Ideeën. Vyfde bundel ~ Multatuli

► door: A.IJ. van den Berg

Hoe anachronistisch ook, ik moet de vergelijking toch maar herhalen. De bundels met ideeën van Multatuli zijn als een weblog van zijn tijd. Alleen heeft elk idee een nummer, in plaats van een datum. En moest het publiek telkens langer wachten tot een nieuwe aflevering verscheen dan vaste bezoekers van boeklog bijvoorbeeld.

Vervolgens reageerden lezers ook — waarop de auteur dan vaak met een repliek kwam.

Deze Vyfde bundel verscheen vrij vlot na de vierde. Eduard Douwes Dekker had er zijn best op gedaan; hoewel hij ook behoorlijk ziek was in 1873, volgens de bezorger J.J. Oversteegen.

Het boek bevat vele nieuwe afleveringen van de Wouter-geschiedenis; die later in vele bewerkingen zijn uitgegeven als het kinderboek Woutertje Pieterse. Dat altijd enige redactie nodig is, komt omdat Multatuli ook telkens verwijst naar dit verhaal in ideeën die een element daarvan nader uitwerken.

Opvallendste onderdeel van de Vyfde bundel vond ik Multatuli’s uitgebreide kritiek op het toneelstuk Floris de Vijfde van Willem Bilderdijk. Daaraan deugde niets, al was het meest ergerlijk nog wel dat Bilderdijk zo geniaal werd geacht door iedereen; en een tegengeluid daarmee onmogelijk werd.

Verder staan er enige aardige uithalen in, naar onder meer de spellingshervormers, die ook toen al niet met hun poten van de taal konden afblijven. En idee 1058c houdt zich voor de verandering eens bezig met wat anderen aanzagen voor deugd; en welke vormen die aan moet nemen.

Wordt niet gedurig en telkens de hele heldinnigheid der vrouwelyke deugdmodellen saamgeperst tot de vraag: of de jonge-juffrouw tot het laatste blaadje toe — by onze Machteld met inbegrip zelfs van bruiloft en huwelyk! — inderdaad, anatomisch gesproken, jonge-juffrouw gebleven is? Bemerkt ge dan niet, lezers, dat de schryf-moralisten uw hele litteratuur-deugd tot ’n onderwerp van vroedkunde hebben gemaakt? Stuit u de plompheid niet, waarmee zulke theorieën — ook uit het oogpunt van Kunst zo bitter armoedig — aandruisen tegen mensenwaarde, tegen karakter, tegen ontwikkeling? Zult ge dan nooit u verzadigd afwenden van de grofheid der ficelles waarmee men uw belangstelling heensleept naar dat ene éne punt? Naar dat onderdeel van het mens-zyn? [192]

Onvoorstelbaar was voor Multatuli dat mensen belangstelling konden hebben voor geneuzel of hij haar nu wel of niet had gezoend — en dan leefde hij nog in een tijd zonder media waarin juist dit de belangrijkste vraag lijkt te zijn geworden.

Waar het hem wel om ging, wordt ook opvallend duidelijk uit dit boek. Omdat in Nederlandsch-Indië de oorlog in Atjeh weer aanwakkerde — dat langste gewapende geschil uit de Nederlandse geschiedenis — en Multatuli daar voor de verandering niets parmantigs over te melden had; omdat hij oprecht geschokt was.

Multatuli, Ideeën. Vyfde bundel
Met een nawoord van J.J. Oversteegen

350 pagina’s
Em. Querido’s Uitgeverij 1986, oorspronkelijk 1873, 1877

[x]opgenomen in het dossier: