Gespleten burggraaf ~ Italo Calvino

► door: A.IJ. van den Berg

Afzijdig sta ik in het vaak zo felle debat over de voordelen van het papieren boek boven elektronische uitgaven. Of vice versa. Voordelen hebben beide, en nadelen evenzeer.

Weinig kan me zo vrolijk maken als het zien van een rijtje boeken in de kast als die van bijvoorbeeld John McPhee — die daar zichtbaar maken dat ik altijd iets goed te lezen zal hebben. Zo, voor het grijpen, staan die titels daar.

En weinig irriteert me meer dan de boeken die op een koopje werden uitgegeven. Waarvan de bladspiegel niet deugt, het papier te goedkoop is, of de band veel te dik.

Digitale boeken zijn tenminste altijd prettig leesbaar te maken.

Eén zo’n werkelijk nare uitgave op papier is de omnibus Onze voorouders van Italo Calvino uit 1986. Die telt te veel en te grote pagina’s, van een papier dat na vijfentwintig jaar op plaatsen al vervelend een diepbruine goedkoopte uitwasemt.

Het lukte me daarom simpelweg niet om de drie opgenomen romans te herlezen. Terwijl ik ze toch al enige tijd herlezen wilde. Blij was ik daarom dat er losse heruitgaven bestaan van de drie delen.

Alleen viel De gespleten burggraaf me toen niet bijzonder mee — wat heel goed kan omdat deze novelle uit 1951 de eerste was van de drie boeken van Calvino die speelden in een vaak wat sprookjesachtig verleden. Overigens biedt zelfs een matige Italo Calvino nog altijd meer dan wat de meeste auteurs presteren — hem houd ik aan een behoorlijk hoge standaard.

Calvino grabbelde in dit boek alleen wel opvallend in de geschiedenis naar wat hem goed uit kwam. James Cook [18e eeuw] komt in het boek voor, en dan vooral door een arts die bij Cook in dienst was. Er is sprake van een strijd tegen de Turken [waar het hoogtepunt in de 17e eeuw lag], er spelen pestepidemies [14e eeuw en later], Hugenoten vluchten [17e eeuw], en zo was er nog wel een anachronisme hier en daar meer.

Het verhaal gaat over burggraaf Medardo van Terralba, die half uit de oorlog tegen de Turken terugkomt. Zijn hele linkerkant is weggeschoten — en daarmee schijnbaar ook de goede kant van zijn karakter.

De eerste hoofdstukken van de novelle zijn bijzonder wreed — zelfs voor een verhaal dat een sprookje lijkt — met tal van plastische details over het slagveld en het lijden daar. Waardoor ik me afvroeg of het toeval was dat de schildknaap van de graaf met diens voorliefde voor het schilderen van nare details de naam Curzio droeg.

Want, zo’n boek is dit ook. Niet alleen geeft de schrijver een verhaal, dat verhaal biedt vervolgens in details die er schijnbaar nauwelijks toe doen dan weer commentaar op andere zaken.

Net als de novelle wat inkakt, omdat het niet heel interessant is om over een dom wrede heerser te lezen, blijkt ook de linkerkant van de burggraaf in leven te zijn.

Alleen is die goed op een manier waar al evenmin iemand iets mee aan kan uiteindelijk.

Dus komt het, klassiek, uiteindelijk tot een gevecht tussen de goede en de kwade kant van éen en dezelfde man.

Waarbij toch zij opgemerkt dat geen samenvatting de novelle recht doet. Die moet het veel meer hebben van zijn sfeer, en de ruim aanwezige humor in de terzijdes, dan van het verhaal; met zijn o zo duidelijke moraal.

Ik herinnerde me dit boek als de minste van de drie in die vermaledijde verzamelband, en hoop nu wel dat deze herinnering klopt.

[ wordt vervolgd ]

Italo Calvino, De gespleten burggraaf
114 pagina’s
Atlas, 2009
vertaling door Henny Vlot van Il visconte dimezzato, 1951

[x]