Ideeën, Tweede bundel ~ Multatuli

► door: A.IJ. van den Berg

De tweede bundel met Multatuli’s Ideeën beviel een stuk beter dan de eerste. Voornaamste reden daarvoor was dat de eerste helft bijna op een normale essaybundel leek, met lange betogen, en dus niet zo’n allegaartje is.

In het nawoord van dit boek legt J.J. Oversteegen uit dat deze reeks Ideeën moeizaam tot stand kwam. Uiteindelijk nam Douwes Dekker daarom een reeks onderwerpen op waar hij ook al lezingen over gehouden had.

Voor een deel gaan die betogen natuurlijk over actuele zaken van dat moment, waar ik geen kennis van heb, in detail. Tegelijk is heel veel ook wel duidelijk. Nederland stond er niet goed voor, in de tweede helft van de negentiende eeuw. Tegenwoordig wordt bijvoorbeeld de doorsnee lengte van de bevolking gebruikt om de welstand daarvan uit te drukken. En dan gaat het inmiddels erg goed met de Nederlanders; het gemiddeld grootste volk op aarde. Maar toentertijd hoorden de mannen hier tot de kleinste in Europa.

Daarnaast waren er Multatuli’s duidelijke opinies over de zegeningen die de Nederlanders brachten in de koloniën.

Bovendien schrijft hij helder, en bijzonder scherp, waardoor het op zich niet zo veel uitmaakt niet de details te kennen van de zaken waarover Multatuli zich opwond. Goede polemiek te mogen lezen, is altijd een vreugde.

[…] Is de scherpe afzondering der standen, zoals die in Nederland wordt gehandhaafd, zedelyk? Ik trek geen partij voor de onttroonde adel der middeleeuwen, maar zyn we zoveel verder met onze kruieniershoogheid? Met onze boerentrots? Met de morgue van onze parvenu’s? Met de insolventie onzer vry-arbieders, contractanten, concenssionarissen, effectenprinsen, en hoe al ’t volk heten moge, dat ’n onevenredig deel inslokte van de algemene welvaart?

uit Idee 451
scheiding

Op hoger en lager scholen wordt een-en-ander onderwezen, dat meestal later blykt eigenlyk meer te zyn opgenomen onder de vakken van onderricht, om zeker soort van leraars aan de kost te helpen, dan die leerlingen tot praktisch-bekwame mensen te vormen. Dit geldt voor de werkman zo goed al voor de zogenaamde geleerde. Het lezen en schryven van die eerste, baat hem even weinig, als de klassieke schoolgeleerdheid de ander. Oefening in het denken — beter buiten dan in de school — wordt meermalen eer onderdrukt dan aangemoedigd, en de blyken daarvan zyn menigvuldig. Het zeer gemakkelyk autoriteitsgeloof neemt de plaats in van zelfoordelen, en de oogst zou zeer schraal wezen, als men de oorspronkelyke denkbeelden byeensprokkelde, die er sinds lange tyd gegroeid zyn op Nederlandse grond. In requisitoren en vonnissen beroept men zich brutaal-dom op jurisprudentieën van ’t een of ander hof, dat is: op de mening van ’n paar onbekende ouwe heren die lang genoeg leefden om raadsheer te worden. Het heeft er veel van, als-of men zeide: zo was ’t gevoelen van apostel die of profeet die. En aldus worden er vonnissen gegrond op opiniën van personen die aan spoken geloofden, en niet wisten dat de aarde draait. Dat noem ik de theologie van het recht.

uit Idee 451

En goed, dan komen Multatuli’s ideeën over onderwijs en recht overeen met wat ik hier en daar al eens signaleerde. Waardoor het makkelijk lijkt om het met hem eens te zijn. Toch is mijn respons eerder berustend. Sommige zaken in Nederland veranderen nooit. Wat éen man daar met bewijs en al tegen inbrengt, maakt helemaal niet uit.

Dus blijft er misschien wel niet meer over dan van zijn ideeën en taal te genieten.

De laatste helft van deze tweede bundel is helaas weer wat een hutspotje. Het feuilleton over de kleine Wouter gaat verder, Multatuli rondde wat lopende zaken af, Max Havelaar maakt een terugkeer, en zo is er nog wel wat meer. Zo nu en dan wordt zelfs een aforisme gebracht:

Geen schryver is verstandig genoeg om de domheid zyner lezers te begrijpen

Idee 523

Maar het is me inmiddels duidelijk waar mijn voorkeuren liggen bij deze auteur.

wordt ongetwijfeld vervolgd

Multatuli, Ideeën. Tweede bundel
Met een nawoord van J.J. Oversteegen
379 pagina’s
Em. Querido’s Uitgeverij 1985, oorspronkelijk 1865, 1872

[x]opgenomen in het dossier: