Mooi weer vandaag & Fluiten in het donker ~ S. Carmiggelt

► door: A.IJ. van den Berg

Bij Carmiggelt lees ik nog weleens over een literair schandaal van vroeger. En vrijwel altijd werkt dat verhelderend. Zo vond ik bijvoorbeeld Hemingway’s Parijse memoires in A Moveable Feast vreselijk, vooral om de zo pijnlijk laffe roddel daarin. Alleen is dat werk inmiddels gecanoniseerd. De vertaling werd een paar jaar terug zelfs ineens opgenomen in de reeks privé-domein. Connie Palmen vond het bij die gelegenheid geweldig. Alleen bewierookt die vrouw, zoals bekend, altijd enkel wat door anderen al eens heilig is verklaard — wat haar oordeel daarmee overbodig maakt.

Simon Carmiggelt vond dat boek niets, toen het verscheen, en de meeste tijdgenoten van hem al evenmin. En dan had Carmiggelt nog wel zo’n liefde voor Parijs. Kwatongen zagen er indertijd zelfs de reden in dat Hemingway zelfmoord pleegde — want de schrijver besefte door dit boek het niet meer te kunnen.

Een kleine zestig jaar later lijkt me dat oeuvre ook vrijwel dood, om het inmiddels bizar geworden macho-gehalte van de boeken en verhalen. Al blijft de invloed van Hemingway op het gebied van het schrijven groot; latere literatoren zijn kariger gaan schrijven; als hem.

En uit de literaire canon verdwijnt alleen terloops ooit wat.

In de bundel Mooi weer vandaag memoreert Carmigggelt dat Simon Vestdijk de eerste Nederlandse schrijver was die nogal alledaagse bezigheden in zijn romans opnam. In Meneer Visser’s hellevaart , uit 1936, gaat de hoofdpersoon naar de wc. En wat hij daar moest, werd enkel beschreven met de zin:

Het lichaam trad uit.

Desalniettemin waren de nette kranten geschokt, en werd geschreven dat die Vestdijk een viezerd was.

Kom daar nu nog eens om. Als schrijvers al in het nieuws komen tegenwoordig is het om iets dat ze doen, of winnen, of juist niet meer doen, vanwege hun dood. Dat éen element uit een boek, een roman dan nog, een uitgesproken reactie zou opriepen, dateert uit het verleden.

Mocht overigens de betekenis van het toilet in Vestdijk’s biografie niet onderschat worden.

In Mooi weer vandaag staat bijvoorbeeld dan ook de uitleg waarom Gerard Reve ooit nog eens Het Boek van het Violet en de Dood moest gaan schrijven; in Reve’s eigen woorden. Waardoor ik toch over een paar verschijnselen nadenken moest.

Kwam daar een minidiscussie bij op Twitter over welke columnist nu nog zo schrijven zou als Carmiggelt. Wie van de duizenden stukjesschrijvers die Nederland inmiddels telt, durft het bijvoorbeeld aan om gewoon een verhaal te vertellen in die paar honderd woorden?

Ik vrees dan vrijwel geen, omdat de meesten zichzelf altijd zo voor hun onderwerp positioneren. Professionele buitenstaanders, die zoals Carmiggelt hoogstens een bijfiguur in de eigen verhalen wou zijn, lijken er nauwelijks meer te bestaan.

Zwijg ik nog over de ondraaglijke lichtheid daarbij in de onderwerpkeuze van zo veel tijdgenoten.

Werd daarmee ook een vraag welke hedendaagse columnist ik over vijftig jaar, bij leven en welzijn, ongestraft zou kunnen herlezen. Zoals dat nu opnieuw geen enkel probleem was met de dubbelbundel Mooi weer vandaag en Fluiten in het donker — beide gewone bundels met de beste columns uit een jaar, die toch al uit het midden van de jaren zestig dateren.

Goed, de wereld was behoorlijk wat overzichtelijker in de jaren vijftig en zestig. Adriaan Morriën kon in een krantenrubriek nog kalmpjes alle literatuur bespreken die er uit was gekomen die week, en de Duitse en Franse belletrie daar nog bij. Allen die indertijd naam wisten te maken, hadden veel minder concurrentie dan wie nu beroemd wil worden met enkel dat schrijven.

Toch lijkt me een gegeven dat wat vroeger uitkwam aan goede boeken hoger van kwaliteit is dan wat er tegenwoordig verschijnt. Die waarneming kan aan mijn persoonlijke vertekening liggen. Mij is ooit al op school ingewreven wie er de belangrijke schrijvers waren; eerbied werd me al ingeprent voor ik zelf kon oordelen. Maar mij lijkt ook dat taal in deze tijden anders wordt gebruikt; misschien omdat de betekenis van het geschreven woord veranderde. Waarbij dan nu de precisie tekortschiet, en er vooral gravitas mist.

Het is misschien flauw om weer naar die oorlog te verwijzen bij Carmiggelt. Alleen, hij had wel wat meegemaakt, anders dan de meeste hedendaagse auteurs

S. Carmiggelt, Mooi weer vandaag & Fluiten in het donker
241 pagina’s
De Arbeiderspers, 2011

[x]