Schitterend schaak ~ Hans Ree

► door: A.IJ. van den Berg

Ree reikt in deze bundel met stukken over schaken chronologisch zo ongeveer tot het punt waar mijn belangstelling ophield. Dat de volstrekt incapabele Kirsan Iljoemzjinov voorzitter werd van internationale schaakbond FIDE heb ik nog mee gekregen, in 1995. Die man is bovendien zo’n onvoorstelbare operettedictator, en Kalmukkië daarmee zo’n raar land, dat alle nieuws over hem interessant wordt.

Maar eerder waren Kasparov en Short uit de bond gestapt, om een eigen wereldschaakorganisatie op te richten.

En toen werden er ineens allerlei matches gespeeld om een uitdager te vinden voor de ware wereldkampioen, die in elke bond een andere was. Dat leek me allemaal drukte om niets.

Tegelijk moet ik toch ook zelf ergens in de jaren negentig besloten hebben het nu wel gezien te hebben, met dat schaken. Altijd dat gedoe, met die standaardopeningen, en die paardjes, hup eruit, om het centrum te bedreigen. Het enige voordeel dat schaken heeft, als tijdverdrijf tegenover patience, was nog net dat je voor schaken een tegenstander nodig had. Al kon de computer het inmiddels ook heel aardig; zij het dat software nooit zo leuk doldriest speelde als in het café gebeurde.

Ik merkte daarom deze bundel met minder belangstelling te lezen dan de voorafgaande, die een tijd bestreken waaraan nog duidelijke herinneringen bestonden. Terwijl het toch andersom zou horen te zijn.

Zoals altijd bij Ree verouderen de boekbesprekingen het snelst; tenzij hij klassiekers onder de schaakboeken bespreekt. Zoals steeds is hij het meest leesbaar als er mensen beschreven worden, in al hun hebbelijkheden.

Schitterend schaak bevat bijvoorbeeld een paar erg goede in memoriams. Daarbij is een memorabel stuk waarin Hein Donner niet heiliger wordt gemaakt dan hij was.

Hans Ree, Schitterend schaak
335 pagina’s
Uitgeverij L.J. Veen, 1997

[x]opgenomen in het dossier: