Wie God verlaat heeft niets te vrezen ~ Maarten ’t Hart

► door: A.IJ. van den Berg

Een groot deel van deze beschouwingen over de bijbel verscheen midden jaren negentig in NRC-Handelsblad. Maar de krant kreeg er zo veel woedende post over, dat de redactie toen besloot de serie te stoppen. Later publiceerde ’t Hart nog zeven beschouwingen, en de respons daarop was even fel.

Dit vind ik merkwaardig, maar dat betekent vast dat ik geen enkel religieus gevoel heb. Mijn heilige boeken zijn enkel maar kunstwerken. Er zullen best fouten in staan, maar dat doet er niet toe.

Want, meer dan de ongerijmdheden in de bijbel aanwijzen doet ’t Hart niet. Of het moet zijn dat hij onderdelen van de geloofsbeleving merkwaardig noemt, omdat ze niet in de bijbel terug te vinden zijn. De kinderdoop moet daarmee wel een menselijke uitvinding zijn, en dus corrupt.

Indertijd heb ik sommige stukken in NRC-Handelsblad ook al gelezen, en nu bleek me hoeveel indruk dat toch al gemaakt heeft. Zelfs al spot de schrijver met niets dat mij heilig kan zijn.

Prachtig vind ik het steeds terugkerende thema dat geen christen zich meer houdt aan de talloze geboden in de bijbel. Zelfs de mannenbroeders van de SGP niet. Zo zegt Leviticus 20 vers 18 dat zowel man en vrouw ‘uitgeroeid’ moeten worden, als ze tot elkaar zijn gekomen toen de vrouw menstrueerde.

En heerlijk is het, als ’t Hart de logica van bijbelpassages ter vrage stelt. Zoals de vondst dat de zilverlingen die Judas van de Romeinen kreeg al drie eeuwen geen betalingsmiddel meer waren. Bovendien, hij beheerde de kas. Dus als Judas geldnood had, waarom was hij er dan al niet eerder met dat geld vandoor gegaan?

[wordt morgen vervolgd]

Maarten ’t Hart, Wie God verlaat heeft niets te vrezen
De Schrift betwist

176 pagina’s
Uitgeverij De Arbeiderspers, 1997

[x]