Vrouw in het Göta-kanaal ~ Sjöwall & Wahlöö

► door: A.IJ. van den Berg

Bij het herlezen van de Martin Beck-boeken sla ik normaal dit deeltje altijd over. De vrouw in het Göta-kanaal is de eerste uitgave van de tien. En de schrijvers moesten daarin hun vorm nog vinden.

Dus zijn de politiemensen die tien boeken gevolgd gaan worden nog geen echte mensen.

Martin Beck blinkt er in dit boek vooral in uit om telkens een beetje ziek te zijn. Hij eet ook niet. En er is dat zo saaie huwelijk, met de indolente vrouw die al zo vlot na de trouwpartij haar lach verloor.

De rest van zijn team daarentegen is nauwelijks ingetekend. Zijn grote maat Kollberg — die later te gevoelig zal blijken te zijn voor het politiewerk — is nu nog enkel een ex-militair met een grote bek. En er scharrelt een politieman door dit boek die verder in geen enkel deeltje meer voorkomt. Stenström?

Wat Sjöwall & Wahlöö wel al lukte met dit eerste deel is om te tonen hoeveel geestdodend routinewerk er gauw eens gevraagd wordt om een zaak op te lossen. Van de vondst van het lijk tot de bekentenis van de dader neemt het zeven maanden in beslag.

De grootste vraag die dit boek opriep, was daarom gek genoeg: heeft de politie ongelimiteerde budgetten, als de zaak belangrijk genoeg wordt gevonden? Er is nogal wat mankracht nodig om al dat routinewerk te verzetten. De vrouw die dood in het Götakanaal is gevonden, reisde aan boord van een cruiseschip, met meer dan tachtig mensen aan boord; veel daarvan buitenlanders. En deze moeten bijvoorbeeld allemaal worden ondervraagd. Om éen dode toeriste.

Of ben ik te cynisch geworden, en zijn moorden tegenwoordig hier zo veel normaler dat ze misschien de krant nog wel halen, maar het TV-journaal is al niet zeker meer.

Speelt wel mee dat de vermoorde vrouw uiteindelijk een Amerikaanse blijkt te zijn, en dat een land er veel aan gelegen kan zijn om de banden met de VS goed te houden.

Als de dader is gevonden, kunnen Martin Beck en zijn team hem vervolgens nergens op vastpinnen. Dus wordt er in de weken daarop een poging gedaan om deze man te provoceren, om zo een herhaling van zijn kwalijke gedrag te veroorzaken.

En ik weet niet of ik die uitlokking altijd al een zwak punt heb gevonden in de intrige van deze policier. Binnen de Nederlandse verhoudingen mag uitlokking bijvoorbeeld niet. Al hebben we een VVD-regering die naarstig bezig is om wetten op dit punt aan te passen — om zo stoer te lijken in de misdaadbestrijding. Uitlokking online gebeurt ook al, en de rechters hier hebben dan de voor politici zo vervelende neiging om het OM niet ontvankelijk te verklaren.

In dit boek levert de provocatie nog een spannende slotscène op. Wellicht zal het de schrijvers vooral daar om te doen zijn geweest.

Sjöwall & Wahlöö, De vrouw in het Göta-kanaal
237 pagina’s
Zwarte Beertjes, 2010
vertaling van Roseanne, 1965

[x]opgenomen in het dossier: