Ridder die niet bestond ~ Italo Calvino

► door: A.IJ. van den Berg

Stop meerdere boeken in éen band, en onwillekeurig zullen ze met elkaar worden vergeleken. En zelfs al las ik de drie ‘historische’ romans van Calvino ditmaal los van elkaar, dan nog is er het gegeven dat kennis van het ene boek het lezen van het volgende beïnvloedt.

Dus kan ik niet eens objectief zeggen of De ridder die niet bestond de beste roman is van het drieluik over Onze voorouders — terwijl dit toch zo aanvoelde.

Het kan namelijk zijn dat De gespleten burggraaf en De baron in de bomen me ontvankelijk hebben gemaakt voor dit derde boek. Dat ik Calvino’s gebreken als auteur beter kon negeren.

Want, ondanks al mijn enthousiasme over zijn werk, ben ik niet blind voor waar het bij de schrijver aan schort. Een levend mens, die meer is dan de intelligente uitwerking van een idee, komt er in zijn boeken nauwelijks voor.

Wonderlijk genoeg zijn in de drie romans de vertellers, die in de eerste twee boeken bijfiguren waren in het eigenlijke verhaal, nog de meest waarachtige personages.

Maar in De ridder die niet bestond werd zelfs de ridder die niet bestond — die een leeg harnas was, enkel aangedreven door wilskracht — bijna een echt mens. Ondanks zijn griezelige perfectie.

Een ridder die niet bestaat hoeft namelijk niet te eten, noch te slapen. Die heeft als enige in het leger van Karel de Grote gelegenheid om zijn uitrusting schoon te houden en te oliën. Dat alleen al maakt zo iemand tot voorbeeld voor anderen; zelfs al is hij enkel een idee.

Italo Calvino zal zo ver niet vooruit gekeken hebben in 1959. Toch zette De ridder die niet bestond me ook tot gedachten aan over robotsoldaten — die nooit hoeven te rusten, mits hun accu’s stroom blijven vinden. Of over onbemande vliegtuigen, die zo veel meer kunnen in de lucht dan de vliegtuigen waar per se nog een pilootje in moet; terwijl deze vervolgens altijd flauw valt na een te snelle bocht.

De ridder in zijn lege harnas is alleen al een memorabel personage omdat een gedenkwaardige vrouw verliefd werd op hem. Bradamanta. Die stiekem meevocht met de mannen — en mede daardoor geen bijzonder hoge dunk had over ridders. Op die ene bijna perfecte na dan.

Bradamanta’s bijzondere eigenschappen zijn dan weer onderdeel van het plot van de roman. Dus daar zwijg ik verder over.

Alleen heeft De ridder die niet bestond dus een duidelijk plot. En ongetwijfeld heeft Calvino in de aanloop naar deze ontknoping allerlei ridderverhalen gepersifleerd zonder dat ik die herken — want zo’n schrijver is hij ook. Wat zijn werk dus weer zo eminent herleesbaar maakt. Hoe meer de lezer erin kan stoppen, hoe meer Calvino’s boeken terug lijken te geven.

Maar ridders gaan in de verhalen nu eenmaal op queesten. Zo ook in deze roman. Waarbij Bradamanta hem volgde, met een merkwaardige schildknaap aan haar zijde.

En straight verteld had een ridderverhaal me nooit geïnteresseerd. Laat staan in de vorm van een historische roman. Er is parodie nodig, zoals bij Monty Python, om zo’n gegeven genietbaar te maken. Of het geheel moet iets sprookjesachtigs krijgen, dat dan toch bijna geloofwaardig is, zoals bij Calvino.

Want zelfs een korte roman van hem biedt meer dan menig auteur in zijn hele oeuvre voor elkaar krijgt.

Italo Calvino, De ridder die niet bestond
139 pagina’s
Atlas, 2009
vertaling door Henny Vlot van Il cavaliere inesistente, 1959

[x]