Kleine verlossing ~ Midas Dekkers

► door: A.IJ. van den Berg

Toen Gerrit Komrij’s bibliotheek ter veiling kwam, wist Midas Dekkers daaruit voor betrekkelijk weinig geld het gedeelte te kopen dat enkel hen beide fascineerde. De boeken over poep. Veel andere liefhebbers bleken er namelijk niet voor te zijn.

Dus moet ik nu bekennen ook zeer in dit onderwerp geïnteresseerd te zijn — zie het dossiertje poep, op boeklog — alleen had ik nooit mee geboden op Komrij’s verzameling; ware me bekend geweest dat die op de markt was gekomen. Daar zouden me te veel historische curiosa tussen hebben gezeten, en te weinig werken met feiten die een mens iets verder kunnen brengen in zijn denken.

Mij intrigeert poep namelijk niet als taboe, en daarmee als lachwekkend onderwerp, maar als probleem — mede omdat ik het watercloset en de rioolpomp lang heb gezien als de grootste menselijke vinding ooit. Weinig heeft meer betekent om de algemene gezondheid van de mens te verbeteren.

Ware het niet dat de badkamer als uitvinding dan weer rijkelijk onnozel schijnt te zijn. Technisch is het weliswaar handig om alle waterleidingen en afvoeren in een kamertje te concenteren. Kakken brengt dan alleen ook mee dan bij elke keer doortrekken microscopisch kleine water-met-strontdeeltjes neerslaan op de tandenborstels die in dezelfde ruimte aanwezig zijn.

Weegt inmiddels ook steeds zwaarder door dat de mensheid tegenwoordig zowel te veel mensen als te veel dieren op een luttel tal plekken concentreert. Waarmee hun poep een probleem wordt dat niet simpelweg meer is op te lossen door het weg te spoelen.

En gelukkig heeft Midas Dekkers aandacht voor dit probleem in zijn boek — zij het minder dan mij lief is.

Al viel dat te verwachten. Bij Dekkers is de verpakking van zijn mededelingen doorgaans belangrijker dan de mededeling zelf. Waar ook weinig op tegen is. Behalve dan als hij een onderwerp behandelt waarover bij de lezer al kennis bestaat — want dan lijkt het net of er iemand het woord is die enkel half bekende mopjes vertelt.

Dus ben ik nooit het ideale publiek van zijn boeken. Op de columns na wellicht. Want op de korte baan is Midas Dekkers een stuk minder voorspelbaar, inhoudelijk. Dekkers hoeft mij niet gezoet door appelmoes beetje bij beetje cultureel-historische informatie toe te dienen; omdat ik me dezelfde gegevens zo vaak al eigen had gemaakt.

Wat ik dan toch meeneem uit dit boek: in al wat wij uitscheiden, gaat ook energie verloren. Naar schatting 10% van de energiewaarde van alle voedsel en drinken genuttigd verlaat het lichaam ongebruikt. Al weet niemand dit percentage zeker. Onderzoek wordt een weinig prettig werkje genoemd.

Tegelijk heeft bijvoorbeeld de schrijver Rink van der Velde wel een keer of drie dezelfde oeroude grap verteld in zijn werk, over de gierige schipper, die bij het kakken altijd meteen over de reling keek of zijn keutels wel bleven drijven. Want zonken deze direct, dan zat er nog teveel kracht in, en kneep hij af.

Midas Dekkers, De kleine verlossing
of de lust van het ontlasten

256 pagina’s
Atlas Contact, 2014

[x]opgenomen in het dossier: