Wapenbroeders ~ A.L. Snijders

► door: A.IJ. van den Berg

Snijders houdt van schrijven, maar overschrijven heeft zijn voorkeur, zo staat in de bundel Wapenbroeders. Vraag was daarbij toen of de auteur dit ook echt meent; en of hij zich niet voor even verloor in een dichterlijke vrijheid.

Niet dat dit verder uitmaakt. Gegeven is nu eenmaal dat hij vaak citeert, en dan meteen ook hele stukken. Nee, zelfs dat ik vermoed dat lang niet alles wat hij in zijn verhalen opschrijft van hemzelf is.

Wie schrijft hoort ook woorden te gebruiken die lezers al kunnen herkennen. Zo bezien is recycling als vanouds ingebakken in de taal. Originaliteit komt dan hoogstens eens van een vondst in de formulering. Of door al bestaande begrippen op een verrassende manier samen te voegen. Geheel nieuwe ideeën daarentegen zijn zeldzaam. En alles wat een mens menselijk maakt is in de oudheid al eens beschreven.

Het komt er bij waarheden alleen op aan om die liefst helemaal zelf als waarheid te ontdekken; dan voelen ze tenminste ook aan als waar en echt.

Kan lezen helpen om bij andere schrijvers de woorden tegen te komen die een nieuw benul laten ontkiemen. Alleen, dan moest daar wel ontvankelijkheid voor bestaan.

Zelfs de benaming Wapenbroeders van deze bundel is al niet origineel, Louis Paul Boon schreef eerder een roman met deze titel.

In Snijders’ boek wordt duidelijk dat ook hij in zijn jeugd eens een roman heeft geschreven, keurig volgens de regels, fatsoenlijke literatuur, over een meisje in Luik. Wapenbroeders van Boon was toen zijn favoriete roman, mede omdat die auteur in deze Vos Reinaert-variant zijn kritiek had kwijt gekund op alles wat hem zo verkeerd had geraakt in de maatschappij waarin hij leefde.

Daarop zou Snijders een brief aan Boon hebben geschreven, met de mededeling dat ook hij een romanschrijver was. Waarop Louis Paul Boon hem in een brief terug het nogal principiële verschil uitlegde tussen literatuur die liefst in de traditie wil staan, en literatuur die reageert op het leven zelfde — een besef waarvan ik op boeklog al eens signaleerde dat ook Multatuli en Vonnegut het deelden.

Boon, Vonnegut, en Multatuli kozen voor leven in hun boeken, en daarmee tegen de al te opgelegde vormen van hun tijd.

Snijders, die toen dat pseudoniem vast nog niet gebruikt zal hebben, legde na de brief van Boon zijn geheel volgens alle toenmalige eisen geschreven roman voor altijd weg.

Als dat verhaal waar is tenminste. Al volstaat voor mij dat het verhaal waar gebeurd zou kunnen zijn.

Wat ik wel geloof is dat A.L. Snijders in 2012, het jaar dat de zeer korte verhalen (zkv‘s) uit deze bundel geschreven werden, een schrijver was geworden die nogal eens ergens kwam opdraven om dan iets voor te lezen uit eigen werk.

Ook neem ik aan dat hij dat jaar de boeken las die hij zegt te hebben gelezen. Of anders was dat op een ander moment.

Bij de zkv’s van Snijders gaat het me niet om hun geloofwaardigheid. Wel om hun waarachtigheid; wat iets heel anders is.

Moest er ook iets samenvattends te schrijven zijn over, in dit geval, 131 verhalen om voor boeklog nog wat aan te kunnen met een bundel als deze. En dat valt nog niet mee, bij het zoveelste boek van de man; die inmiddels haast meer op afleveringen van tijdschriften lijken — behalve in de zorgvuldige vormgeving dan — als op makkelijk van elkaar te onderscheiden uitgaven.

Wapenbroeders las ik niet zo lang geleden ook al eens eerder. Herlezing kwam vooral omdat zijn nieuwe bundel eerst in december zou uitkomen, toen in januari, en inmiddels voor april staat aangekondigd. Herlezing kan alleen vrijwel ongestraft, omdat wel de toon van de verhalen onthouden wordt, en iets van de muziek, maar nooit de precieze noten.

Behalve dan dat verhaal van die Amerikaanse cheque met kerstmis, van een tante, voor de man als jongen. Dat lijkt de schrijver haast in elk boek te hergebruiken.

A.L. Snijders, Wapenbroeders
131 zkv‘s
288 pagina’s
AFdH Uitgevers, 2013

[x]opgenomen in het dossier: