Onmogelijke liefde ~ Rudy Kousbroek

► door: A.IJ. van den Berg

Ik herinnerde me De onmogelijke liefde als een redelijk geslaagde voorganger van de fotosyntheses. Goed er aan was dat de vele foto’s op glanspapier zijn afgedrukt, zodat ook de kleine details opvallen. Maar aan die voortreffelijkheid werd dan weer afgedaan doordat ook de tekst van de essays op dat glimmende papier stond, en dit het lezen bemoeilijkte.

Mijn herinnering klopte alleen niet helemaal, in de zin dat Kousbroek slechts in het eerste gedeelte rechtstreeks schrijft over wat hij ziet op de foto’s in het boek.

Dat gedeelte wordt bovendien gevolgd door een reeks inleidingen die hij schreef voor fotoboeken van anderen. En hoe helder die stukken soms ook mogen zijn, Kousbroek beschrijft daarin weleens foto’s die dan weer niet in dit boek staan afgebeeld, wat me lichtelijk irriteerde.

Verder bevat De onmogelijke liefde een aantal stukken over pornografie. Die getuigen vooral van Kousbroek’s spijt dat de porno, gezien het zo illegale verleden, alleen gemaakt wordt door oplichters, snelle jongens, en ander kunstarm volk, waardoor vrijwel niets in het aanbod enige kwaliteit heeft. Tegelijk moest hij ook ingaan op het merkwaardige idee van feministen dat het bestaan van porno meteen maar alle vrouwen tot slaaf zou maken.

Ook staat er een stuk in tegen de mode, en het slavengedrag van de volgers, waarover ik al eens schreef Kousbroek blinde afkeer niet zo goed te begrijpen.

Maar het meest valt toch weer de dierenliefde op. In sentimentaliteit doet dit boek niet onder voor het dit jaar verschenen Medereizigers.

Kousbroek ging zelfs een polemiek aan met de bioloog Midas Dekkers, die volgens hem nooit een dier geaaid kon hebben.

Zo is het nooit goed of het deugt niet. Overal legt hij nog een schepje bovenop. Als een dier een strik om krijgt is dat nog niet erg genoeg, het wordt dan ‘een fleurig strikje om een half dichtgeknepen strot’. Mensen die hun liefde op dieren botvieren (vaak nog de vereenzaamde kneusjes van onze samenleving) worden mensen die dieren ‘op indecente en naar sodomie neigende wijze opvrijen’. [28]

Zo’n stuk is vijfentwintig jaar na dato vreemd om te lezen. Blijkbaar was er een tijd dat zelfs belezen mensen niet wisten dat Dekkers de hyperbool met graagte hanteert. Blijkbaar begreep Kousbroek niet het ook mogelijk is om bepaalde praktijken op geheel andere manier te vervloeken dan hijzelf gewoon was.

Rudy Kousbroek, De onmogelijke liefde
Anathema’s 7

171 pagina’s
Meulenhoff, 1988

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

een reactie

Hubert  op 4 augustus 2009 @ 04:29:31

Blijkbaar begreep Kousbroek niet *dat* het ook mogelijk is om bepaalde praktijken op geheel andere manier te vervloeken dan hijzelf gewoon was.