Wat als… Pim Fortuyn niet was vermoord ~ Tom van der Meer (red.)

► door: A.IJ. van den Berg

Nog redelijk recent verscheen er een Nederlands boek waarin historici werden opgroepen om meer te doen met alternatieve geschiedenissen. Belangrijkste argument van de samenstellers daarbij is dat wie nagaat hoe het anders had kunnen lopen, op een scharniermoment in het verleden, zo ook meer inzicht krijgt in wat er toen speelde.

Ik dank de lezer van boeklog die mij op deze uitgave wees. Alleen bestendigde Wat als.. Pim Fortuyn niet was vermoord mijn vooroordelen slechts tegen ‘counterfactuals’ die ik onlangs hier al verwoordde.

Wat dan bijvoorbeeld komt omdat voor mij vrijwel alle geschiedschrijving een projectie is; een vorm van fictie die over het verleden gelegd wordt, waarbij de historicus dan, met wat misten en maren hopelijk, pretendeert dat alles zo gebeurd zou kunnen zijn.

Daar nog een extra laag aan fictie bij gebruiken, door alternatieve scenario’s te bedenken, om zo een ander perspectief op het verleden te krijgen, kan best een hulpmiddel zijn. Voor wie dat wil. Even. Maar geschiedfilosofisch gezien vermeerder je daarmee voor mij al snel de fouten die historici toch al maken tegenover het verleden.

Mijn probleem met nogal wat geschiedschrijving is bijvoorbeeld dat de invloed van technologie op het handelen en denken van mensen stelselmatig onderschat wordt. En dat is waarschijnlijk slechts éen aspect waar historici mij te makkelijk blind voor zijn.

De ontwikkeling van technologie heeft bijvoorbeeld ook grote invloed op prijzen, en daarmee op de mogelijkheden van mensen om dingen te doen.

In de bundel Wat als… Pim Fortuyn niet was vermoord tonen de bijdragen eenzelfde blindheid als historici doorgaans toch al hebben. Mensen handelen bij hen, want dat is het belangrijkst. Bij deze handelingen worden dan mogelijke redenen bij gezocht, en het palet aan mogelijke redenen is me vervolgens domweg te beperkt om heel interessant te zijn.

Komt daar bij dat vrijwel geen van de opgenomen auteurs veel tijd zal hebben gestoken in het onderzoek achter hun alternatieve geschiedenis. Daarom zijn de opgenomen alternatieve geschiedenissen betrekkelijk klein bier. Te veel liggen ook te kort in het verleden.

Enkel auteurs als een Mark Traa schreven al een boek over de materie die hij behandelde — De Russen komen! — en hij kon dus leuk speculeren op wat er geschied was, had de Cubacrisis een week langer geduurd. Al acht ik het tegelijkertijd overdreven om in zeven dagen zo veel vluchtelingen doelloos rond te laten dwalen. Zijn verhaal riep bijvoorbeeld meteen de vraag op hoe die Crisis indertijd door de massamedia gebracht werd. Waren autoriteiten werkelijk zo open over wat er speelde op het moment zelf? Daar geloof ik namelijk niets van. Waarom zou je paniek zaaien onder de bevolking?

Traa’s bijdrage was wel aardig door het historische materiaal dat hij inbracht — over al die boten bijvoorbeeld die tijdens de Koude Oorlog permanent klaarlagen in de Nederlandse havens om de elite een vluchtweg te bieden. Of over de strijd binnen de boven ons gestelden om tot de begenadigde bootvluchtelingen te mogen horen.

Het titelverhaal dan weer poogt bijvoorbeeld te laten zien dat het betrekkelijk weinig uitmaakte of Fortuyn vermoord is of niet. Zijn invloed was toch al groot.

Een auteur vond het nodig om een alternatieve voetbalgeschiedenis te schrijven. Hij laat Nederland wereldkampioen worden in 1990 — omdat het EK in 1988 bij hem een kansloze missie was.

De WK finale krijgt bij Derk Walters zelfs een jongensboek-einde, met een 3-2 winst in de slotminuten.

En dan gaat het mij er niet om dat zijn alternatieve geschiedenis meer wensdroom is dan een degelijke constructie van wat er allemaal speelde rond het Nederlands voetbalelftal. Juist bij een kort toernooi als de WK voetbal, dat amper zeven wedstrijden duurt — en indertijd slechts zes nog — speelt het toeval een zo grote rol in het resultaat, dat er veel te grote conclusies worden verbonden aan verloren en gewonnen wedstrijden. Want de factor toeval laten wij namelijk liever buiten beschouwing in onze redeneringen. Daar kunnen we niet goed mee omgaan.

Nederlandse historici denken te Duits, volgens de samenstellers van dit boek, en willen de geschiedenis beschrijven volgens het ideaal van Ranke; Wie es gewesen. Anglosaksische auteurs zijn minder beschroomd om te speculeren, om zo meer duidelijkheid te krijgen over verleden — en van hen zouden we moeten leren.

Mjn geschiedfilosofisch ideaal zou veel eerder zijn om meer te leren uit de psychologie, om beter te leren begrijpen hoe dat denken in verhalen gaat — wat wij automatisch doen — en wat daarin onze blinde vlekken zijn.

Daarmee signaleren Tom van der Meer ea en ik allereerst dat geschiedschrijving moeilijk is, en beter zou kunnen. Alleen zijn we het over de vervolgstap niet eens.

Tom van der Meer (red.), Wat als… Pim Fortuyn niet was vermoord
Wat als… De geschiedenis heel anders was gelopen

240 pagina’s
Meulenhoff, 2011

[x]