verschillende ideeën over een onderwerp zijn geweest in de loop der tijd.

Net als hem deel ik steeds de verbazing hoe kort wij sommigen dingen nog maar weten. En ook, hoe veel vragen er onbeantwoord zijn.

Maar veel van de schrijvers waar Bryson zijn kennis leent, heb ik zelf al gelezen.

Dit boek gaf mij dezelfde impressie die iemand zal hebben die in de krant leest over een gebeurtenis waar die zelf bij was. Heel merkwaardig. Wat Bryson meldt klopt allemaal wel, en is ook prachtig opgeschreven. Maar het is wel een samenvatting van alles, waar vaak meer over te zeggen is. Bovendien heb ik precies hetzelfde soms net even anders beleefd.

Dus doe ik dit boek rustig aan anderen cadeau. Met de woorden: lees nu maar eens wat mij al vijfentwintig jaar bezighoudt. Terwijl ik het ook wel aardig vind, maar het door de verhalende vorm mij niet expliciet genoeg is. Isaac Asimov’s Chronology of Science & Discovery bijvoorbeeld, is me liever als boek over een vergelijkbaar thema. Bovendien wist Asimov wel de cultuur in zijn tekst mee te weven. Maar dat boek zal, doordat het veel encyclopedischer opgezet werd, nauwelijks iemand tot lezen aanzetten.

Dit wel. Enfin.

Bill Bryson, A Short History of Nearly Everything
688 pagina’s
Black Swan © oorspronkelijk 2003


Walk in the Woods ~ Bill Bryson

Door de bossen wandelen voor meerdere dagen is vooral bewegen. Te zien valt er meestal niet veel, er staan altijd bomen voor het uitzicht. Het is jij en dat pad, en weinig meer.

Dus, toen ik aan A Walk in the Woods begon was dat om twee redenen. Ik had eerder dit jaar genoten van de humor en de observaties in Bryson’s reisboeken over Groot-Brittannië, en over de VS. Maar vooral wilde ik weten hoe hij de onmogelijke opgave had opgelost om iets zinnigs over het lopen in de bossen te schrijven.

Het antwoord is dat hij wat trucs toepaste.

Ten eerste gaat het grootste gedeelte van dit boek niet over zijn wandeltocht, maar bijvoorbeeld over de natuur in die oude Amerikaanse staten aan de oostkust. En over de matige keuzes die in het natuurbeheer gemaakt zijn. Of over de geschiedenis van de Appalachian Trail, de 2.100 mijl lange wandelroute die hij lopen zou.

En als tweede valt op dat de wandeltochtjes die hij in zijn eentje deed, totaal niet interessant zijn om te lezen.

Gelukkig deed hij de Appalachian Trail met een oude reisgezel. Al vraag ik me bij het schrijven van deze woorden plots af of dat werkelijk zo was. Het schijnt een oud handigheidje te zijn bij schrijvers van toneelstukken om niet éen domme man op te voeren voor het humoristische contrast, maar liever twee. Dan kunnen die ook nog wat met elkaar praten.

Nu zeiden Bryson en zijn maat Katz niet heel veel tegen elkaar. Maar ook de zwijgende scènes zijn goed van die twee veel te zware mannen van middelbare leeftijd. Ga maar eens lopen na vooral een zittend bestaan te hebben geleid. Helemaal als het pad meteen al bergopwaarts gaat, en het vriest.

Desondanks weet Bryson enkele malen, beter dan welke reisschrijver die ik ooit las, over te brengen hoe het is om te lopen, als dat lopen het enige zijn is.

Honderdvijftig pagina’s lang is dit een meesterlijk en vreselijk grappig boek. Helaas telt het er driehonderdvijftig.

Bill Bryson, A Walk in the Woods
350 pagina’s
Black Swan Books © oorspronkelijk 1997