Gele teken ~ Edgar P. Jacobs

► door: A.IJ. van den Berg

Het beste stripalbum van de twintigste eeuw is dit, volgens de Belgische kenners. Een invloedrijke strip ook, die vele andere striptekenaars aanzette tot realistischer werken; zowel in tekenstijl als verhaal.

En ik vermocht dat toch niet helemaal te zien. Maar, dit komt vaker voor, bij werken uit een canon. Wie slechts de navolgers kent, heeft soms moeite om te begrijpen wat zo uniek was aan het voorbeeld. Bovendien is dit verhaal gemaakt in een tijd dat het beeldverhaal nog een suspect genre werd geacht; gevaarlijk voor kinderen bovendien. Jacobs moet zich grote zelfcensuur hebben opgelegd — zo komt er geen vrouw in de verhalen voor — en die beperking is ook voelbaar zonder van de details te weten.

Prachtig aan Het gele teken vind ik uiteindelijk vooral de sfeer van de strip. Het verhaal speelt zich namelijk af in een winters Londen. En als het daar niet mist, door alle kolenstook, dan is het wel nacht. En alleen daardoor al krijgt die wat basale klare lijn van Jacobs expressiemogelijkheden die zo vaak missen in werk in deze stijl.

Het verhaal heeft in het begin ook iets prettig ongrijpbaars. Er is iets of iemand schurkachtig actief in Londen — zo wordt de koningskroon uit de Tower ontvreemdt — en deze snoodaard zet daarbij telkens een handtekening. Bestaande uit die gele letter M, in een cirkel.

En telkens als onze helden de schurk te pakken lijken te krijgen, ontsnapt deze weer. Op miraculeuze wijze. Maar uiteindelijk ook, en dat is dan weer wat vervelend aan het verhaal, omdat deze over bovenmenselijke eigenschappen beschikt; zoals dat kogels hem niet deren.

Het gele teken eindigt dan wel weer met een verklaring voor hoe iemand dat kan. En daarachter gaat dan weer het werk van een monomane en machtsgeile geleerde schuil, met een imposant geheim hoofdkwartier — ene professor Septimus, die in meerdere boeken van de reeks schijnt voor te komen.

En dan is nu, een kleine zestig jaar na de oerpublicatie in het stripblad Kuifje, moeilijk na te gaan in hoeverre zulke clichés toen ook al niet vervelend waren.

Wordt in het verhaal overigens wel uitgelegd waarom nu juist die M als visitekaartje diende?

Bekend is dat Jacobs zich bij dit teken inspireerde op de film M. van Fritz Lang; maar heb ik nu gemist of er in het verhaal ook iets over gezegd wordt?

E.P. Jacobs, Het gele teken
70 pagina’s
Uitgeverij Blake en Mortimer, 1999
vertaling van Le marque jaune, 1956

* illustratie uit het besproken boek


[x]opgenomen in het dossier: , , ,