Handige dromer ~ A.L. Snijders

► door: A.IJ. van den Berg

Aantrekkelijk voor mij in Snijders’ werk is — naast het taalgebruik, en de samengebalde kracht van zijn zkv’s — dat wij eenzelfde boekenlandschap lijken te bewonen. Gauw eens als hij een schrijver noemt in een verhaal, op de radio of in de e-mail, dan stijgt het bezoek aan de boeklogjes hier over diezelfde auteur.

Twee weken terug ging het in een zkv over een opmerking van Jules Renard. Dat leverde boeklog die dag tientallen extra hits op. Allemaal op de pagina’s over Renard’s dagboeken. En zoiets gebeurt te vaak in een jaar om toeval te zijn.

Tegelijk, A.L. Snijders, de enkelingen geïnteresseerd in wie hij citeert, en ik, wij zijn geen legioen. Wij zijn niet met velen.

Niemand leest woorden op papier. We leven in een overgangstijd, de literatuur verdwijnt als massaproduct – net als de klomp, de kolenkachel en de door het paard getrokken ploeg. De literatuur wordt weer het domein van een kleine groep.

Zo schreef hij vorig weekend over zijn medetreinreizigers, in de wekelijkse mail.

En weliswaar lezen Snijders en ik met grote regelmaat dezelfde schrijvers, of hebben we deze gelezen. Onze ideeën daarbij lijken zelden op elkaar, zo valt me op. Hij leest zulke boeken anders dan ik dat doe. Voor een deel zal dat temperament zijn — hij leest aanzienlijk langzamer dan ik — voor een deel leeftijd, en daarmee leeservaring.

Zeldzaam alleen de lezer door wie ik ga twijfelen over wat ook ik gelezen heb. Al lukt het me overigens niet om in al zijn keuzen mee te gaan.

In de vierde bundel zkv‘s, Een handige dromer, sleept A.L. Snijders bijvoorbeeld de hele tijd om met de Daode Jing. En hij vindt de paradoxen van het Taoïsme aanmerkelijk interessanter dan mij ooit is gelukt. Hoewel het me zeker lukt om de aantrekkingskracht te zien van een denksysteem dat rigiditeit en daarmee dogma’s afwijst.

Als Snijders het over boeken heeft of schrijvers, en dit gebeurt vaak, biedt dat mij dus tegelijkertijd bevestiging zowel als ontkenning. We hebben duidelijk gezamenlijke voorkeuren. Alleen moet ik daar vooral niet snoeverig overig worden, want hem vallen heel ander regels op in die teksten dan ik.

En goed, een stamgast in de verhalen is mijnheer Alosery, een Jehova’s Getuige die met regelmaat bij Snijders thuis langskomt, en dan vaak over een Bijbel-passage vertelt. Daartoe is mij al evenmin het geduld gegeven. Mij zou juist dan bijvoorbeeld de paradox tergen dat deze Getuigen zo zeker weten dat slechts 144.000 van hen wedergeboren zullen worden, terwijl de beweging wereldwijd acht miljoen leden telt.

Een handige dromer is de bundel zkv’s uit het jaar van A.L. Snijders’ publieke doorbraak. Hij won toen de Constantijn Huygens-prijs voor zijn gehele oeuvre. Hij verscheen daarom in een destijds populaire talkshow op televisie. De VPRO nam hem een marathoninterview af.

Joost Conijn, van het zelfgebouwde vliegtuig, zou de schrijver portretteren in een documentaire met dezelfde titel: Een handige dromer.

En mede daardoor komt Conijn ook weer terug in de zkv‘s; met zijn ideeën over techniek. Net als andere bevriende schrijvers met regelmaat in de verhalen optreden. Waardoor het Nederlandse literaire landschap dan weer erg klein kan lijken.

Maar mooi blijft dat alle samenvattingen van bundels als deze de teksten daarin nooit recht kunnen doen. Er staan domweg te veel verhalen in. Elke opmerking daarover in het algemeen vertekent. Kan ik nog zo mijn best willen doen om met steeds een net andere invalshoek te willen verklaren waarom ik deze boeken zo graag lees.

A.L. Snijders, Een handige dromer
Een keuze uit de zkv’s 2009-2010
223 pagina’s
AFdH Uitgevers, 2010

[x]opgenomen in het dossier: