Interviewer en de schrijvers ~ Ischa Meijer

► door: A.IJ. van den Berg

Boeken kunnen tijdscapsules zijn. Tenminste, als er nog herinneringen leven bij de lezer aan toen.

Ik las een bundel met vijftig schrijversinterviews. Alleen is de man die deze gesprekken afnam ondertussen al ruim twintig jaar dood. Van zijn gesprekspartners leven er slechts nog tien; en die zijn als schrijver grotendeels uitgedoofd. Enkel Maarten ’t Hart komt nog weleens in de aandacht als hij een nieuw boek uitbrengt.

Een aantal namen ook lijkt me inmiddels in de vergetelheid te zijn verdwenen, met hun oeuvres daarbij. Of leest er nog weleens iemand een gedicht van Jan Elburg? Blij verrast? 1

Ischa Meijer kon wel wat als interviewer. Hij verleidde zijn gesprekspartners met regelmaat tot bijzondere uitspraken. Ook in die zin bracht deze bundel een reis terug in de tijd. Het soortelijk gewicht van de gesprekken was opvallend hoog. Het vraaggesprek als geschreven journalistiek genre lijkt me sindsdien ernstig in waarde gedevalueerd. Schoongewassen verkooppraatjes zijn het doorgaans inmiddels. Of anders tandeloos mummelende human interest. Omdat er te vaak iemand geïnterviewd wordt die volstrekt niets te melden heeft. De bekende Nederlander; strak in de lak.

Interviews gaan tegenwoordig ook altijd allereerst over iemands leven, zelden enkel nog over ideeën.

Hoewel De interviewer en de schrijvers claimt dat er vooral werk is opgenomen dat niet eerder verzameld werd, bleek ik toch een vrij groot aantal gesprekken al te kennen. Soms zullen die in andere boeken zijn opgenomen — want ook schrijvers publiceren weleens bundels met hun verzamelde interviews; zij het dat ze daarin zelf de hele tijd het woord hebben.

Van de zeventien interviews uit de jaren negentig is vrij zeker dat ik die al in de oerversies las; toen ze in krant of tijdschrift verschenen.

En mijn totale indruk over dit boek is: zo was het dus ooit. Zo lag het land er vroeger bij. Hier kom ik uit vandaan. Dit was ooit het normaal, zoals die terloopse en minder terloopse aandacht op de oorlog in zo veel gesprekken. Dit waren allemaal schrijvers ooit die me belangrijk leken. Waarschijnlijk omdat ik hun werk onvoldoende kende; vrijwel zeker omdat ik vijfentwintig, dertig jaar terug minder van over de grens had gelezen dan op het moment.

Want geen van de vijftig opgenomen interviews, portretten, en reportages maakten dat ik nog eens een boektitel aantekende, om snel te gaan lezen.

Naast die trip down memory lane had ik de meeste aardigheid aan een paar interviews die een schrijver op een vroeg moment in hun loopbaan vatten. Gerrit Komrij op het schrijven te zien reflecteren, terwijl hij net Papieren tijgers heeft gepubliceerd, is interessant.

Het hilarische in de stijl is voornamelijk bedoeld voor de schrijver zelf?
Komrij: ‘Natuurlijk. Het is bedoeld om mezelf voortdurend te reguleren en in de gaten te houden — anders zou ik voor mijn tijd een of andere weerzinwekkende kwezel worden. Dat is een gevaar dat heel veel mensen bedreigt, vooral in een land dat voor 90 procent bestaat uit weerzinwekkende kwezels. 95 procent.

De mensen hier nemen zich altijd op een pijnlijke manier serieus.

Zo raak je in een dilemma: ik wil niet serieus zijn en toch au sérieux genomen worden. […] [198-199]

Ook was het verrassend dat Meijer buitenlandse auteurs heeft geïnterviewd, als een Gore Vidal, Georges Simenon, of een toen piepjonge Ian McEwan.

En toch… Tijdreizen blijkt dus niet per se altijd een boeiende ervaring te zijn. Hoe prettig het lezen van De interviewer en de schrijvers tijdens het lezen ook was.

Ischa Meijer, De interviewer en de schrijvers
50 literaire interviews van 1966 tot 1993

343 pagina’s
Prometheus, 2003
  1. * update januari 2017. Ikzelf dus. Niet blij verrast. []

[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden