Man op het balkon ~ Sjöwall & Wahlöö

► door: A.IJ. van den Berg

De zoveelste herlezing van een redelijk willekeurig deeltje Martin Beck riep een vraag op. En dat is de vraag hoeveel je gelezen moet hebben, om een boek te kunnen beoordelen.

Want soms valt pas op hoe goed iets geschreven is, als het ineens positief afsteekt tegen andere uitgaven. En dat hoeven dan niet eens boeken te zijn van hetzelfde genre.

Elders memoreerde ik al eens de boeken van Sjöwall & Wahlöö voor het eerst als tiener te hebben gelezen. Toen vond ik ze goed. Alleen zegt dat niet alles. Want indertijd waren er wel meer auteurs van wie ik alles las, waar nu geen doorkomen meer aan blijkt te zijn.

En van de weeromstuit zag ik de kwaliteiten van Sjöwall & Wahlöö later dus niet — want hun werk hoorde bij de grote bult boeken die me als tiener leuk hadden bezig gehouden.

Eerder speelde iets vergelijkbaars bij Tim Krabbé’s roman De renner. Dat bleek pas éen van de beste boeken ooit te zijn over wielrennen geschreven toen ik vele boeken meer over dat onderwerp had gelezen. Maar omdat ik met De renner begonnen was, viel de unieke kwaliteit van dat boek me nogal wat later eerst op.

Wie direct op de top begint, gaat er vanuit dat het uitzicht voortaan altijd zo ver reiken zal.

In de tiende jaargang van boeklog moet een voorlopige eindconclusie dus wel luiden: pas wie weet heeft van alle bagger in boekenland, kan zich echt dankbaar voelen voor de schaarse wel gelukte uitgave hier en daar.

En De man op het balkon is niet eens het beste van de tien Martin Beck-boeken. Zo hangt het hele plot van deze roman op een toevalligheid. Martin Beck moet op een gegeven moment heel veel moeite doen om een telefoongesprek te reconstrueren dat éen van zijn collega’s voerde — en dat toen tot niets leidde.

Een vrouw had geklaagd over een man die de hele tijd maar op zijn balkon rondhing, en was toen kortaf afgewimpeld.

Ook dat de dader uiteindelijk gepakt wordt, lijkt er merkwaardig weinig toe te doen. Alle valse sporen richting hem worden veel uitgebreider beschreven.

De man op het balkon is een roman over een kinderlokker, met een nogal wrede manier van handelen. Het boek speelt zich af tijdens de zomer in Stockholm; als de dagen oneindig lang duren, en het zelfs in Scandinavië heet kan zijn.

Is er ook nog iemand in de parken actief die mensen op een gewelddadige manier beroofd.

Dit derde deeltje uit de serie van tien is het eerste waarin de politieman Gunvald Larsson optreedt — een collega waaraan iedereen in het corps een hekel heeft. Gek genoeg brengt dat toch meer evenwicht in het team aan personages rondom Martin Beck.

En het is toch weer vooral de gedetailleerde beschrijving van het onderzoek, met alle frustraties die de politiemensen daarbij ervaren, die dit boek memorabel maken. Om alle frustraties waarschijnlijk.

Sjöwall & Wahlöö, De man op het balkon
206 pagina’s
Zwarte Beertjes, 2010
vertaling door Cora Polet van Mannen på balkongen, 1967

[x]opgenomen in het dossier: