Hermit in Paris ~ Italo Calvino

► door: A.IJ. van den Berg

Er staat een Amerikaans dagboek in deze postume verzameling autobiografisch materiaal. Weer zo éen. En naast dat dit de langste tekst is in het boek, met zijn ruim honderd pagina’s, redde die voor mij deze uitgave ook.

Nu staat er tenminste iets in het boek om nog eens naar terug te keren.

Het was schrapen om Hermit in Paris/Eremita a Parigi vol te krijgen, zo lijkt me. Er staan te veel stukjes voor de krant in, gelegenheidsdingetjes, korte interviews over iets of wat; teksten die hoogstens waarde hadden op het moment van publicatie. En die nu zo deftig verzameld in een boek daar niet per se aan bijdragen.

Toegegeven, bij Italo Calvino gaat het aloude vooroordeel niet op dat je de schrijver het beste leert kennen uit zijn eigen werk. Hij probeerde namelijk in vrijwel ieder boek weer wat anders.

Zo bezien zijn Calvino’s Zes memo’s voor het volgende millennium misschien ook zijn diepst gravende autobiografische werk — want enkel daarin gaat het onomwonden over wat hij van een tekst verlangt. En hoeveel auteurs hebben zich zo over dit onderwerp uitgelaten? Het gevaar opgezocht dat de lezer vervolgens zijn of haar werk naast deze idealen gaat leggen, en oordeelt dan?

Het leven van Italo Calvino [1923 — 1985] is in verschillende perioden op te delen — voor wie dat wil. Er was die jeugd, zoals ieder mens er éen heeft. Die tijd bij de partizanen aan het einde van Tweede Wereldoorlog. Zijn periode als communist, en de breuk met die partij. En er moet toch ook een tijd van welvaart zijn geweest; van toen hij internationaal was doorgebroken, en van puur het schrijven leven kon.

Er staat slechts éen rechtstreekse verwijzing in Hermit in Paris naar dat succes; alleen bestaat die uit het mij al bekende verhaal van hoe Gore Vidal hem de doorbraak bracht in de VS.

Terloopse aanwijzingen zijn verder dan dat Calvino er ook een huis in Parijs op na kon houden, voor vijftien jaar.

Zowel in het opgenomen materiaal als in de summiere toelichting gaat het verder alleen nooit inhoudelijk over deze tijd.

En zelfs over die American Diary 1959-1960 leert de lezer weinig meer dan dat de reis de schrijver een ander boek had moeten opleveren — dat nooit verscheen. Calvino dichtte dat verblijf in de VS later wel een bepalende invloed toe in zijn leven; alleen blijft het dan weer bij een statement als dat. En dit gebrek aan informatie vond ik wat pesterig. Al helemaal omdat Italo Calvino vaak nogal kritisch is over het land dat hij bezocht. Want al was hij misschien op dat moment al geen communist meer; helemaal afstand doen van de vragen waarmee de communisten zaten, deed hij nooit.

Calvino kon naar de VS omdat de Ford Foundation hem een werkbeurs gaf. Günter Grass had ook gezuld, alleen kwam deze niet door het lichamelijke onderzoek; hij had TBC.

Medepassagier op de heenreis was wel ene Hugo Claus, die door Calvino slim en belezen wordt genoemd, hoewel hij verder niets van kwaliteit zag in diens eerste roman.

Tegelijk vind ik een kleine zestig jaar later grappig wel de namen Calvino, Grass, en Claus te kennen, terwijl de overige schrijvers die zo’n werkbeurs kregen vrijwel totale onbekenden zijn. Alfred Tomlinson? Claude Ollier? De naam Fernando Arrabal zei me dan wel weer wat; alleen kende ik die vooral als filmer. Ooit, evenwel, werden zij zessen van een gelijk kaliber geacht.

Als Calvino uiteindelijk in New York de titels en schrijvers opnoemt met dan de meeste buzz zeggen die mij ook al zo weinig. Weinig relativeert zo goed als even kunnen zien waar men zich zoal druk om maakte ooit.

Wat die American Diary zo goed maakt, komt overigens door wat anders. De schrijver is simpelweg even weer aan het werk te zien, in een lange tekst met kwaliteit, die ik nog niet kende. Dan doet de rest van zo’n verzameling mengelwerk er ook nogal wat minder toe.

Italo Calvino, Hermit in Paris
Autobiographical Writings

255 pagina’s
Pantheon Books, 2003
vertaling van Eremita a Parigi, 1994

[x]opgenomen in het dossier: