Alles is begonnen ~ Koos van Zomeren

► door: A.IJ. van den Berg

Chronologisch komt Alptraum na Alles is begonnen. Maar ik ben niet rouwig deze twee autobiografische boeken in omgekeerde volgorde te hebben gelezen. Er kleeft iets vervelends aan Alles is begonnen, dat me anders weer lange tijd van Koos van Zomeren had vervreemd.

De schrijver wordt vijftig jaar schrijver in dit boek. En bij zo’n kroonjaar horen dan overdenkingen, zoals de vraag hoeveel jaren er nog gaan volgen als auteur, in het harnas.

Helaas vertoont Van Zomeren daarbij ook wat bedenkelijke trekjes.

Zo maakt hij er nogal een nummer van een hedendaagse luddiet te zijn. Aan de mobiele telefoon wil hij niet, laat staan de smartphone; en van computers moet hij ook al niets hebben, laat staan dat internet.

Ook heeft Van Zomeren de typemachine inmiddels afgezworen. Hij schrijft nu weer met de hand, met een vulpen, op specifiek lichtgeel papier.

En dat mag allemaal best, hoor. Ieder mens verschilt, en niemand werkt hetzelfde. Er zijn ook auteurs die het stromen van vulpeninkt met dat van bloed hebben vergeleken, omdat de warmte van hun schrijfhand de inkt iets opwarmt voor die op papier komt. Zulke poses nam Koos van Zomeren gelukkig niet aan.

Alleen beklaagt hij zich dan wel dat er nogal een verschil zit tussen hoe hij als schrijver vroeger behandeld werd, als hij zo’n met de hand gevuld pak papier als manuscript op de uitgeverij kwam inleveren, en hoe het nu gaat. Als zijn vrouw zijn woorden braaf op de computer heeft uitgetypt, en via de mail heeft verzonden.

De man heeft dat uiteindelijke manuscript dus al niet eens meer zelf gemaakt, en klaagt daarop er nu zo’n ander gevoel bij te hebben als eens éen wordt ingeleverd…

Eenzelfde wat klagerig verwende indruk maakt Van Zomeren als het om de erkenning gaat die hij geniet, en genoot, als schrijver. Want ooit haalden zijn boeken veel hogere oplagen; en was daar veel meer publiciteit om heen. Zelfs al uitte hij toen, in de tijd van Een jaar in scherven, toch ook al behoorlijk wat geklaag over zijn marginale positie.

Deze schrijver heeft gemiddeld meer dan éen boek per jaar uitgebracht tijdens zijn carrière, en heeft niet door dat zelfs een liefhebber van zijn werk — zoals ik soms wel degelijk ben — daar lang niet alles van zal lezen. Die productie van hem ligt gewoon wel erg hoog. En lezers willen domweg ook weleens verrast worden door iets volkomen nieuws, in plaats weer iets op te zoeken dat een reeks aan al bekend materiaal compleet houdt.

Niettemin had Alles is begonnen zeker zijn momenten. Van Zomeren weet ware woorden te formuleren als het over dat schrijven gaat, en hij eens niet het kleverige pluis uit de eigen navel ontleedt.

Het boek heeft aan het einde trouwens ook een aardig contrapunt, als er een ineens een verhaal verteld wordt over twee broers, waarvan éen een schrijver is, een wat sneu type van wie het publieke succes uitdoofde na het begin van de jaren negentig. Ook is de hond van hem ineens dood.

Gelukkig dat die zichtbare relativering er was.

Met de belangrijkste obsessie in Alles is begonnen kon ik dan weer minder aanvangen. Want onder de schrijfkamer van Koos van Zomeren in Arnhem zijn ineens mannetjesorchissen gaan groeien — zo veel noordelijker dan het volgens de literatuur kan. Heeft hij, zijn auto, of de hond misschien in zijn vacht, zaadjes van die orchidee meegenomen uit Grindelwald, waar de plant in het geheel niet zeldzaam is?

Ik had geen idee hoe een mannetjesorchis eruit ziet. Even bestond er hoop dat dit net zo’n obsceen lijkend plantje zou zijn als de orchis italica. De tekening op het kaft van het boek maakte alleen duidelijk dat die hoop vergeefs was. Al laat die wel zien dat de plant twee knolletjes aanmaakt die iets van klootjes hebben.

Het was voor mij moeilijk om na te voelen waarom iemand zo obsessief bezig is met een plant, enkel omdat die niet hoort te groeien waar deze groeit, terwijl de wereld wat verderop vol staat met dezelfde planten.

Dat Van Zomeren ook overal in Nederland gaat kijken waar er in het wild orchideeën groeien, is een veel logischer te begrijpen passie. En het maakt ook nogal uit voor de dynamiek in een boek, of zelfs al in een column, of de schrijver op ontdekking uit gaat, of thuis blijft om daar over de minieme variaties te schrijven van wat al werd geweten; of wel altijd een raadsel zal blijven.

Koos van Zomeren, Alles is begonnen
Een vertelling

208 pagina’s
De Arbeiderspers, 2015

[x]